Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de aanvullende producties van de zijde van [eiser] ,
- de, vanwege de maatregelen in verband met het Coronavirus, op voorhand aan de griffie van de rechtbank toegezonden pleitnota, met enkele producties, van de zijde van [gedaagde] .
2.Feiten
26 november 2021 (derden)beslag gelegd op dan wel onder:
3.Het geschil
4.De beoordeling
19 op 20 november 2021 aan [gedaagde] in eigendom toebehorende materialen zijn ontvreemd. Evenmin is, mede gelet op de inhoud van het ambtsedig opgemaakt proces-verbaal van aangifte van chantage/afpersing door [eiser] , niet in geschil dat [eiser] in de genoemde nachten materialen uit het magazijn heeft gehaald en deze op het bedrijventerrein van [gedaagde] heeft klaargezet om vervolgens met zijn sleutel de toegangspoort(en) te openen om (een) vrachtwagen(s) toegang te verlenen tot het bedrijventerrein. [eiser] heeft daarna de pallets met materialen zelf in de vrachtwagen(s) geladen waarna de vrachtwagen(s) het bedrijventerrein heeft/hebben verlaten en [eiser] de toegangspoort(en) weer heeft gesloten.
2 december 2021 naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ook niet (geheel) consistent zijn en opmerkelijkheden bevatten. Zo wekt het bevreemding dat [eiser] na de dreigementen geen melding bij [gedaagde] dan wel de politie heeft gemaakt van de gebeurtenissen, te meer nu hij bij de politie ook heeft verklaard dat hij, in de nacht van
5 op 6 november 2021, heel bewust vijf keer heel direct in de camera heeft gekeken, in de hoop dat hij zou worden gezien, en dat hij geen kentekens van de vrachtwagens heeft genoteerd, omdat hij aannam dat de vrachtwagens wel op de camera’s zouden staan. Deze laatste verklaringen duiden er veeleer op dat hij juist wilde dat [gedaagde] op de hoogte zou komen van de gebeurtenissen. In dat licht bezien valt vooralsnog niet in te zien, waarom [eiser] er zelf geen melding van maakte bij [gedaagde] . Zelfs nadat hij voor de tweede keer stelt te zijn bedreigd heeft hij nog geen aanleiding gezien om [gedaagde] dan wel de politie in te lichten. Pas nadat [gedaagde] hem confronteerde met de diefstallen, heeft hij aangifte gedaan van chantage/afpersing. De voorzieningenrechter acht het voorshands ook opmerkelijk dat [eiser] geen tot weinig moeite heeft gedaan om informatie over zijn (gestelde) bedreigers of de door hen gebruikte vrachtwagens te verkrijgen, terwijl dit hem wel zou kunnen helpen om zich vrij te pleiten.