ECLI:NL:RBOVE:2021:4681

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 december 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
08.135086.20 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van medische documenten en frauduleuze sollicitaties door een 33-jarige vrouw

Op 13 december 2021 heeft de Rechtbank Overijssel een 33-jarige vrouw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De vrouw had een ziekelijke drang om als arts te werken en vervalste verschillende documenten, waaronder een diploma geneeskunde, een paspoort, een CV en een zorgregistratie. Deze vervalste documenten gebruikte zij bij minstens 15 sollicitaties, waarbij zij in sommige gevallen daadwerkelijk aan de slag ging in medische functies. De rechtbank oordeelde dat de vrouw zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrift, oplichting en het zonder vergunning verrichten van medische handelingen, wat een aanzienlijke kans op schade aan de gezondheid van anderen met zich meebracht. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de vrouw gedurende een lange periode op geraffineerde wijze had gefraudeerd en dat haar handelen het vertrouwen in de gezondheidszorg ernstig had ondermijnd. De rechtbank hield rekening met de psychische problemen van de vrouw, maar vond de ernst van de feiten zodanig dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gerechtvaardigd was. De benadeelde partijen, waaronder zorginstellingen, hebben schadevergoeding gevorderd, die door de rechtbank werd toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.135086.20 (P)
Datum vonnis: 13 december 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 november 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G. Pol en van wat door verdachte en haar raadsman mr. R. van Veen, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 29 november 2021, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich heeft uitgegeven als arts door documenten zoals een diploma en paspoort te vervalsen en het BIG-registratienummer van een ander te gebruiken en die documenten over te leggen bij sollicitaties bij verschillende medische instanties en cosmetische klinieken zoals ziekenhuizen en huisartsen(posten), waar zij vervolgens in sommige gevallen daadwerkelijk heeft gewerkt en (deels aan een arts voorbehouden) handelingen heeft verricht die een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van anderen zouden kunnen veroorzaken.
De tenlastelegging, zoals deze luidt na de vordering aanpassing omschrijving ex art 314a Sv, is als afschrift aan dit vonnis gehecht.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De raadsman heeft betoogd dat de dagvaarding waar het ziet op het eerste deel van feit 5 partieel nietig dient te worden verklaard omdat de formulering onbegrijpelijk is. Dit verweer wordt door de rechtbank verworpen omdat het betreffende deel naar het oordeel van de rechtbank voldoende bepaald is, zoals is vereist op grond van artikel 261 Sv. Ook ter terechtzitting is niet gebleken dat daarover enige onduidelijkheid heeft bestaan.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat hetgeen verdachte wordt verweten wettig en overtuigend te bewijzen is en heeft daarbij met name gewezen op de aangiften van de diverse zorginstellingen en de (grotendeels) bekennende verklaringen die verdachte heeft afgelegd tegenover de politie en ter terechtzitting.
Niet bewezen kan worden verklaard:
  • het gebruik van een vervalst paspoort en diploma ten aanzien van een aantal werkgevers;
  • het vervalsen van het BIG-registratienummer, omdat het hierbij niet gaat om een geschrift als bedoeld in artikel 225 Sr., maar slechts een nummer dat is vermeld in het CIBG document;
  • de verweten oplichting van [huisartsenzorg] .
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich in grote lijnen ten aanzien van de bewezenverklaring met uitzondering van hetgeen verdachte onder feit 7 wordt verweten. De raadsman voegt daar wel aan toe dat bij een aantal van de genoemde gedragingen in de tenlastelegging sprake is van eendaadse samenloop dan wel voortgezette handeling.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle zeven feiten, zoals deze zijn vermeld in de uiteindelijke dagvaarding, met dien verstande dat de rechtbank met de officier van justitie van oordeel is dat een BIG-registratienummer niet kan gelden als een geschrift in de zin van artikel 225 Sr en dat onvoldoende bewijs aanwezig is voor de valsheid en oplichting jegens [huisartsenzorg] .
Het dossier bevat onvoldoende bewijs dat verdachte door middel van het verstrekken van valse documenten heeft gesolliciteerd bij en salaris heeft ontvangen van [huisartsenzorg] .
