ECLI:NL:RBOVE:2021:4690

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 december 2021
Publicatiedatum
14 december 2021
Zaaknummer
08/190602-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het smokkelen van cocaïne met een verborgen ruimte in de auto

Op 14 december 2021 heeft de Rechtbank Overijssel een 24-jarige man uit Hengelo veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden voor het smokkelen van ruim 10 kilo cocaïne, met een straatwaarde van meer dan 500.000 euro. De man werd op 17 juli 2021 op de A1 bij Bathmen aangehouden na een controle door de politie, waarbij de harddrugs in een verborgen ruimte in zijn auto werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie, mr. drs. T. Van Haaren - Paulus, stelde dat er geen sprake was van een vormverzuim in de opsporingsfase, terwijl de verdediging aanvoerde dat de doorzoeking van de auto onrechtmatig was. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de schuld van de verdachte. De rechtbank achtte het bewezen dat de man opzettelijk 10.088,38 gram cocaïne had vervoerd, wat in strijd is met de Opiumwet. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, en volgde zij de eis van de officier van justitie voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/190602-21 (P)
Datum vonnis: 14 december 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] ,
nu verblijvende in de P.I. Arnhem te Arnhem.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 november 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. drs. T. Van Haaren - Paulus en van wat door verdachte en zijn raadsman, mr. J. Michels, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 30 november 2021, op neer dat verdachte opzettelijk ruim 10 kilogram cocaïne heeft vervoerd of aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 17 juli 2021 te Bathmen, gemeente Deventer, althans in Nederland,
opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, 10.088,38 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is geweest van een vormverzuim in de opsporingsfase. Het voertuig waarin verdachte reed is op basis van een hit van de Automatic Number Plate Recognition (ANPR) staande gehouden. Vervolgens is op basis van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) het voertuig technisch gecontroleerd. Als gevolg van de verdenking die daaruit volgde, is de auto op basis van artikel 96b Sv rechtmatig doorzocht. De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken omdat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek, leidend tot bewijsuitsluiting van de gevonden cocaïne. Daartoe voert de raadsman aan dat de registratie in het ANPR systeem is achterhaald door de gewijzigde tenaamstelling van het voertuig van ruim twee maanden voor de staande houding. De staande houding was daarom onrechtmatig. Daarnaast bestond er geen wettelijke basis voor de doorzoeking van het voertuig van verdachte, nu er geen verdenking was als bedoeld in art 9 Opiumwet en evenmin was er sprake van een situatie van ontdekking op heterdaad, noch een verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv, zodat ook niet op basis van art. 96b Sv een doorzoeking van het voertuig mocht plaatsvinden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
De gang van zaken
Uit het dossier komt de volgende gang van zaken naar voren.
Verbalisanten krijgen op zaterdag 17 juli 2021 omstreeks 20:28 uur een melding dat een voertuig met kenteken [kenteken] , rijdende op de A1 rechts bij hectometerpaal 48.7 een hit heeft opgeleverd in de ANPR. Het kenmerk bij de melding luidt, kortgezegd, dat er een gerichte controle en zo mogelijk nauwkeurig onderzoek van het voertuig dient plaats te vinden en dat onmiddellijk contact moet worden gezocht met Sirene. Verbalisanten zien het voertuig enige tijd later rijden op de A1, ter hoogte van hectometerpaal 114.0, en hebben het voertuig voor controle meegenomen naar parkeerplaats Boermark, ter hoogte van Bathmen, Deventer. Verbalisanten krijgen dan nog geen contact met de contactpersoon bij Sirene, genoemd in de ANPR hit, en gaan over tot een controle van de technische staat van het voertuig. Tijdens het controleren van de veiligheidsgordels wordt aan zowel bestuurders- als aan bijrijderszijde een afwijking ontdekt aan de bekleding, te weten een horizontale naad ter hoogte van de versnellingsbak gezien. De bekleding bestaat niet uit een geheel. Omdat verbalisant vermoedt dat er een verborgen ruimte in de cardanastunnel ter hoogte van de versnellingsbak van het voertuig zit, gaat hij over tot doorzoeking van het voertuig. Bij een visuele inspectie aan de onderzijde van het voertuig valt hem een vermoedelijke verborgen ruimte in de bak van het reservewiel op, doordat de bak gespoten is en niet gelast, maar met bouten vastgezet. Door de kofferbak te openen en de vloerplaat van de reservewielbak op te tillen, ontstaat een kier en daarmee zicht op een verborgen ruimte die er onder blijkt te zijn aangebracht. Verbalisant ziet daar meerdere bruine blokken. Ambtshalve is hem bekend dat dit duidt op harddrugs. Verdachte wordt aangehouden en het voertuig en de blokken worden in beslag genomen. De tien blokken worden gewogen en getest. Het totaal gewogen netto gewicht van de tien blokken bedraagt 10.088,38 gram. De deskundigen van het NFI rapporteren dat elk in beslag genomen blok cocaïne bevat.
