Uitspraak
ECHTBANK OVERIJSSEL
Fout! De documentvariabele ontbreekt.Fout! De
documentvariabele ontbreekt.
Rechtbank Overijssel
Op 6 december 2021 hebben verzoekers, bestaande uit een aantal natuurlijke personen en rechtspersonen, een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters mr. M. Melaard, mr. H. Manuel en mr. M. van Berlo van de Rechtbank Overijssel. Dit verzoek werd gedaan in het kader van een strafzaak waarin de verzoekers verdachten zijn van valsheid in geschrifte met betrekking tot het doen van fictieve losmeldingen van meststoffen. Tijdens de zitting op dezelfde dag hebben de verzoekers hun bezwaren tegen de rechters toegelicht, waarbij zij stelden dat de voorzitter van de meervoudige kamer, door zijn wijze van ondervragen en de conclusies die hij trok, blijk gaf van vooringenomenheid.
De wrakingskamer heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het verzoek tot wraking tijdig was ingediend. De verzoekers voerden aan dat de voorzitter onterecht conclusies had getrokken over de schuld van verzoeker 2, en dat de vragen die werden gesteld een schijn van vooringenomenheid wekten. De meervoudige strafkamer daarentegen stelde dat er geen sprake was van vooringenomenheid en dat de vragen bedoeld waren om verduidelijking te krijgen over de feiten.
Na beraad heeft de wrakingskamer op 6 december 2021 mondeling uitspraak gedaan, waarbij het verzoek tot wraking ongegrond werd verklaard. De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was en dat de voorzitter van de rechtbank zijn taak naar behoren had uitgevoerd. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.