RECHTBANK OVERIJSSEL
Parketnummer: 84.032032.21
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden zitting op 9 november 2021
Tegenwoordig: mr. M. Melaard, economisch politierechter,
mr. M.H.E. Groeneboer, officier van justitie,
en B. Abdullah Ismail, griffier.
De economisch politierechter doet de zaak tegen de verdachte uitroepen.
[verdacht bedrijf] B.V.,
gevestigd te [adres] ,
is verschenen de vertegenwoordiger
[naam 1] , geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] .
Als raadsvrouw van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. N. Wouters, advocaat te Middelburg.
De economisch politierechter vermaant de vertegenwoordiger van verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mee dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De officier van justitie draagt de zaak voor.
De politierechter deelt mee de korte inhoud van:
het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde personen opgemaakte proces-verbaal, met bijlagen, dossiernummer 146382/111928/6002618, van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, domein II Milieu, welzijn en infrastructuur, team Natuur van 25 september 2020;
een uittreksel uit de justitiële documentatie (strafblad) van verdachte van 12 oktober 2021;
De economisch politierechter ondervraagt de verdachte.
De officier van justitie en de raadsvrouw krijgen de gelegenheid de verdachte vragen te stellen. De verdachte verklaart, zakelijk weergegeven, het volgende.
Mijn klant uit Panama had een advertentie gezien van een Pool die vijgpapegaaien verkocht. Hij heeft dit contact met mij gedeeld en zo is het balletje gaan rollen. Ik heb alles gedaan wat het RVO heeft gevraagd en waar ik aan moest voldoen. Ik heb eerlijk alle correspondentie met de Poolse man aangeleverd. Ik heb zelfs de naam aangeleverd van iemand waarvan ik denk dat hij illegale importen doet. Ik sta hiervan te kijken en snap niet dat er op deze manier tegen mij aan wordt gekeken. Deze vogels zijn niet zo super zeldzaam dat er helemaal niet mee wordt gekweekt. Ik hoor mijn raadsvrouw zeggen dat de ringen niet vanuit een centrale plaats aan de fokkers worden verstrekt, maar dat zij de ringen gebruiken die zij individueel aanschaffen.
Corona heeft niet veel goeds betekend voor mijn bedrijf. Vogelgriep is er wel elk jaar maar corona kwam er bij. Ik heb steeds meer vraagtekens bij de toekomst van mijn bedrijf. Ik kom uit de kosten maar daarmee houdt het ook op.
De officier van justitie verklaart, zakelijk weergegeven, het volgende.
Deze zaak start bij de vraag om papegaaien uit te voeren naar Panama. Op grond van het Cites-verdrag (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna en Flora) vond er een inspectie plaats. Op dat moment was er geen aanleiding om iets niet akkoord te vinden. Ondertussen vond er wel onderzoek plaats naar [naam 2] in Slowakije. Gelet daarop werd er geen exportvergunning afgegeven en zijn de vogels in beslaggenomen. Verdachte stuurde aanvullende informatie van een persoon genaamd [naam 3] uit Polen. Deze [naam 3] had documenten moeten meesturen met de vogels, maar [verdacht bedrijf] beschikte daar niet over. De Hongaarse autoriteiten hadden desgevraagd geen informatie over een persoon genaamd [naam 2] die als tussenverkoper zou zijn opgetreden. Hierdoor is het voor verbalisanten onduidelijk wat de herkomst is van vogels. Daarmee is het bewijs al geleverd.
Uit het onderzoek op de dode vogel volgt bovendien dat hij in twee verschillende gebieden heeft geleefd en dat het niet aannemelijk is dat de vogel in Polen is gekweekt. Op basis van wetgeving is het al verboden om vogels die in bijlage 20 van Cites vermeld staan, onder je te houden zonder een aantoonbare vrijstelling. Verdachte kan geen beroep doen op die vrijstelling, want hij heeft geen “chain of documents” waaruit kan blijken dat de vogels legaal zijn gefokt. Dit is ook het verwijt. Op het moment dat je als professional bezig bent in deze branche hoor je te weten wat de regelgeving is, dus alleen een overeenkomst met daarin de toezegging/mededeling dat het gekweekte vogels betreft, is niet genoeg. Dan neem je een risico dat de vogels illegaal zijn, zonder dat je het tegendeel kan aantonen. Kleurloos opzet is voldoende. Ik acht beide feiten dan ook wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft al justitiële documentatie op dit gebied. Bij de vorige zaak kreeg hij een geldboete van 9.000 euro opgelegd. Het gaat hier om minder dieren en ik hou rekening met de waarde van de dieren, die voor onttrekking aan het verkeer in aanmerking komen. Ik eis dat aan verdachte wordt opgelegd een geldboete van 12.500 euro en onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen vogels.
De raadsvrouw voert namens de verdachte het woord overeenkomstig de inhoud van een aan de economisch politierechter overlegde pleitnota, waarvan een fotokopie aan dit proces-verbaal is gehecht.
De officier van justitie verklaart in repliek, zakelijk weergegeven, het volgende.
Ik ben het niet eens met de volgende punten. Punt 3: je moet in ieder geval de legale herkomst van de vogels duidelijk maken en dat heeft verdachte niet gedaan. Punt 8: het is niet aan de autoriteiten om na te gaan of de vogels vanaf het begin legaal zijn. De verdachte moet dat zelf aantonen. Punt 12, bijlage 20: ik lees het anders dan de raadsvrouw. Daarnaast kan het opzetverweer verworpen worden. Er is sprake van opzet, want ik zie geen voorzorgsmaatregelen. Cites-kwekers in Polen kennen misschien geen registratieplicht maar verdachte moet wel kunnen aantonen dat de vogels legaal zijn. Hij had documenten kunnen opvragen. Hij had de koop zonder die documenten niet moeten accepteren. Door dat wel te doen, heeft hij bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de dieren geen legale herkomst hebben. Tot slot volgt uit Richtsnoer (2019/C/10702) dat een aankoopbewijs in de praktijk slechts een klein onderdeel van de keten aantoont. Het is onvoldoende om legale invoeren aan te tonen. Enkel een naadloos gesloten pootring is eveneens geen bewijs van legale herkomst. Een naadloos gesloten pootring is slechts bewijs voor een legale herkomst als het met andere gegevens is onderbouwd en dat ontbreekt hier.
De raadsvrouw verklaart in dupliek, zakelijk weergegeven, het volgende.
Het richtsnoer is van 2019, dus cliënt kon zich in 2018 niet al aan het richtsnoer houden. De enige regel die in 2018 gold was dat de herkomst moest worden aangetoond. Dat heeft cliënt gedaan door de dichte pootring en het aanleveren van documenten met de naam van de fokker.
De verdachte krijgt het recht als laatste te spreken.
De economisch politierechter verklaart het onderzoek gesloten en zegt direct mondeling uitspraak te zullen doen.
De economisch politierechter spreekt het vonnis uit ter openbare terechtzitting.
aantekening van het mondeling vonnis