4.3.2
Beoordeling van het rechtmatigheidsverweer
In een mailbericht en herhaald in het requisitoir heeft de officier van justitie toegelicht dat de auto van verdachte eerder toebehoorde aan een subject in een inmiddels afgerond strafrechtelijk onderzoek. Het feit dat ten tijde van dat onderzoek het sterke vermoeden gerezen is dat in de auto een verborgen ruimte is aangebracht in combinatie met het feit dat een door de politie aangebracht peilbaken door het subject gevonden en (bewust) ongemoeid gelaten is, is de reden dat het voertuig niet uit de ANPR is gehaald.
De rechtbank is, gelet op de toelichting van de officier van justitie, van oordeel dat het kenteken in het vergelijkingsbestand van de ANPR is opgenomen met het oog op de uitoefening van de politietaak en met de instemming van de toenmalig zaaksofficier. Een wijziging in de tenaamstelling van een voertuig brengt geen wijziging in de rechtmatigheid van de verwerking van kentekengegevens in het vergelijkingsbestand ANPR.
Een in artikel 159 WVW genoemde opsporingsambtenaar is op grond van artikel 160, vierde lid WVW, bevoegd een onderzoek in te stellen naar de naleving van de bij of krachtens die wet vastgestelde voorschriften. Hieronder valt de controle naar de staat van het voertuig en de algemene inrichtingseisen van het voertuig. Uit het proces-verbaal van bevindingen volgt dat de verbalisant het voertuig heeft gecontroleerd met betrekking tot de gordels en het chassisnummer. De verbalisant heeft tijdens de controle van de veiligheidsgordels afwijkingen geconstateerd aan de bekleding bij de cardanastunnel ter hoogte van de versnellingsbak. Naar het oordeel van de rechtbank valt bovengenoemd handelen binnen de grenzen van de controlebevoegdheid van de verbalisanten op grond van de WVW.
Op grond van de nadrukkelijke tekst in de ANPR hit, de afwijking in de bekleding bij de versnellingsbak en zijn ambtshalve bekendheid dat vaker op die plek verborgen ruimtes worden aangetroffen vermoedt de verbalisant dat een verborgen ruimte in de auto is aangebracht. Naar het oordeel van de rechtbank ontstond er op dat moment een gerechtvaardigde verdenking dat er sprake was van een strafbaar feit als bedoeld in artikel 67 lid 1 Sv en is een doorzoeking rechtmatig.
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv en verwerpt het verweer van de raadsman.
4.3.3
Opzet op het vervoeren van harddrugs
Uit het strafdossier en het verhandelde ter zitting volgt dat verdachte bekend is met de verborgen ruimte in zijn auto en heeft hij aan meerdere personen aangeboden deze ter beschikking te stellen. Verdachte heeft verklaard dat hij tegen betaling een rit heeft aangenomen. Hij verklaart niet te weten wat er precies in de verborgen ruimte is geladen, maar hij weet wel dat het niet koosjer is. Hij zou €1.000,= verdienen aan de rit van ongeveer 100 km. Met de lading krijgt hij van zijn opdrachtgever een telefoon met encryptie mee.
De rechtbank is gelet op deze feiten en omstandigheden van oordeel dat verdachte met zijn gedragingen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij harddrugs zou vervoeren in zijn auto.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 juli 2021 in Nederland opzettelijk heeft vervoerd 10 088,38 gram cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet (Ow). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezen verklaarde levert op:
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezen verklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen:
een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van het reeds ondergane voorarrest, verbeurdverklaring van de in beslag genomen Citroen DS5 met kenteken [kenteken] tegen een geschatte waarde van €14.000,-. en onttrekking aan het verkeer van de encrypted telefoon met sim kaart.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij een strafoplegging in strafverminderende zin rekening te houden met de jonge leeftijd van verdachte, de beperkte rol van verdachte, het genoemde vormverzuim en, in geval van verbeurdverklaring van de auto, compensatie van de waarde daarvan.
7.3
het oordeel van de rechtbank
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervoer van ruim 10 kilo cocaïne met een straatwaarde van ruim €500.000,-. Gelet op de hoeveelheid aangetroffen cocaïne, moet aangenomen worden dat deze bestemd was voor de handel in professioneel en georganiseerd verband. In zijn algemeenheid gaat handel in drugs gepaard met ander criminele gedragingen en vormt het een gevaar voor de volksgezondheid.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 4 november 2021, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een overtreding van de Opiumwet. Verdachte heeft niet willen meewerken aan een rapportage van de reclassering, die daarom ontbreekt. Eerst ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij geen (beroeps-) opleiding heeft afgerond en geen werk heeft. Verdachte woont bij zijn ouders. Verdachte verwacht na zijn detentie werk in een supermarkt te kunnen krijgen.
