ECLI:NL:RBOVE:2021:4982
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in het verzoek tot wraking van mr. P.H. Banda, rechter in deze rechtbank. Het verzoek tot wraking werd ingediend door [verzoeker] op 24 juni 2021, per e-mail, nadat er op 21 mei 2021 een einduitspraak was gedaan in de onderliggende zaak met zaaknummer Awb 21/153. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking te laat is ingediend, aangezien de einduitspraak al was gedaan. Volgens de regels van het wrakingsprotocol kan een verzoek tot wraking alleen worden gedaan voordat de einduitspraak is gedaan. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de onpartijdigheid van de rechter alleen vóór het vonnis kan worden getoetst en niet meer daarna. Hierdoor is [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De wrakingskamer heeft besloten om geen zitting te houden, omdat het horen van [verzoeker] niet zou bijdragen aan de beoordeling van het verzoek, gezien de formele reden van niet-ontvankelijkheid. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.