ECLI:NL:RBOVE:2021:4975

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 december 2021
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
08.155066.21
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarigen en bezit van kinderporno

Op 20 december 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die schuldig werd bevonden aan het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen en het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 34 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met het slachtoffer en de verplichting om een behandelingstraject te doorlopen. De verdachte is schuldig bevonden aan het plegen van seksuele handelingen met twee minderjarige jongens, die op verschillende tijdstippen en locaties in Zwolle plaatsvonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op het moment van de feiten 44 jaar oud was, zich op een kwetsbare manier heeft verhouden tot zijn slachtoffers, die zich in een ontwikkelingsfase bevonden. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte in het bezit was van kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon en laptop. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en verslaving. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die immateriële schadevergoeding eiste, gedeeltelijk toegewezen en de verdachte veroordeeld tot betaling van € 5.000,- aan de benadeelde partij, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.155066.21 (P)
Datum vonnis: 20 december 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1976 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonplaats 1] ,
nu verblijvende in de PI Zuid Oost, locatie Roermond.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 december 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. drs. T. van Haaren-Paulus en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. L.J.H.M. Achten, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 6 december 2021, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 29 december 2020 tot en met 20 januari 2021 in Zwolle met de toen vijftienjarige [slachtoffer 1] seksuele handelingen heeft verricht, bestaande uit anale en orale penetratie;
feit 2:op 21 april 2021 in Zwolle met de toen vijftienjarige [slachtoffer 2] seksuele handelingen heeft verricht, bestaande uit het vasthouden en betasten van elkaars penis;
feit 3:in de periode van maart 2021 tot en met 14 juni 2021 in Zwolle op een iPhone XR en een Dell laptop kinderporno heeft verworven dan wel in bezit heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 29 december 2020 tot en met 20 januari 2021 te Zwolle, (telkens) met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus en/of de mond van die [slachtoffer 1] ;2.
hij op of omstreeks 21 april 2021 te Zwolle, met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten- het vasthouden/betasten van de penis van die [slachtoffer 2] en/of- het laten vasthouden/betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 2] ;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand maart 2021 tot en met 14 juni 2021 te Zwolle, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens een hoeveelheid afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s- en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een IPhone XR en/of een Laptop Dell, bevattende foto’s en/of video’s - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaftwelke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam 1] )
en/of
het geheel naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ,en/of door het camerastandpunt de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekkingheeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam 2] , [bestandsnaam 3] )
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling [bestandsnaam 4]

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bewezen te verklaren.
Ter onderbouwing van een bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft zij onder meer verwezen naar de verklaringen van [slachtoffer 1] , [naam 1] en [slachtoffer 2] , de bankgegevens van [slachtoffer 1] , whatsapp berichten en de verklaring van verdachte.
Voor de bewijsmiddelen van het onder 3 ten laste gelegde heeft de officier van justitie verwezen naar het aantreffen van afbeeldingen en video’s met daarop kinderporno op de telefoon en laptop van verdachte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft -overeenkomstig een overgelegde pleitnota- vrijspraak betoogd van het onder 3 ten laste gelegde, omdat verdachte zich niet bewust was van het verwerven dan wel het in bezit hebben van kinderporno.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde [1]
Bewijsmiddelen
Op 8 februari 2021 heeft [naam 1] , de moeder van [slachtoffer 1] , een informatief gesprek met de politie. Zij verklaart onder meer, het navolgende:
…” [slachtoffer 1] vertelde toen (25 januari) dat er meer aan de hand was. (…) [slachtoffer 1] had toen verteld dat hij seks had gehad met die man. (…) [slachtoffer 1] vertelde later dat het begon op een platform voor homo's, namelijk Bull chat. (…) Via deze site kwam hij met die man in contact. De man wilde seks in ruil voor geld. De man gaf [slachtoffer 1] geld.[slachtoffer 1] heeft drie keer seks gehad met de man, namelijk:- in het schuurtje in de tuin bij [naam 2] .- in het hotel, naast [locatie 1] .- bij de man thuis.(…) [slachtoffer 1] zou van achteren seksueel zijn misbruikt. Hij werd gepenetreerd. Het was over en weer.” [2]
Op 18 maart 2021 doet [naam 1] namens [slachtoffer 1] aangifte. Zij verklaart onder meer dat [slachtoffer 1] 15 jaar was toen [verdachte] hem meerdere keren betaald heeft voor seks. [3]
Op 18 maart 2021 verklaart [slachtoffer 1] , onder meer het navolgende:
…”via Bul chat ben ik benaderd om seks te hebben voor geld. [4] (A): En de eerste keer was het alleen uhm... Uhm... Moest ik van hem hoofd regelen.(…)(A): En hij had ook, hij had ook... Mij geprikt.(…)(A): En... Tweede keer... Was het Ja tweede keer was het ook gewoon… Precies hetzelfde..(…)(A): En toen was het, de derde, de derde keer.. Was eigenlijk ook weer hetzelfde ding. Alleen de vierde keer dat liep heel erg uit de hand.(A): En hij had.. Ook allemaal dingen met mij gedaan… Had ook gewoon weer dezelfde dingen gedaan.(V): Jij was 15, op dat moment hè?(A): Ja [5] (V): En door wie?(A): Uh ik wist zijn voornaam niet precies, maar achteraf blijkt dat dat [verdachte] (fon) is…Dat was kerst, rond die tijd was het gebeurd. [6] (…)
Je zei dat de eerste keer hadden jullie bij jou thuis afgesproken en je moeder lag te slapen.