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - omdat verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
in alle feiten:
- het proces-verbaal ter terechtzitting van 29 november 2021, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
t.a.v. feiten 1, 2 en 3, 5 en 6.
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , senior-inspecteur bij de I.G.J. d.d.
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , senior inspecteur bij de I.G.J. d.d.
  • het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] , inspecteur/rechercheur bij de I.G.J. d.d. 8 september 2020, p. 289 tot en met 298;
  • het proces-verbaal van bevindingen ‘Onderzoek in beslag genomen USB sticks [omschrijving] ’ van 9 februari 2021, opgemaakt door verbalisant
  • het proces-verbaal van bevindingen ‘PV bevindingen [kliniek 1] ’ van
  • het proces-verbaal van bevindingen ’Raadplegen BIG-register’ van 14 mei 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , p. 168-169;
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , inspecteur bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van 30 oktober 2020, ten aanzien van [gezondheidscentrum] B.V., p. 418-421;
  • het proces-verbaal van bevindingen ‘Contact [ziekenhuis 2] ’ van 10 november 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inclusief bijlagen p. 360-367;
  • het proces-verbaal van bevindingen t.a.v. [ziekenhuis 3] , [kliniek 2] , [kliniek 3] , van 19 april 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , p. 495-498;
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] namens [zorginstelling 2] van
  • het proces-verbaal van bevindingen ‘Resultaat 126 nd [bedrijf 1] ’ van 19 januari 2021, inclusief bijlagen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , p. 400-416;
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , inspecteur bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van 20 mei 2020, p. 52-59;
  • het proces-verbaal van bevindingen ‘Contact [huisartsenpost 1] ’ van
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] namens [ziekenhuis 4] en [aangever 5] namens het [ziekenhuis 5] ( [ziekenhuis 5] ) van 31 augustus 2020, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] , inclusief bijlagen, p. 340-343;
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , inspecteur bij de I.G.J. namens [gezondheidscentrum] B.V. van 30 oktober 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , p. 417 e.v.
  • aangifte door [aangever 6] d.d. 2 februari 2021, namens het [bedrijf 1] ( [bedrijf 1] ), p. 638 e.v.
t.a.v. feit 4
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 3 juli 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , p. 643-646.
t.a.v. feit 7
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte bij de daarin genoemde vier instellingen ( [huisartsenpost 2] , [zorginstelling 2] , [kliniek 1] en het [zorginstelling 3] ) geen voorbehouden handelingen heeft verricht en ook overigens geen handelingen heeft verricht die een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van anderen zouden kunnen veroorzaken.
Verdachte heeft aangevoerd dat zij de (voorbehouden) handelingen tijdens twee nachtdiensten, zoals [huisartsenpost 2] die in het journaal heeft vastgelegd, niet kan hebben verricht, omdat zij op die momenten (18 maart 2017 en 9 april 2017) in Turkije verbleef. Volgens verdachte is haar naam ten onrechte gebruikt. Op basis van onderzoek naar de stempels in het paspoort van verdachte, trekt IGJ de conclusie dat verdachte op voornoemde data niet in Turkije was. [2]
De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de aangiften, de verklaringen en de schriftelijke en telefonische aanvullende informatie die is verstrekt door bovengenoemde instellingen. Dit geldt ook voor de informatie over de nachtdiensten bij [huisartsenpost 2] . Uit die bewijsmiddelen blijkt dat verdachte weldegelijk zonder noodzaak handelingen op het gebied van individuele gezondheidszorg heeft verricht met een aanmerkelijk kans op schade aan de gezondheid van anderen terwijl zij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat die aanmerkelijke kans bestond. [3]
Dit betreft deels ook voorbehouden handelingen te weten het meerdere keren voorschrijven van een UR-geneesmiddel en toedienen van injecties tijdens haar dienstverband bij [huisartsenpost 2] en het toedienen van vaccinaties en voorschijven van een UR-geneesmiddel tijdens haar dienstverband bij [zorginstelling 2] .