Gezien de ernst van het gepleegde feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Nu verdachte heeft gereden met de drugs in zijn auto heeft de rechtbank het vervoeren van harddrugs als uitgangspunt bij het bepalen van de straf genomen. De straffen voor deze feiten hebben onder andere als doel afschrikwekkend te zijn. Niet alleen ter vergelding, maar ook om anderen er van te weerhouden om zich een, wellicht ondergeschikte maar ook onmisbare, rol in de handel in harddrugs te verwerven. Om die reden volgt de rechtbank de eis van de officier van justitie en zal zij aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden opleggen, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde
autovatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Daarvan is sprake indien de auto in de huidige toestand heeft gediend en nog steeds kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van misdrijven, dan wel de opsporing ervan kan belemmeren. De verborgen ruimte in de auto is kennelijk aangelegd met het doel ervoor te zorgen dat soortgelijke feiten onontdekt, dus mogelijk, blijven en de feitelijke uitvoering ervan minder risico’s voor de daders oplevert en aldus wordt vergemakkelijkt. Daarvan is hier sprake.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde
encrypted telefoon en sim-kaartvatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien die voorwerpen tot het begaan van het feit zijn bestemd.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 36b en 36c Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers [nummer 1] (telefoontoestel), [nummer 2] (sim-kaart) en [nummer 3] (personenauto);
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T. Pouw, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 december 2021.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van Landelijke Eenheid, Dienst Infrastructuur, Geografische afdeling Noord-Oost Nederland, Team Wolfheze met nummer PL0600-2021332854. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 november 2021, houdende een verklaring van verdachte, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik wist dat mijn auto over een verborgen ruimte beschikte. Ik heb dat verschillende mensen verteld. Ik kreeg de vraag om een lading te vervoeren in de verborgen ruimte van mijn auto. Ik besloot om dat te doen. Ik wist niet wat ik vervoerde, maar ik wist wel dat het niet koosjer was.
Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , voor zover inhoudende, (p. 1-3):
Op zaterdag 17 juli 2021 (…) omstreeks 20:28 uur zagen wij via het ANPR ( Automatic Number Plate Recognition) systeem dat er een voertuig had gehit op de Al rechts bij hectometerpaal 48.7. Wij zagen dat bij de ANPR hit het kenteken [kenteken] stond. Wij zagen dat er in de tekst stond van de ANPR hit: "CONTROLE. ONMIDDELLIJK CONTACT OPNEMEN MET HET NATIONALE SIRENEBUREAU. MET INACHTNEMING VAN HET NATIONALE RECHT EEN GERICHTE CONTROLE UITVOEREN, MOGELIJK EEN NAUWKEURIG ONDERZOEK VAN HET GESIGNALEERDE OBJECT". (…)Vervolgens zagen wij het voertuig rijden op de Al rechts ter hoogte van hectometerpaal 114.0 (…)hebben het voertuig (…) meegenomen voor controle naar parkeerplaats Boermark, ter hoogte van de Al rechts bij hectometerpaal 118. (…) Nadat het voertuig staande werd gehouden heb ik, [verbalisant] , gebeld met de contact persoon welke in de signalering stond. In afwachting wat er met het voertuig moest gebeuren heb ik het voertuig bekeken op de technische staat. (…) Ik zag tijdens het controleren van de gordels een afwijking zitten in de bekleding aan de bijrijderskant. Ik zag dat de bekleding niet uit een geheel bestond. Ik zag dat er een horizontale naad zat aan de zijde van de passagierskant ter hoogte van de versnellingsbak. Ik heb verder de technische eisen van het voertuig bekeken en deze waren in orde. Ik zag wel bij de bestuurderszijde tijdens het bekijken van de gordel dat er ook een horizontale naad zat ter hoogte van de versnellingsbak. Ik zag dat de bekleding niet uit een geheel bestond.
Gezien de bovengenoemde afwijking bij de versnellingsbak, ambtshalve bekend is dat er vaker verborgen ruimtes worden aangetroffen in de cardanastunnel waar de versnellingsbak zit en in de ANPR-tekst stond het nauwkeurig bekijken van het voertuig heb ik het voertuig verder doorzocht.