V: Ja uh ja..
A: Ik moest hem pijpen.
V: Ja.
A: En daarna had hij mij, had hij mij geneukt. [7]
(…)Uh, jij zei al dat jij op je buik lag hè. En uh hij ging jou prikken zei jij, en waar prikte hij
jou dan? (…)
(A): Uh ja in mijn kont. [8]
(V): Ja. Uhm... En waar in je kont? Dan hebben we het ook maar gehad, dan weet ik het en dan...
(A): Hij deed anaal. [9]
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 6 december 2021, zakelijk weergegeven:
…”Het klopt dat ik drie of vier keer met [slachtoffer 1] in Zwolle heb afgesproken om seksuele handelingen te verrichten tegen betaling. De laatste keer hebben wij afgesproken op 20 januari 2021 in [locatie 2] . Mijn penis is in zijn mond geweest. Ik twijfel er aan of ik hem anaal heb gepenetreerd. Dat zal dan misschien in het hotel zijn gebeurd, maar dat weet ik niet zeker. Ik had veel seksuele contacten in die periode. Daarom weet ik dat niet meer specifiek. [10]
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte in de periode van 29 december 2020 tot en met 20 januari 2021 in Zwolle meermalen [slachtoffer 1] , terwijl hij 15 jaar was, seksueel heeft binnengedrongen door zijn penis in de mond en anus van [slachtoffer 1] te brengen. De rechtbank acht ook het anale penetreren door verdachte bewezen.
In de whatsapp berichten van verdachte aan meerdere jongens is te lezen dat ‘rukken, gepijpt worden en neuken’ [11] de handelingen zijn waarvoor verdachte op zoek is naar een paydate. [slachtoffer 1] heeft een verklaring afgelegd dat hij via Bull chat door verdachte is benaderd om seks te hebben voor geld. Hij heeft consistent en gedetailleerd verklaard over de aard van de handelingen tijdens de ontmoetingen met verdachte en uit de verklaring van zijn moeder maakt de rechtbank op dat hij dit ook zo aan haar heeft verteld. De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 december 2021 dat hij twijfelt of hij [slachtoffer 1] anaal heeft gepenetreerd en dat hij dat zich door de vele seksuele contacten niet specifiek kon herinneren, geeft geen tegenwicht aan de verklaring van [slachtoffer 1] . Dat verdachte (op een later tijdstip ter terechtzitting) ineens meent te weten dat geen sprake is geweest van anale penetratie acht de rechtbank ongeloofwaardig.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
- de verklaring van [slachtoffer 2] op 15 juli 2021 [12] ;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 6 december 2021 [13] .
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Bewijsmiddelen
Op maandag 14 juni 2021 zijn digitale gegevensdragers in beslag genomen tijdens een doorzoeking in de woning van verdachte aan de [woonplaats 1] . [14]
Een iPhone XR en notebook Dell zijn digitaal onderzocht. Hierop is kinderporno aangetroffen. In totaal zijn er 16 afbeeldingen aangetroffen, waarvan 14 foto’s en 2 video’s. De kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen op de iPhone en in de omgevingen: Dropbox [e-mailadres 1] , Skype [e-mailadres 2] en
I Cloud [e-mailadres 3] . [15] Van deze afbeeldingen is een representatieve doorsnede – een collectiescan – gemaakt. [16] Onderzoek toont aan dat van de als kinderpornografisch geclassificeerde afbeeldingen er 4 afbeeldingen (foto) en 1 afbeelding (video) toegankelijk zijn voor de gebruiker. [17] Uit onderzoek bleek dat de bovengenoemde als kinderpornografisch geclassificeerde afbeeldingen een aanmaakdatum hebben in de periode van maart en april 2021. [18]
Verdachte heeft ter terechtzitting op 6 december 2021 verklaard dat de tablet en de notebook zijn eigendom waren en hij daar ook gebruik van maakte. Ook herkende hij de Dropbox,
I Cloud en Skype omgevingen als de omgevingen waarvan hij gebruik maakte. [19]
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. Verdachte is de eigenaar van de telefoon en de notebook en ook gebruiker van de hiervoor genoemde I Cloud, Dropbox en Skype en gebruikte deze ook. Nu niet is gebleken dat een ander persoon hiervan gebruik maakte, gaat de rechtbank uit van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen. Tot slot is de rechtbank van oordeel dat het gelet hierop niet aannemelijk is dat verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van kinderporno op zijn telefoon en de internetomgevingen.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 29 december 2020 tot en met 20 januari 2021 te Zwolle, telkens met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus en de mond van die [slachtoffer 1] ;2.