Ook dit feit acht de rechtbank derhalve wettig en overtuigend bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 tot en met 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1
zij in de periode van maart 2020 tot en met 20 mei 2020, in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse of een vervalst(e) diploma, document en een cv te weten
  • een vervalst artsendiploma van de [instelling 1] ;
  • een vervalst CIBG document;
  • een vals curriculum vitae (CV);
zijnde alle geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij, verdachte bovengenoemde diploma/document/cv heeft aangeboden en ingediend en overlegd aan het [ziekenhuis 1] ( [adres 2] ), te weten voornoemd artsendiploma, CIBG document en CV, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om ANIOS SEH (arts niet in opleiding tot specialist Spoedeisende Hulp) te kunnen worden en/of als ANIOS SEH aangesteld te kunnen worden en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op dat diploma/document/cv valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld of weergegeven:
  • op het artsendiploma: dat verdachte dat in 2016 had behaald en ten bewijze daarvan dit diploma aan verdachte is afgegeven;
  • op het CBIG document: dat dit document wordt gebruikt als aan verdachte afgegeven;
  • op het CV: het vermelden van niet gevolgde/afgeronde opleidingen en onjuiste/onbevoegde werkervaringen.
2
zij in de periode van november 2016 tot en met maart 2020, in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse of een vervalst(e) diploma, documenten en een cv te weten
  • een vervalst artsendiploma van de [instelling 1] ;
  • een vervalst CIBG document;
  • een vals curriculum vitae (CV);
  • een vervalst kopie van een paspoort,
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen – als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij, verdachte bovengenoemde diploma/document/cv heeft aangeboden en ingediend en overlegd,
in de periode van januari tot en met februari 2017 bij [gezondheidscentrum] B.V. ( [adres 3] ), te weten voornoemde kopie paspoort om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om arts bij [gezondheidscentrum] B.V. te kunnen worden en als arts bij [gezondheidscentrum] B.V. aangesteld te kunnen worden en via [gezondheidscentrum] B.V. als arts aangesteld te kunnen worden bij [huisartsenpost 2] te Utrecht
en
in de periode van maart 2018 tot en met april 2018 bij het [ziekenhuis 2] ( [adres 4] ), te weten voornoemd artsendiploma en paspoort om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om als arts-assistent cardiologie bij het [ziekenhuis 2] te kunnen worden en als arts-assistent cardiologie bij het [ziekenhuis 2] aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van mei 2018 tot en met juni 2018 bij het [ziekenhuis 3] (te Den Haag), te weten voornoemd CV om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist) cardiologie bij het [ziekenhuis 3] te kunnen worden en als ANIOS cardiologie aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van juni 2018 tot en met augustus 2018 bij [zorginstelling 2] ( [adres 5] ), te weten voornoemd artsendiploma en CIBG document en kopie paspoort om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om vaccinatiearts bij [zorginstelling 2] te kunnen worden en als vaccinatiearts bij [zorginstelling 2] aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van juni 2018 tot en met september 2018 bij het [bedrijf 1] ( [adres 6] ), te weten voornoemd artsendiploma en CIBG document om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om basisarts/verzekeringsarts bij het [bedrijf 1] te kunnen worden en als basisarts/verzekeringsarts bij het [bedrijf 1] aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van augustus 2018 tot en met november 2018 bij [kliniek 1] ( [adres 7] ), te weten voornoemd artsendiploma, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om slaapwacht/basisarts bij [kliniek 1] te kunnen worden en als slaapwacht/basisarts bij [kliniek 1] aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van januari 2019 tot en met februari 2019 bij de [gezondheidscentrum] ( [adres 8] ), te weten voornoemd artsendiploma en CIBG document, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist) psychiatrische crisisdienst regio Eemland te kunnen worden en als ANIOS psychiatrische crisisdienst regio Eemland aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van januari 2019 tot en met februari 2019 bij [kliniek 2] ( [adres 9] ), te weten voornoemd artsendiploma en kopie paspoort en CV, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om basisarts/cosmetisch arts bij [kliniek 2] te kunnen worden en als basisarts/cosmetisch arts bij [kliniek 2] aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van