ECLI:NL:RBOVE:2021:4946

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
374723 FT RK 21/714
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de verzekerde bewaring in faillissementszaak met onvoldoende nakomen inlichtingenplicht

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 21 december 2021 een beschikking gegeven in het kader van de verlenging van de verzekerde bewaring van [X], die in verband met zijn faillissement niet voldoet aan de informatieverplichting. De rechtbank heeft eerder op 20 oktober 2021 bevolen dat [X] in verzekerde bewaring zou worden gesteld, en deze maatregel is sindsdien meerdere keren verlengd. De curator heeft op 14 december 2021 verzocht om een verdere verlenging van dertig dagen, omdat [X] nog steeds niet de benodigde informatie heeft aangeleverd. Tijdens de zitting op 17 december 2021 heeft de rechter-commissaris zijn standpunt kenbaar gemaakt, waarin hij de noodzaak van de verlenging onderstreepte. [X] heeft verweer gevoerd tegen de verlenging, waarbij hij aanvoerde dat hij niet in staat is om meer informatie te verstrekken dan hij al heeft gedaan, en dat de verzekerde bewaring niet meer proportioneel is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat [X] nog steeds niet voldoet aan zijn wettelijke verplichtingen en dat de gronden voor de verzekerde bewaring onverkort aanwezig zijn. De rechtbank heeft de verlenging van de termijn van de verzekerde bewaring met dertig dagen toegewezen, en het verzoek van [X] tot opheffing of schorsing van de bewaring afgewezen. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [X] en de noodzaak om de curator in staat te stellen zijn taken adequaat uit te voeren.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 374723 FT RK 21/714
Faillissementsnummer: F.08/21/130
datum beschikking: 21 december 2021

Beschikking ex artikel 87 Faillissementswet

Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, meervoudige kamer voor burgerlijke zaken.
Gelet op het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 augustus 2021 waarbij in staat van faillissement is verklaard:
de besloten vennootschap
De Zwart Services B.V.,
tevens handelende onder de naam Nederlandse Energie Collect,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 76480232,
statutair gevestigd te Amsterdam, vestigingsadres: [plaats], [adres 1],
met benoeming van mr. M.C. Bosch, lid van deze rechtbank, tot rechter-commissaris, en met aanstelling van mr. G.W. Weenink, advocaat te Almelo, tot curator.
Gezien de beschikking van deze rechtbank van 20 oktober 2021 waarbij is bevolen dat
[X],
geboren te [geboorteplaats] op [1997],
wonende te [woonplaats], [adres 2],
hierna te noemen “ [X] ” in verzekerde bewaring zal worden gesteld.

Het procesverloop

Bij beschikking van 20 oktober 2021 heeft de rechtbank bevolen dat [X] in verzekerde bewaring zal worden gesteld. Deze beschikking is op 27 oktober 2021 ten uitvoer gelegd.
Bij beschikking van 23 november 2021 heeft deze rechtbank de termijn gedurende welke het bevel tot in verzekerde bewaringstelling van [X] van kracht is met dertig dagen verlengd.
Bij verzoekschrift van 14 december 2021 heeft de curator verzocht om de termijn gedurende
hetwelk het bevel tot in verzekerde bewaringstelling van kracht is met dertig dagen te verlengen.
De rechter-commissaris heeft zijn standpunt ten aanzien van het verzoek schriftelijk op
16 december 2021 kenbaar gemaakt.
Op 17 december 2021 is het verzoek ter zitting met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn [X] en de curator, waargenomen door zijn kantoorgenoot mr. H. Versluis, advocaat te Enschede. Mr. Roethof is niet verschenen, maar heeft voorafgaand aan de zitting een e-mail met daarbij gevoegd vijf foto’s, toegezonden aan de curator en de rechtbank.
Van hetgeen ter zitting is verhandeld zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.

Het verzoek van de curator

Door de curator is verzocht om de termijn van de in verzekerde bewaringstelling van [X] met dertig dagen te verlengen. Daartoe is door de curator het volgende aangevoerd.
De curator heeft enkel verschillende facturen en de verklaring dat failliet onroerende zaken heeft gehuurd, ontvangen. Ondanks toezegging dat er verschillende stukken, waaronder de huurovereenkomsten zouden worden aangeleverd, is [X] daar niet toe overgegaan. Er is een laptop bezorgd bij de curator, maar op die laptop staat nauwelijks informatie. Familie van [X] zou bezig zijn met het opstellen van de jaarcijfers, maar ook deze zijn nog niet aangeleverd. Er is nog altijd geen administratie aangeleverd, waardoor de curator niet kan reconstrueren wat er is gebeurd.
De curator is van mening dat [X] meer informatie moet kunnen aanleveren. [X] voldoet nog altijd niet aan de op hem rustende inlichtingenplicht en daarmee zijn de gronden voor de in verzekerde bewaringstelling nog altijd aanwezig.

Het standpunt van de rechter-commissaris

De rechter-commissaris heeft op 16 december 2021 zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt. De rechter-commissaris is van mening dat de gronden voor de verzekerde bewaring nog altijd onverkort aanwezig zijn nu door [X] nagenoeg geen informatie is aangeleverd. De rechter-commissaris verzoekt om de termijn gedurende welke het bevel tot in verzekerde bewaringstelling van kracht is opnieuw met dertig dagen te verlengen om zo [X] tot het geven van inlichtingen te dwingen.

