ECLI:NL:RBOVE:2021:4982

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 juni 2021
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
267892 / KG RK 21-294
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in het verzoek tot wraking van mr. P.H. Banda, rechter in deze rechtbank. Het verzoek tot wraking werd ingediend door [verzoeker] op 24 juni 2021, per e-mail, nadat er op 21 mei 2021 een einduitspraak was gedaan in de onderliggende zaak met zaaknummer Awb 21/153. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking te laat is ingediend, aangezien de einduitspraak al was gedaan. Volgens de regels van het wrakingsprotocol kan een verzoek tot wraking alleen worden gedaan voordat de einduitspraak is gedaan. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de onpartijdigheid van de rechter alleen vóór het vonnis kan worden getoetst en niet meer daarna. Hierdoor is [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De wrakingskamer heeft besloten om geen zitting te houden, omdat het horen van [verzoeker] niet zou bijdragen aan de beoordeling van het verzoek, gezien de formele reden van niet-ontvankelijkheid. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer: 267892 / KG RK 21-294
Beslissing van 28 juni 2021
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker tot wraking,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Op 24 juni 2021 heeft [verzoeker] per e-mail het verzoek tot wraking gedaan van mr. P.H. Banda, rechter in deze rechtbank en in die hoedanigheid belast met de behandeling van de zaak die is geregistreerd onder zaaknummer Awb 21/153.

2.De beoordeling

2.1.
Wraking is het verzoek om een voor de behandeling van de zaak aangewezen rechter te doen vervangen door een andere rechter. Een verzoek tot wraking kan in beginsel in elke stand van de procedure worden gedaan, mits de behandeling van de zaak nog niet is geëindigd door het wijzen van een einduitspraak. Na afloop van de zaak, dus na de genomen en uitgesproken beslissing, kan de rechter die de zaak heeft behandeld niet meer worden vervangen. De onpartijdigheid van een rechter kan daarom alleen vóór het vonnis worden getoetst, maar niet meer naderhand.
2.2.
De wrakingskamer stelt vast dat [verzoeker] het verzoek tot wraking pas heeft gedaan nadat op 21 mei 2021 een einduitspraak is gedaan. Of deze uitspraak al dan niet juist is, kan niet worden getoetst door de wrakingskamer, maar dient in hoger beroep aan de orde te worden gesteld. [verzoeker] heeft in zijn brief van 24 juni 2021, gericht aan het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar waarin ook zijn argumenten voor de wraking zijn neergelegd, reeds hoger beroep ingesteld.
2.3.
Het voorgaande brengt mee dat [verzoeker] met inachtneming van artikel 5 lid 2 sub d van het wrakingsprotocol van deze rechtbank niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Het horen van [verzoeker] kan naar het oordeel van de wrakingskamer niet bijdragen aan de beoordeling van dit verzoek, aangezien [verzoeker] wegens een formele reden niet-ontvankelijk wordt verklaard. Van het houden van een zitting is daarom afgezien.

3.De beslissing

De wrakingskamer
3.1.
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. U. van Houten, A.M. Rikken en C.A. Peterzon in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2021.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.