februari 2019 tot en met maart 2019 bij het [kliniek 3] ( [adres 10] ), te weten voornoemd CV, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist) basisarts bij [kliniek 3] te kunnen worden en als ANIOS basisarts bij [kliniek 3] aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van april 2019 tot en met mei 2019 bij [huisartsenpost 1] ( [adres 11] ), te weten voornoemd artsendiploma, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om basisarts bij de [huisartsenpost 1] te kunnen worden en als basisarts bij de [huisartsenpost 1] aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van mei 2019 tot en met juni 2019 bij [zorginstelling 4] ( [adres 12] ), te weten voornoemde CV om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om keuringsarts bij [zorginstelling 4] te kunnen worden en als keuringsarts bij [zorginstelling 4] aangesteld te kunnen worden
en
in de periode van juni 2019 tot en met juli 2019 bij het [ziekenhuis 4] ( [ziekenhuis 4] ) en [ziekenhuis 5] ( [ziekenhuis 5] ) ( [adres 13] ), te weten voornoemd artsendiploma en CV en kopie paspoort, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld om basisarts en arts-onderzoeker te kunnen worden en als basisarts en arts-onderzoeker aangesteld te kunnen worden,
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op dat diploma/document/cv valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld en weergegeven:
- op het artsendiploma: dat verdachte dat in 2016 had behaald en ten bewijze daarvan dit diploma aan verdachte is afgegeven;
- op het CBIG document: dat dit document wordt gebruikt als aan verdachte afgegeven;
- op het CV: het vermelden van niet gevolgde/afgeronde opleidingen en onjuiste/onbevoegde
werkervaringen;
- op het kopie van het paspoort: dat de voornaam [verdachte] was gewijzigd in [slachtoffer] als ware de voornaam van verdachte [slachtoffer] ;
3
zij in de periode van 1 november 2016 tot en met 20 mei 2020, in Nederland, geschriften, te weten
  • een artsendiploma van de [instelling 1] en
  • een CIBG document en
  • een curriculum vitae (CV) en
  • een (kopie van) Nederlands paspoort,
die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst, door
  • voornoemd artsendiploma van een ander persoon te fotograferen,
  • voornoemde geschriften van internet te downloaden,
  • op dat artsendiploma en die geschriften haar (verdachtes) gegevens te vermelden en
  • op enige andere wijze die geschriften te vervalsen,
met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
4
zij in de periode van februari 2017 tot en met 20 mei 2020, in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten [slachtoffer] geboren op 2 april 1992, meermalen heeft gebruikt door
  • het BIG registratienummer toebehorend aan die voornoemde [slachtoffer] en
  • het vervalste CIBG document en
  • de voornaam en de achternaam en initialen van die [slachtoffer] en
  • een combinatie van deze persoonsgegevens
tijdens sollicitatie procedures deze gegevens al dan niet op schrift te vermelden en te gebruiken en te verstrekken aan potentiële werkgevers, met het oogmerk om haar identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
5
zij in de periode van januari 2017 tot en met juni 2020 in Nederland, meermalen, (telkens) met het oogmerk om zich te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels, [gezondheidscentrum] / [huisartsenpost 2] en het [ziekenhuis 2] en [kliniek 1] en [zorginstelling 2] en [kliniek 2] en [kliniek 3] en [zorginstelling 3] B.V. en [zorginstelling 4] en [huisartsenpost 1] en [ziekenhuis 4] / [ziekenhuis 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal 64090,23 euro, door in de periode van januari 2017 tot en met juli 2017 [gezondheidscentrum] B.V. en/of [huisartsenpost 2] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig geldbedrag door
-
zich voor te doen als arts, in ieder geval als in Nederland c.q. naar Nederlandse maatstaven gediplomeerd of bonafide arts en
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van praktijkondersteuner en daarbij een
  • valselijk opgemaakt document te overhandigen, te weten een (kopie) vals paspoort en
  • een valselijke BIG registratie te verstrekken en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door [gezondheidscentrum]
  • of [huisartsenpost 2] een arbeidsovereenkomst als praktijkondersteuner is aangeboden en
(vervolgens) nadat zij was aangenomen werkzaamheden te verrichten behorende bij de functie, te weten (onder andere) het voorschrijven van geneesmiddelen en het geven van injecties en het opmaken van een verklaring overlijden en een of meer handelingen op het gebied van individuele gezondheidszorg waarvoor de deskundigheid of opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist, waardoor [gezondheidscentrum] B.V. en [huisartsenpost 2] (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van maart 2018 tot en met mei 2018 het [ziekenhuis 2] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig geldbedrag, door
