ECLI:NL:RBOVE:2021:5046
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak betreffende voorbereidingshandelingen voor productie en handel in XTC
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 februari 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het plegen van voorbereidingshandelingen voor de productie en handel in XTC, MDMA, MDA, MDEA en amfetamine. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat niet bewezen kon worden dat hij, al dan niet samen met anderen, deze voorbereidingshandelingen heeft gepleegd. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 28 januari 2021, waar de officier van justitie, mr. M. Hoekstra, en de raadsman van de verdachte, mr. J.H.M. Achten, hun standpunten naar voren brachten.
De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, zoals het trachten te bewegen van anderen om strafbare feiten te plegen, het verschaffen van middelen en inlichtingen, en het voorhanden hebben van stoffen en materialen die bestemd waren voor de productie van drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na zorgvuldige overweging van het bewijs, concludeerde de rechtbank dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend was bewezen.
De beslissing van de rechtbank was om de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. K. Haar en mr. M.W. Eshuis, die niet in de gelegenheid waren om het vonnis mede te ondertekenen.