hij op 21 april 2021 te Zwolle, met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten- het vasthouden/betasten van de penis van die [slachtoffer 2] en- het laten vasthouden/betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 2] ;
3.
hij de periode van de maand maart 2021 tot en met 14 juni 2021 te Zwolle, althans in Nederland, gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een IPhone XR en een Laptop Dell, bevattende foto’s en/of video’s - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaftwelke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger/hand betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam 1] )
en
het geheel naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of door het camerastandpunt de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekkingheeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam 2] , [bestandsnaam 3] )
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling [bestandsnaam 4]
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
feit 2
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen.
feit 3
het misdrijf: een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met aftrek van het al ondergane voorarrest. Daaraan moeten de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering gekoppeld worden.
Ook heeft de officier van justitie gevorderd de maatregel zoals bedoeld in artikel 38v Sr met een contactverbod met [slachtoffer 1] en een locatieverbod voor de adressen van de ouders, tante, de oude en nieuwe school en het werk van [slachtoffer 1] op te leggen voor de duur van 5 jaren. Als verdachte de verboden overtreedt, staat daar per overtreding 2 weken hechtenis tegenover met een maximum van 6 maanden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht – rekening houdend met artikel 22b Sr – een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het ondergane voorarrest, al dan niet gecombineerd met een voorwaardelijk deel en/of taakstraf. Daarbij heeft de raadsman gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en het feit dat hij verminderd toerekeningsvatbaar geacht moet worden volgens psycholoog Overduin.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen oraal en anaal penetreren van een vijftienjarige jongen en het betasten en vasthouden van het geslachtsdeel van eveneens een vijftienjarige jongen. Via Bull chat en andere sociale media maakte verdachte zogenaamde paydates met zijn slachtoffers. Daarbij deed hij zich soms voor als zichzelf en soms als een jongere man die op zoek was naar jongere mannen om seks mee te hebben en daarvoor wilde betalen. Als het tot een afspraak kwam bleek dat verdachte een man van 44 jaar was. Door het enorme leeftijdsverschil was er geen sprake van een gelijkwaardige verhouding tussen de verdachte en zijn slachtoffers. Verdachte heeft met zijn handelen op zeer ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn slachtoffers. De slachtoffers bevonden zich in een kwetsbare fase van hun ontwikkeling, namelijk de puberteit. Het is algemeen bekend dat dergelijke feiten grote schade kunnen toebrengen aan de ontwikkeling van kinderen. Uit een ter terechtzitting voorgehouden slachtofferverklaring van de moeder van één van de slachtoffers blijkt dit ook. De verdachte heeft op geen enkele wijze hiermee rekening gehouden. Hij leefde in een ‘wilde’ periode en had veel seksuele contacten. Verdachte was ten tijde van deze seksuele contacten besmet met HIV. Hiervan waren zijn contacten en slachtoffers niet op de hoogte. Door onbeschermde seks met hen te hebben, heeft verdachte zijn slachtoffers blootgesteld aan het risico op een mogelijke Hiv-besmetting of een andere seksueel overdraagbare aandoening. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Naast voornoemde feiten heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het bezit van 16 kinderpornografische afbeeldingen.
Persoon van verdachte
Uit het uittreksel justitieel documentatie van 8 november 2021 blijkt dat verdachte geen eerdere veroordeling wegens zedendelicten heeft.