-
zich voor te doen als arts en,
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van arts-assistent cardiologie en daarbij
  • valselijk opgemaakte documenten te overhandigen, waaronder een (kopie) vals paspoort en een (kopie) vals diploma en
  • een valselijke BIG registratie te verstrekken en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door het [ziekenhuis 2] een
arbeidsovereenkomst als arts-assistent cardiologie is aangeboden en
- (
(vervolgens) nadat zij was aangenomen een introductie bij te wonen en toetsen te maken
en cursussen te volgen die bestemd zijn voor (startende) artsen, waardoor het [ziekenhuis 2] (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van augustus 2018 tot en met maart 2019 [kliniek 1] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig geldbedrag, door
  • zich voor te doen als arts,
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van basisarts en Slaaparts Basisarts/POS (preoperatieve screening) en daarbij
  • een (kopie) vals diploma en een valse titerbepaling te verstrekken
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door [kliniek 1] een
  • arbeidsovereenkomst als basisarts en/of Slaaparts Basisarts/POS is aangeboden en
  • (vervolgens) nadat zij was aangenomen werkzaamheden te verrichten behorende bij de functie, te weten het doorlopen van een inwerktraject en het voeren van polispreekuren en het uitvoeren van preoperatieve screeningen en een of meer handelingen op het gebied van individuele gezondheidszorg waarvoor de deskundigheid en opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist,
waardoor [kliniek 1] (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van juni 2018 tot en met mei 2019 [zorginstelling 2] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig goed te weten enig geldbedrag en een personeelspasje door
  • zich voor te doen als arts, en
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van vaccinatiearts en daarbij
  • valselijk opgemaakte documenten te overhandigen, waaronder een (kopie) vals paspoort en een (kopie) vals diploma en
  • een valselijke BIG registratie te verstrekken en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door [zorginstelling 2] een arbeidsovereenkomst als vaccinatiearts is aangeboden en
  • (vervolgens) nadat zij was aangenomen een inwerktraject te volgen en werkzaamheden te verrichten behorende bij de functie, te weten (onder andere) het voorschrijven van recepten en het toedienen van vaccinaties en handelingen op het gebied van individuele gezondheidszorg waarvoor de deskundigheid of opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist,
waardoor [zorginstelling 2] (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van januari 2019 tot en met april 2019 [kliniek 2] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en enig geldbedrag, door
  • zich voor te doen als arts,
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van basisarts en daarbij een curriculum vitae te overhandigen dat niet volgens de waarheid was ten aanzien van de opgevoerde werkervaring en opleidingen, door daarin (onder andere) te vermelden dat zij, verdachte, een doctoraal diploma in de geneeskunde heeft behaald en
  • valselijk opgemaakte documenten te overhandigen, waaronder een (kopie) vals paspoort en een (kopie) vals diploma
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door [kliniek 2] een arbeidsovereenkomst als praktijkondersteuner is aangeboden en
- (
(vervolgens) nadat zij was aangenomen werkzaamheden te verrichten behorende bij de functie, te weten het geven van botox-injectief en handelingen op het gebied van individuele gezondheidszorg waarvoor de deskundigheid en opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist,
waardoor [kliniek 2] (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van februari 2019 tot en met augustus 2019 [kliniek 3] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig geldbedrag, door
  • zich voor te doen als arts,
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van ANIOS (basis)arts en daarbij een curriculum vitae te overhandigen dat niet volgens de waarheid was ten aanzien van de opgevoerde werkervaring en opleidingen, door daarin (onder andere) te vermelden dat zij, verdachte, een doctoraal diploma in de geneeskunde heeft behaald en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door [kliniek 3] een arbeidsovereenkomst als ANIOS (basis)arts is aangeboden en
