[gedaagde] heeft aangevoerd dat windturbines doorgaans niet voor privédoeleinden worden aangeschaft en dat zij er, gezien de capaciteit van de windturbine en de kosten daarvan, vanuit is gegaan – en ervan mocht uitgaan – dat [eiser 1] c.s. deze (mede) ten behoeve van hun bedrijfsactiviteiten wilden aanschaffen. Volgens [gedaagde] levert de verkochte windturbine veel meer energie dan benodigd is voor twee woonhuizen, zodat onwaarschijnlijk was en is dat deze (alleen) voor privédoeleinden is aangeschaft. Dat van gemeentewege slechts een lagere molen was toegestaan, doet daaraan volgens haar niet af; ook in dat geval levert de windturbine meer energie dan is benodigd voor twee woonhuizen.
[gedaagde] heeft verder onbestreden aangevoerd dat [eiser 1] c.s. haar nooit te kennen hebben gegeven dat zij de windturbine (alleen) voor privédoeleinden wilden gebruiken alsmede dat zij ( [gedaagde] ) ook een windturbine aan de zoon van [eiser 1] c.s. heeft verkocht, welke ook voor zakelijk gebruik werd aangeschaft.
De kantonrechter overweegt in dat verband dat [eiser 1] c.s. ter zitting hebben verklaard dat zij de windturbine hoofdzakelijk voor de woonhuizen, maar ook voor hun melkveebedrijf wilden gaan gebruiken. In zoverre staat de aanschaf van de windturbine dus wel in verband met de bedrijfsvoering van [eiser 1] c.s.
De kantonrechter stelt verder vast dat, zoals door [gedaagde] is betoogd, de correspondentie over de aanschaf van de windturbine is gevoerd via het zakelijke e-mailadres van [eiser 1] c.s. en dat de factuur ook aan Melkveehouderij [eiser 1] is verzonden.
Dit is een duidelijke indicatie dat [gedaagde] met een bedrijfsmatig handelend wederpartij contracteerde. [eiser 1] c.s. hebben niet bestreden dat zij bij [gedaagde] nooit hebben geprotesteerd tegen de tenaamstelling van de factuur.
Bij de hiervoor beschreven stand van zaken mocht [gedaagde] er naar het oordeel van de kantonrechter vanuit gaan dat [eiser 1] c.s. de windturbine hebben gekocht in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In het geval het zo is dat bij [eiser 1] c.s., zoals zij stellen, privé en zakelijk door elkaar heen lopen, kunnen zij die omstandigheid in dat verband niet aan [gedaagde] tegenwerpen.