Ik heb onder de auto gekeken ter hoogte van de versnellingsbak. Ik zag hier geen afwijkingen. Ik zag wel aan de achterzijde een nieuw uitziende bak wat leek op een ruimte voor een reservewiel. Ik ben naar de achterzijde van het voertuig gelopen en onder het voertuig gekeken. Ik zag een bak zitten welke nieuw eruit zag gezien de eerste toelating voertuig. Ik zag dat de bak mogelijk nieuw gespoten was. Ik zag dat de bak met vier schroeven vast zat vanaf de onderkant en niet vast gelast was. Ik heb de kofferbak geopend en zag dat er geen goederen in de kofferbak lagen. (…) Ik voelde dat er wat speling zat in de schuimbak maar deze er niet uit kreeg. (…) Hierop heb ik de bak met kracht naar boven getild en zag een ingang naar de bak welke onder het voertuig zat. Ik zag meerdere bruine blokken liggen. Mij is ambtshalve bekend dat vaak de inhoud van zulke bruine blokken harddrugs is.
Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende, samengevat en zakelijk weergegeven (p. 101-104)
Inbeslagnemingnr Goednr Object Bijzonderheden1 2559305 Verdovende mid (Cocaine Crack) 1 blok, vermoedelijk 1 kilo
2 2559310 idem idem
3 2559313 idem idem
4 2559316 idem idem
5 2559317 idem idem
6 2559319 idem idem
7 2559320 idem idem
8 2559324 idem idem
9 2559325 idem idem
10 2559326 idem idem
nr
Goednr:
PL0600-2021332854-
SIN-nr
SIN-nr van het genomen monster
Gewicht
Uitslag kleurtest
1
2559305
AAOM5215NL
AAOX1376NL
998,56 gram
Cocaïne
2
2559310
AAOM5214NL
AAOX1377NL
999,80 gram
Cocaïne
3
2559313
AAOM5213NL
AAOX1396NL
990,50 gram
Cocaïne
4
2559316
AAOM5212NL
AAOX1397NL
1000,63 gram
Cocaïne
5
2559317
AAOM5211NL
AAOX1398NL
1001,30 gram
Cocaïne
6
2559319
AAOM5210NL
AAOX1371NL
1001,13 gram
Cocaïne
7
2559320
AAOM5209NL
AAOX1378NL
998,74 gram
Cocaïne
8
2559324
AAOM5208NL
AAOX1379NL
1091,00 gram
Cocaïne
9
2559325
AAOM5207NL
AAOX2490NL
1002,52 gram
Cocaïne
10
2559326
AAOM5206NL
AAOX1380NL
1004,20 gram
Cocaïne
4. Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , zakelijk weergegeven (p. 49-55):
5. Een NFI-rapport van 4 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 007) opgesteld door ing. A.B.M. van Esch - de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (nagezonden):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1376NL Blok, wit, uit 998,56 gram Bevat cocaïne
6. Een NFI-rapport van 4 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 006) opgesteld door ing. A.B.M. van Esch - de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (nagezonden):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1377NL Blok, wit, uit 999,80 gram Bevat cocaïne
7. Een NFI-rapport van 4 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 001) opgesteld door ing. A.B.M. van Esch - de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (nagezonden):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1396NL Blok, wit, uit 990,50 gram Bevat cocaïne
8. Een NFI-rapport van 4 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 008) opgesteld door ing. A.B.M. van Esch - de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (nagezonden):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1397NL Blok, wit, uit 1000,63 gram Bevat cocaïne
9. Een NFI-rapport van 5 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 009) opgesteld door ing. F. Wallace, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (nagezonden):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1398NL Blok, wit, uit 1001,30 gram Bevat cocaïne
10. Een NFI-rapport van 3 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 005) opgesteld door ing. F. Wallace, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (dossier p. 73):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1371NL Blok, wit, uit 1001,13 gram Bevat cocaïne
11. Een NFI-rapport van 3 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 004) opgesteld door ing. F. Wallace, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (dossier p. 72):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1378NL Blok, wit, uit 998,74 gram Bevat cocaïne
12. Een NFI-rapport van 3 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 003) opgesteld door ing. F. Wallace, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (dossier p. 71):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1379NL Blok, wit, uit 1091,00 gram Bevat cocaïne
13. Een NFI-rapport van 3 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 002) opgesteld door ing. F. Wallace, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (nagezonden):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX2490NL Blok, wit, uit 1002,52 gram Bevat cocaïne
14. Een NFI-rapport van 3 augustus 2021, zaaknummer 2021.08.03.108 (aanvraag 001) opgesteld door ing. F. Wallace, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende het resultaat van identificatieonderzoek, zakelijk weergegeven (nagezonden):
Kenmerk Omschrijving FO ConclusieAAOX1380NL Blok, wit, uit 1004,20 gram Bevat cocaïne