Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de producties 1 tot en met 6 van de zijde van [gedaagde] ,
- de, vanwege de maatregelen in verband met het Corona-virus op voorhand aan de griffie van de rechtbank toegezonden pleitnota van de zijde van [gedaagde] ,
- de vanwege eerdergenoemde maatregelen via een video-verbinding gehouden mondelinge behandeling op 22 november 2021, waar [eiseres] , vertegenwoordigd door de
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
artikel 20.3 in de tussen partijen gesloten overeenkomst.
31 december 2021 te realiseren.
31 december 2021 duidelijk moest zijn of het plan van [eiseres] haalbaar zou zijn en dat het “geen gebed zonder einde” moest worden. [gedaagde] wilde na 31 december 2021 vrij zijn om andere plannen te maken. Het gegeven dat in de bepaling ook de passage “door de verkoper” wordt vermeld, doet naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet af aan de bedoeling die partijen voor ogen hadden. De voorzieningenrechter ziet niet in hoe in dit geval een termijn om bestemmingsplan procedurele redenen niet haalbaar zou kunnen zijn voor een verkoper. Het “niet haalbaar zijn voor” impliceert een actieve houding ter zake de bestemmingsplanwijziging en een dergelijke houding wordt van [gedaagde] , gezien de bedoeling die partijen voor ogen hadden, niet van [gedaagde] verwacht. Een actieve houding is naar het oordeel van de voorzieningenrechter wat anders dan het binnen de grenzen van de redelijkheid en billijkheid, verlenen van medewerking aan bepaalde verzoeken van [eiseres] die nodig zijn in het kader van de procedure ter zake van de bestemmingsplanwijziging. Hierbij moet worden gedacht aan de onderzoeken en rapportages op het gebied van asbestinventarisatie, flora- en fauna, archeologie en bodem. In dit verband had van [gedaagde] verwacht mogen worden dat hij medewerking zou hebben verleend aan de onderzoeken die door [eiseres] in gang waren gezet.
9 september 2021 [1] , anders zou kunnen worden afgeleid, heeft [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling uitdrukkelijk verklaard dat hij voor zijn eigen belangen en niet voor de belangen van de buurt waar de onroerende zaak is gelegen opkomt, overweegt de voorzieningenrechter volledigheidshalve dat in het bestuursrechtelijke traject ook rekening kan worden gehouden met eventuele bezwaren/belangen van buren.
5.De beslissing
€ 769,15,- aan verschotten en € 1.016,-- aan salaris van de advocaat;