Het standpunt van [X]

voert verweer tegen de verzochte verlenging van de verzekerde bewaring en verzoekt om hem uit de bewaring te ontslaan dan wel de bewaring te schorsen. Daartoe is aangevoerd dat [X] tijdens zijn bewaring niet meer aan inlichtingen en/of informatie kan verstrekken dan hetgeen hij tot nu toe heeft gegeven. [X] heeft geen gedegen schoolopleiding genoten en heeft een psychiatrisch belast verleden.
De verzekerde bewaring is niet meer proportioneel. Het doel dat met de verzekerde bewaring wordt nagestreefd kan niet met het voortduren van de bewaring worden bereikt.
[X] wil graag helpen om informatie aan te leveren aan de curator, maar daarvoor moet hij zelf gaan zoeken en langsgaan bij bepaalde mensen en bedrijven. Wanneer hij in vrijheid wordt gesteld, kan [X] dat in korte tijd regelen.

De beoordeling

De rechtbank dient allereerst vast te stellen of [X] zijn wettelijke verplichtingen, te weten de op hem krachtens artikel 105 jo 106 van de Faillissementswet rustende informatieverplichting, al dan niet naar behoren nakomt. De rechtbank is van oordeel dat [X] nog altijd niet aan die informatieverplichting voldoet en dat de gronden voor de in verzekerde bewaringstelling van [X] onverkort aanwezig zijn.
Tevens is de rechtbank van oordeel dat de huidige stand van zaken betreffende het (niet) voldoen aan de op [X] rustende informatieverplichting, mede afgewogen naar hetgeen is bepaald in artikel 5 EVRM, een voortgezette inbreuk op de persoonlijke vrijheid van [X] rechtvaardigt.
De rechtbank is van oordeel dat de termijn, gedurende welke het gegeven bevel tot inbewaringstelling van [X] van kracht is, moet worden verlengd met een termijn van dertig dagen. Het volgende wordt daartoe overwogen.
Gebleken is dat er na de vorige verlenging nauwelijks nadere informatie door of namens [X] aan de curator is verstrekt. Uit hetgeen ter zitting door [X] is verklaard blijkt echter dat er wel meer informatie beschikbaar is. [X] stelt immers dat hij spullen bij elkaar moet zoeken. Waar [X] aan voorbij gaat, is het feit dat hij anderen de opdracht kan geven om de verschillende spullen bij elkaar te zoeken en te laten bezorgen bij de curator. Dat is met de laptop ook gelukt en niet is gebleken van omstandigheden waardoor dat met andere bescheiden niet mogelijk zou zijn. Daarnaast is door [X] aangevoerd dat hij bij personen en bedrijven langs moet gaan om navraag te doen. Ter zitting kon [X] desgevraagd al namen noemen van personen en bedrijven met wie hij zaken heeft gedaan. Niet in te zien valt waarom [X] niet reeds uit eigen beweging een lijst met namen van personen en bedrijven en hun adressen heeft opgesteld en deze aan de curator verstrekt. De rechtbank acht [X] daar ook tijdens zijn verzekerde bewaring toe in staat.
Daarnaast acht de rechtbank [X] in staat om ook zonder over diverse bescheiden te beschikken meer informatie aan de curator te verstrekken over het reilen en zeilen van de onderneming. [X] beroept zich er op dat hij een beginnend ondernemer was, echter maakt dat niet dat hij van niets zou weten. Bovendien heeft [X] verklaart dat hij geen personeel in dienst had en zelf de onderneming dreef. Ook daaruit valt af te leiden dat [X] meer moet weten en daarmee meer moet kunnen verklaren over de onderneming.
Door mr. Roethof is aangevoerd dat [X] belast is met een psychiatrisch verleden en het de vraag is of [X] handelingsbekwaam is dan wel was. Die stelling passeert de rechtbank. Er is geen sprake (geweest) van een onderbewindstelling en evenmin van curatele. Uit de stukken die door mr. Roethof zijn overgelegd blijkt dat in het verleden meermalen sprake is geweest van een kortdurende episode met psychotische klachten als gevolg van middelengebruik. Niet is gebleken dat [X] op dit moment last heeft van psychotische of andere psychische klachten. Integendeel, [X] heeft ter zitting verklaard dat dit op dit moment niet aan de orde is, nu hij in het Huis van Bewaring geen lachgas kan gebruiken. In de persoonlijke omstandigheden van [X] ziet de rechtbank dan ook geen redenen waaruit kan worden afgeleid dat [X] niet meer kan verklaren en evenmin wordt daarin aanleiding gezien om de bewaring te schorsen of te beëindigen.
Vorenstaande maakt dat de dwang die van de bewaring uitgaat gerechtvaardigd en proportioneel is. De rechtbank zal het verzoek van de curator tot verlenging van de termijn, gedurende welke het bevel tot in verzekerde bewaringstelling van kracht is, toewijzen.

BESCHIKKENDE

Beveelt de verlenging van de termijn, gedurende welke het bevel tot in verzekerde bewaring stelling van
[X], voornoemd van kracht is, met dertig dagen;
Wijst af het verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de bewaring van
[X], voornoemd.
Aldus gedaan te Almelo op 21 december 2021 door mr. E. Venekatte, voorzitter,
mrs. S.K. Huisman en A.M. van Diggele, rechters, in tegenwoordigheid van A.B. Knook, griffier.
mr. A.M. van Diggele is buiten staat deze beschikking te ondertekenen.