ECLI:NL:RBOVE:2021:5045
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van voorbereidingshandelingen voor productie en handel in XTC
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 februari 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het plegen van voorbereidingshandelingen voor de productie en handel in XTC, MDMA, MDA, MDEA en amfetamine. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 januari 2021, waar de officier van justitie mr. M. Hoekstra en de raadsman mr. J.A. Schadd aanwezig waren, vastgesteld dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdachte werd beschuldigd van verschillende handelingen, waaronder het trachten te bewegen van anderen om strafbare feiten te plegen, het voorhanden hebben van middelen en stoffen die bestemd waren voor de productie van drugs, en het huren van vervoermiddelen voor deze doeleinden.
De rechtbank heeft in haar overwegingen geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Zowel de officier van justitie als de raadsman waren van mening dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is ondertekend door de rechters en de griffier.