Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser]”,
1.de stichting PATER PIO STICHTING,
Pater Pio”,
[gedaagde 2],
[gedaagde 2]”,
[gedaagde 3],
[gedaagde 3]”,
[gedaagde 4],
[gedaagde 4]”,
Pater Pio c.s.”,
1.Het verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 9 juni 2021,
- de nadere producties van [eiser] , ter griffie ontvangen op 10 september 2021,
- de mondelinge behandeling van 22 september 2021,
- de spreekaantekeningen van [eiser] .
2.De feiten
3.Het geschil
primair: Pater Pio c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] een bedrag van € 58.674,29 te betalen,
4.De beoordeling
De gestelde geldleningen aan Pater Pio
Diesel vanaf * 01-10-10’ van € 2.475,46 en ‘
Diesel vanaf * 27-11-12’ van € 4.300,93. Verder omvat deze productie een handgeschreven berekening die weliswaar sluit op het voornoemde bedrag van € 4.300,93, maar waarin kennelijk ook allerlei andere kosten zijn betrokken waarover [eiser] met geen woord rept. Verder heeft [eiser] twee lijsten ingebracht met het opschrift ‘administratie tanken witte diesel’, die handgeschreven notities bevatten van hoeveelheden afgenomen liters, namen en datums. Daarin komt echter onder meer ook de naam van [eiser] zelf voor, terwijl deze administratie volgens [eiser] bedoeld was om het door Pater Pio af te rekenen bedrag te bepalen. Wegens het ontbreken van een behoorlijke motivering komt de vordering niet voor toewijzing in aanmerking.
2.228,00(2 punten, tarief IV)