Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Beschikking ex artikel 87 Faillissementswet
[X] ,
Het procesverloop
15 december 2021 kenbaar gemaakt.
Het verzoek van de curatoren.
Het standpunt van de rechter-commissaris
Het standpunt van [X]
Daartoe is (schriftelijk, bij per zitting overgelegde brief met bijlagen) door [X] aangevoerd dat hij ervan is doordrongen dat de curatoren meer informatie wensen dan zij tot nu toe hebben gehad. [X] reageert zo goed als mogelijk op de vragen van de curatoren, maar kan vanuit huis dat veel effectiever doen dan vanuit het Huis van Bewaring. Papieren stukken heeft hij niet. Heel veel informatie is gedigitaliseerd en er moeten nog miljoenen bestanden hersteld worden.
De beoordeling
Het mag zo zijn dat [X] als gevolg van zijn bewaring fysiek wordt belemmerd in het zoeken naar informatie, echter laat dat onverlet dat het aan [X] is om de concrete vragen die de curatoren hebben te beantwoorden. Tijdens het verhoor van [X] d.d. 28 september 2021 is te kennen gegeven welke informatie door [X] moest worden verstrekt. De curatoren hebben dit overzicht aangevuld in die zin dat zij de antwoorden van [X] en de door hem aangedragen informatie hebben verwerkt. Daarnaast hebben zij in de twee brieven d.d. 3 december 2021 aan [X] nadere vragen en opmerkingen geformuleerd. Uit deze stukken komt blijkt dat [X] vragen niet althans onvoldoende onderbouwd beantwoordt, terwijl daarnaast de gegeven informatie niet verifieerbaar is. Van Niet alleen laat [X] na om afdoende uit eigen wetenschap vragen te beantwoorden, waarbij – ten overvloede – niet van hem wordt verwacht dat hij uit zijn geheugen puttend en detail moet kunnen verklaren, ook schakelt hij geen derden, zoals de curatoren, in om met behulp van zijn wachtwoorden informatie te vergaren. [X] blijkt meer initiatief te steken in het omzeilen van de vragen van de curatoren dan dat hij deze wil beantwoorden, terwijl de rechtbank hem tot beantwoording in staat acht. Daarnaast zou [X] inmiddels doordrongen moeten zijn van het feit dat hij uit eigen beweging informatie moet verschaffen. [X] laat ook dat nog altijd na. De informatie die hij verschaft, verstrekt hij op een dusdanig omslachtige wijze dat de curatoren op zoek moeten naar de spreekwoordelijke speld in de hooiberg. Illustratief in dat opzicht is hetgeen [X] heeft gedaan met de door hem te ontvangen toeslagen. [X] geeft aan de Belastingdienst de opdracht om deze niet langer uit te betalen op de boedelrekening, maar op zijn eigen rekening en informeert de curatoren daarover door er iets over te noemen in een productie bij één van zijn eerdere - zeer lijvige - verzoekschriften, terwijl hij het nalaat om te bewerkstelligen dat de gelden alsnog worden overgeschreven op de boedelrekening. Daarnaast komen er steeds nieuwe verklaringen voor het feit dat [X] informatie nog niet heeft verstrekt of onderbouwd. Opvallend daarbij is dat de oorzaak in alle gevallen buiten [X] zelf ligt. De oorzaken variëren van waterschade, onvindbare compagnons, een wraakzuchtige ex-partner, zakenpartners die goederen van [X] verduisteren en een kat die de koffie over het toetsenbord van de laptop gooit. Dit alles draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van het onvermogen om inlichtingen te kunnen verschaffen.
BESCHIKKENDE
[X] ,voornoemd van kracht is, met dertig dagen;
[X] ,voornoemd.