ECLI:NL:RBOVE:2021:4749

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 december 2021
Publicatiedatum
17 december 2021
Zaaknummer
273827/ HA RK 21-509
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wraking van rechter in bestuursrechtelijke zaak

Op 22 november 2021 heeft verzoekster, wonende te Zwolle en vertegenwoordigd door haar gemachtigde M.C. Neslo, een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter bij de Rechtbank Overijssel. Verzoekster stelt dat de rechter partijdig heeft gehandeld in een aan hem toebedeelde zaak, geregistreerd onder zaaknummer ZWO 21/1559 ZW KWAA. Volgens verzoekster zijn de processtukken in deze zaak voldoende duidelijk om een uitspraak te doen zonder dat een zitting nodig is. Desondanks heeft de rechter de behandeling van de zaak uitgesteld, wat verzoekster als partijdig beschouwt.

De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking niet op zitting behandeld, maar heeft het verzoek terstond ongegrond verklaard. De wrakingskamer oordeelt dat het verzoek kennelijk ongegrond is, zoals bepaald in artikel 5 lid 2 onder a van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel. De wrakingskamer stelt vast dat het wrakingsverzoek betrekking heeft op een procesbeslissing van de rechter, namelijk de beslissing om de behandeling van het beroep uit te stellen. De juistheid van deze beslissing kan niet door middel van een wrakingsverzoek worden aangevochten. Verzoekster heeft geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden wijzen op vooringenomenheid van de rechter. Het enkele feit dat de rechter de behandeling heeft uitgesteld, is onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van partijdigheid.

De rechtbank heeft op 9 december 2021 in het openbaar uitspraak gedaan en verklaart het verzoek tot wraking ongegrond. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

[jw.sys.1.zaaknr] / [jw.sys.1.rolnummer_rekestnr][datum_beslissing]
Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rekestnummer: 273827/ HA RK 21-509
Beslissing van 9 december 2021
in de zaak van
[verzoekster] ,
wonende te Zwolle,
gemachtigde: M.C. Neslo te Zwolle,
verzoekster tot wraking.

1.De procedure

Op 22 november 2021 heeft [verzoekster] het verzoek tot wraking gedaan van
mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter in deze rechtbank en in die hoedanigheid belast met de behandeling van de zaak die is geregistreerd onder zaaknummer ZWO 21/1559 ZW KWAA.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Volgens [verzoekster] heeft de rechter partijdig gehandeld in zijn zaak. De processtukken in de zaak zijn volgens [verzoekster] duidelijk genoeg om een uitspraak zonder een zitting te doen. Toch heeft de rechter de geplande behandeling op 16 november 2021 uitgesteld tot nader bericht. Op deze manier handelt de rechter partijdig want er valt niks te procederen in deze zaak: de stukken zijn door de besluiten van het UWV immers duidelijk genoeg om een uitspraak zonder een zitting te kunnen doen.
2.2.
De wrakingskamer zal het verzoek tot wraking niet op zitting behandelen, maar terstond ongegrond verklaren omdat het verzoek kennelijk ongegrond is (conform artikel 5 lid 2 onder a Wrakingsprotocol rechtbank Overijssel, gepubliceerd op rechtspraak.nl).
De wrakingskamer overweegt daartoe als volgt. In casu ziet het wrakingsverzoek op een procesbeslissing van de rechter, te weten de beslissing om de behandeling van het beroep uit te stellen tot een nader te bepalen datum. De juistheid van de beslissing kan op zichzelf niet door middel van een wrakingsverzoek aan de orde worden gesteld. Concrete feiten en omstandigheden waaruit volgt dat mr. A.T. de Kwaasteniet bij het geven van deze beslissing vooringenomen was tegen [verzoekster] of objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor bestond, heeft [verzoekster] niet aangevoerd. Uit het enkele feit dat de rechter de behandeling van het beroep heeft uitgesteld tot een nader te bepalen datum kan de rechtbank dat niet afleiden. Daarom moet het verzoek worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
verklaart het verzoek tot wraking ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. U. van Houten, A. Oosterveld en E. Venekatte, in tegenwoordigheid van de griffier mr. W. Nijkamp en in openbaar uitgesproken op 9 december 2021.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.