In deze zaak gaat het om een beroep tegen de weigering van een kapvergunning en de wijziging van een uitwegvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn. Eiser, wonende in een nieuwbouwwoning, heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 16 december 2019 en 14 april 2020, waarbij vergunningen werden verleend voor het kappen van een beuk en het aanleggen van uitwegen. De rechtbank Overijssel heeft op 16 december 2021 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de verweerder de besluiten niet volledig heeft bekendgemaakt en dat de motivering voor de weigering van de kapvergunning onvoldoende is. De rechtbank concludeert dat de belangen van eiser niet op de juiste wijze zijn meegewogen en dat de bestreden besluiten niet in stand kunnen blijven. De rechtbank vernietigt de besluiten en draagt verweerder op om opnieuw op de bezwaren van omwonenden te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan eiser.