Op 24 november 2021 is een reclasseringsrapport over verdachte opgemaakt. Hieruit komt naar voren dat hij een aantal traumatische ervaringen heeft opgedaan in zijn leven. Hij is slachtoffer van seksueel geweld geweest en is tijdens een periode van uitzending voor defensie ook met divers geweld geconfronteerd. Gedurende meerdere periodes heeft hij overmatig (verschillende) drugs gebruikt. Er is sprake van een verslaving. Ten tijde van de strafbare feiten was er sprake van fors gebruik van 3MMC vanwege angstaanvallen. Verdachte verklaarde over dit gebruik dat zijn verlangen naar seks hierdoor vergroot werd. Hij valt over het algemeen op meerderjarige jongere mannen, maar is niet uit op seks met minderjarigen. Ook is er in zijn rol van voetbaltrainer op geen enkele wijze ooit sprake geweest van seksuele spanning ten opzichte van jongeren in het voetbalteam. De reclassering acht de kans op recidive laag tot gemiddeld. Verdachte staat open voor hulpverlening en zijn moeder en haar partner zijn ondersteunend. Na detentie kan hij weer bij hen intrekken.
Klinisch psycholoog Overduin heeft op 26 november 2021 in haar rapport geconcludeerd dat er bij verdachte sprake is van:
- PTSS met uitgestelde expressie;
- een andere stoornis in het gebruik van een ander middel, ernstig, nu gedwongen (door detentie) in remissie;
- een gokstoornis in langdurige remissie;
- een andere gespecificeerde disruptieve, impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis (obsessieve promiscuïteit, versterkt door middelengebruik)
- aandacht deficiëntie- /hyperactiviteitsstoornis, gecombineerd type matig.
De kans op recidive acht zij ongeacht het feit dat verdachte een risicovolle leefstijl heeft waarin promiscuïteit en middelengebruik een belangrijke rol spelen heeft en hij over beperkte probleemoplossende vaardigheden beschikt laag, omdat geen sprake is van een pedoseksuele gerichtheid. Verdachte heeft laten zien dat hij gebruik kan maken van hulpverleningsmogelijkheden, terwijl hij zich, daar waar zijn draagkracht en motivatie tekortschieten, wel extern laat motiveren,
In het geval het ten laste gelegde bewezen wordt verklaard, adviseert zij dit verdachte verminderd toe te rekenen, omdat voornoemde stoornissen ook ten tijde van het plegen van de strafbare feiten speelde.
Strafoplegging
Ten aanzien van de straf is de reclassering van mening dat hulpverlening binnen het strafrechtelijk kader geïndiceerd is. Zij adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen. Als bijzondere voorwaarden adviseert zij:
- een meldplicht bij Tactus Verslavingszorg;
- een ambulante behandeling met mogelijkheid tot een kortdurende klinische opnamen door Tactus Verslavingszorg;
- een drugs- en alcoholverbod met controle op middelengebruik;
- een contactverbod met [slachtoffer 1] en een locatieverbod;
- het vermijden van contact met minderjarigen en;
- het vermijden van kinderporno.
Klinisch psycholoog Overduin acht een behandeltraject, waarin de focus op traumabehandeling, verslavingsbehandeling, leefstijlverandering, ontwikkeling van probleemoplossingsstrategieën en sociale vaardigheden aangewezen. Een medicamenteuze ondersteuning voor ADHD en angst- en stemmingscomponenten kan helpend zijn. Zonder behandeling is de kans groot dat verdachte op termijn weer terugvalt in oude patronen van gebruik, promiscue seksueel contact en verslavingsgedrag op gebied van gokken, seks en internetverslaving.
Gezien de ernst van de gepleegde strafbare feiten en het bepaalde in artikel 22b Sr kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank houdt – naast het hiervoor overwogene - rekening met de straffen die opgelegd worden in vergelijkbare strafzaken. Alles afwegende acht zij een gevangenisstraf voor de duur van 34 maanden passend en geboden. Hiervan zal de rechtbank een gedeelte van 10 maanden voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van 3 jaren en hieraan de voorgestelde bijzondere voorwaarden koppelen. De rechtbank ziet daarbij geen aanleiding om een contact- en locatieverbod betreffende [slachtoffer 1] op te leggen. Zij acht de kans dat verdachte opnieuw in contact met deze minderjarige treedt verwaarloosbaar. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om contact met minderjarigen in het algemeen aan verdachte te verbieden.
De rechtbank zal bepalen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn omdat de rechtbank van oordeel is dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van één of meer personen, nu sprake is van meerdere minderjarige slachtoffers en verdachte nog geen behandeling heeft ondergaan.
Bij het opleggen van de straf zal de rechtbank bepalen dat het door verdachte al ondergane voorarrest in mindering gebracht moet worden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv, aan de orde is.
