ECLI:NL:RBOVE:2021:4980

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 november 2021
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
C/08/18/376 R
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis in schuldsanering met betrekking tot gedupeerden van de Toeslagenaffaire

Op 2 november 2021 heeft de Rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, een eindvonnis uitgesproken in de schuldsanering van de schuldenares, die is aangemerkt als gedupeerde van de Toeslagenaffaire. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Er zijn geen schuldeisers verschenen tijdens de zitting, en de rechtbank heeft op basis van het verslag van de bewindvoerder geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die tot een ander oordeel zouden leiden. De schuldenares zal een schone lei worden verleend, en de schuldsaneringsregeling zal eindigen zodra de slotuitdelingslijst verbindend is geworden.

De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de Belastingdienst garant heeft gestaan voor de publieke schulden van de schuldenares, die of worden kwijtgescholden. De geverifieerde private schulden en de kosten van de schuldsaneringsregeling zullen door de Belastingdienst via de boedelrekening en de bewindvoerder worden voldaan. De deponering van de slotuitdelingslijst is aangehouden in afwachting van de kwijtschelding van de publieke schulden en de voldoening van de private schulden.

De rechtbank heeft de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 4.197,59, inclusief extra vergoeding vanwege de status van gedupeerden van de Toeslagenaffaire, en de kosten voor het deponeren van de uitdelingslijst op € 657,00, welke ten laste van de boedel komen. De beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht - Schuldsanering
Zittingsplaats Almelo
insolventienummer: C/08/18/376 R
uitspraakdatum: 2 november 2021
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken in de wettelijke schuldsaneringsregeling van:
[schuldenares]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
verder te noemen de schuldenares.
In deze schuldsaneringsregeling is [A] te [plaats] tot bewindvoerder benoemd.

Het procesverloop

In deze schuldsaneringsregeling zijn de schuldvorderingen overeenkomstig artikel 328a vijfde lid Faillissementswet geverifieerd.
Naar aanleiding van een door de bewindvoerder uitgebracht verslag heeft op 2 november 2021 de zitting als bedoeld in artikel 352 Faillissementswet pro forma plaatsgevonden. Er zijn geen schuldeisers verschenen.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

De beoordeling

Uit het verslag van de bewindvoerder blijkt dat de schuldenares niet te kort is geschoten in de nakoming van de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen.
Ook anderszins is niet gebleken van feiten en omstandigheden die aanleiding tot een ander oordeel geven.
Op grond van het vorenstaande zal aan de schuldenares de schone lei worden verleend.
De schuldsaneringsregeling zal formeel eindigen op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden.
De rechtbank merkt hierbij op dat de schuldenares door de Belastingdienst is aangemerkt als een gedupeerde van de Toeslagenaffaire. De publieke schulden zijn of worden kwijtgescholden, de geverifieerde (private) schulden en de kosten van de schuldsaneringsregeling worden door de Belastingdienst via de boedelrekening en door tussenkomst van de bewindvoerder voldaan.
De deponering van de (slot-)uitdelingslijst zal worden aangehouden in afwachting van de kwijtschelding van de publieke schulden en voldoening van de private schulden plus de kosten van de schuldsaneringsregeling.
Nadat de (slot-)uitdelingslijst verbindend is geworden, zijn op grond van artikel 358 Faillissementswet de onbetaald gebleven vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt niet langer afdwingbaar, ongeacht of de schuldeiser in de schuldsaneringsregeling is opgekomen en ongeacht of de vordering al dan niet is geverifieerd.
Het feit dat schuldenares is aangemerkt als gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire, is ook van invloed is op de berekening van de vergoeding en de vaststelling van het salaris van de bewindvoerder.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder berekenen en diens salaris vaststellen als hiernavolgend te bepalen.

De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat de schuldenares niet is tekortgeschoten in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen;
- stelt vast dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling zal eindigen na het verbindend worden van de slotuitdelingslijst;
- berekent het bedrag van de vergoeding van de bewindvoerder op € 4.197,59 (inclusief de extra vergoeding in verband met het feit dat schuldenares gedupeerde is van de kinderopvangtoeslagaffaire en inclusief onkosten en omzetbelasting);
- stelt het salaris van de bewindvoerder vast op het bedrag van de vergoeding.
- stelt de kosten wegens griffierecht voor het deponeren van de uitdelingslijst vast op € 657,00 en brengt dit bedrag ten laste van de boedel.
Gewezen door mr. M.C. Bosch, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 november 2021, in tegenwoordigheid van de griffier.