7.4
De in beslag genomen voorwerpen
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat in beslag genomen mobiele telefoons iPhone en Samsung en de Dell notebook onttrokken moeten worden aan het verkeer, omdat op deze voorwerpen kinderporno is aangetroffen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen over de in beslag genomen voorwerpen gemaakt.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde telefoons en computer vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het onder 3 bewezen feit is begaan.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] heeft zich met zijn wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 10.000, -, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde schade bestaat uit immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering gelet op de jonge leeftijd en kwetsbaarheid van de benadeelde partij, de door verdachte aan [slachtoffer 1] toegediende harddrugs tijdens de laatste ontmoeting en het risico van een HIV-besmetting inclusief wettelijke rente geheel toewijsbaar is. Daarbij heeft zij gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering. Ter onderbouwing daarvan heeft hij aangevoerd dat niet vastgesteld kan worden dat de gevorderde immateriële schade rechtstreeks veroorzaakt is door het onder 1 bewezen verklaarde handelen van verdachte. Bovendien was er bij de benadeelde partij al geruime tijd sprake van psychische klachten en is niet vast te stellen dat verdachte daadwerkelijk drugs aan de benadeelde heeft toegediend en dat door (deze) drugs de benadeelde partij in een psychose is geraakt. Het feit dat verdachte HIV positief is, kan niet bijdragen aan het verhogen van de schade nu hij door het innemen van medicatie deze aandoening niet over kon dragen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. Het handelen van verdachte heeft bij de benadeelde partij geresulteerd in schade, nu sprake is van een aantasting van de persoon op andere wijze (6:106 van het Burgerlijk Wetboek). Daarbij is het uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen.
Voor de rechtbank is komen vast te staan dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden, nu gelet op de aard en ernst van de normschending (meermalen seksueel binnendringen bij een minderjarige) de nadelige gevolgen voor de benadeelde zo voor de hand liggen dat hier een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Of de psychose op 21 januari 2021 daadwerkelijk het gevolg is geweest van drugs en het toedienen van deze drugs door verdachte is aan de hand van het procesdossier niet vast te stellen. De rechtbank acht de vordering tot het bedrag van € 5.000, - toewijsbaar, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum - 29 december 2020- waarop het strafbare feit is gepleegd. De rechtbank zal de vordering voor dat deel toewijzen en voor het overige [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 1 bewezen verklaarde feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f en 57.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
feit 2
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen.
feit 3
het misdrijf: een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
34 (vierendertig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
10 (tien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten als de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Tactus
verslavingszorg reclassering op het adres Dr. Stolteweg 58, 8025 AX Zwolle of via
telefoonnummer: 088 - 382 28 87 op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen door Tactus verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepaling door de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de zorgverlener zullen worden gegeven. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. De reclassering kan een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor
plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- op geen enkele wijze contact opneemt en/of onderhoudt met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2005, zo lang de reclassering dit nodig acht;
- geen drugs gebruikt en mee zal werken aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
- geen alcohol gebruikt en mee zal werken aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- zich onthoudt van het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen/kinderen;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1) toe tot een bedrag van
€ 5.000, - (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij (feit 1): van een bedrag van € 5.000, -, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 december 2020;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.000, -, (zegge: vijfduizend), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 december 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 60 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] , voor een deel van € 5.000, - niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
* onder 1 op de beslaglijst: telefoontoestel, [code 1] , Apple IPhone;
* onder 2 op de beslaglijst: computer, [code 2] , Dell;
* onder 3 op de beslaglijst: telefoontoestel inclusief oplader, [code 3] , Samsung.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, drs. mr. H.M. Braam en mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 december 2021.
Buiten staat
Mrs. Braam en Peper, voornoemd, zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021050367 (Journey). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina 1, alinea 3 en pagina 2, alinea 3, 4 en 6.
3.Pagina 11, 13, alinea 1 en pagina 23, alinea 3.
4.Pagina 73, alinea 14 en 15.
5.Pagina 74, alinea 3 tot en met 7, 11 en 14.
6.Pagina 75, alinea 3 en pagina 76, alinea 10.
7.Pagina 83, alinea 16 en pagina 85, alinea 13 en 14.
8.Pagina 89, laatste alinea.
9.Pagina 90, eerste alinea.
10.Zie het proces-verbaal van de zitting van de meervoudige kamer op 6 december 2021.
11.Pagina 355, 364 en 368
12.Pagina 438 en 440, alinea 5 en 15.
13.Zie het proces-verbaal van de zitting van de meervoudige kamer op 6 december 2021.
14.Pagina 325 en pagina 391
15.Pagina 399 tot en met 402.
16.Pagina 405 tot en met 407.
17.Pagina 411.
18.Pagina 414.
19.Zie de verklaring van verdachte afgelegd ter zitting op 6 december 2021.