  • (vervolgens) nadat zij was aangenomen werkzaamheden te verrichten behorende bij de functie, te weten het uitvoeren van consulten en/of een of meer handelingen op het gebied van individuele gezondheidszorg waarvoor de deskundigheid en opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist, waardoor [kliniek 3] (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van april 2019 tot en met september 2019 [zorginstelling 3] B.V. te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig geldbedrag, door
  • zich voor te doen als arts,
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van (basis)arts en/of medisch specialist en tijdens haar sollicitatiegesprek voor deed komen dat zij afgestudeerd (basis)arts was en dat zij, verdachte, bezig was met een promotieonderzoek in het [ziekenhuis 6] en
  • een valselijke BIG registratie te verstrekken en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door een arbeidsovereenkomst als
(basis)art is aangeboden en
- (
(vervolgens) nadat zij was aangenomen werkzaamheden te verrichten behorende bij de functie, te weten het voeren van gesprekken met patiënten, het behandelen van mensen met kanker door middel van hyperthermie en handelingen op het gebied van individuele
gezondheidszorg waarvoor de deskundigheid en/of opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist,
waardoor [zorginstelling 3] B.V. (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van mei 2019 tot en met juni 2020 [zorginstelling 4] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig goed te weten een lichtkast voor oogmeting, (twee) bloeddrukmeter(s) en een pinautomaat en urinestickers en een verlengsnoer en een rolmaat en pinrollen en een laptop met oplader (merk: Dell) en een KPN dongel en een naamstempel [zorginstelling 4] en een [bedrijf 2] B.V. en enig geldbedrag, door
  • zich voor te doen als arts,
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van keuringsarts en daarbij een curriculum vitae te overhandigen dat niet volgens de waarheid was ten aanzien van de opgevoerde werkervaring en opleidingen, door daarin (onder andere) te vermelden dat zij, verdachte, een doctoraal diploma in de geneeskunde heeft behaald
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door [zorginstelling 4] een arbeidsovereenkomst als keuringsarts is aangeboden en
  • (vervolgens) nadat zij was aangenomen werkzaamheden te verrichten behorende bij de functie, te weten (onder andere) het (lichamelijk) onderzoeken van cliënten en het invoeren van keuringsformulieren en handelingen op het gebied van individuele gezondheidszorg waarvoor de deskundigheid en opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist,
waardoor [zorginstelling 4] (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van april 2019 tot en met december 2019 [huisartsenpost 1] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig geldbedrag, door
  • zich voor te doen als arts,
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van (basis)arts en medewerker triage en
tijdens haar sollicitatiegesprek voor deed komen dat zij afgestudeerd (basis)arts was en
  • een valselijk opgemaakt document te overhandigen, te weten een (kopie) vals diploma en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door een arbeidsovereenkomst als
(basis)art en/of medewerker triage is aangeboden en
- (
(vervolgens) nadat zij was aangenomen met een inwerktraject te starten en deel te nemen aan een reanimatietraining en een interne opleiding te volgen,
waardoor [huisartsenpost 1] (telkens) werd bewogen tot vorenomschreven afgifte;
en
in de periode van juni 2019 tot en met oktober 2019 het [ziekenhuis 4] en [ziekenhuis 5] te bewegen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig goed, te weten een personeelspasje en enig geldbedrag, door
  • zich voor te doen als arts,
  • in die hoedanigheid te solliciteren op de functie van Arts onderzoeker en daarbij een curriculum vitae te overhandigen dat niet volgens de waarheid was ten aanzien van de opgevoerde werkervaring en opleidingen, door daarin (onder andere) te vermelden dat zij, verdachte, een doctoraal diploma in de geneeskunde heeft behaald en
  • valselijk opgemaakte documenten te overhandigen, waaronder een (kopie) vals paspoort en een (kopie) vals diploma en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen door [ziekenhuis 4] en
[ziekenhuis 5] een arbeidsovereenkomst als Arts onderzoeker is aangeboden en
- (
(vervolgens) nadat zij was aangenomen een inwerktraject te volgen en werkzaamheden te verrichten behorende bij de functie, te weten een of meer handelingen op het gebied van
individuele gezondheidszorg waarvoor de deskundigheid en opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist,
waardoor het [ziekenhuis 4] en/of [ziekenhuis 5] (telkens) werd bewogen tot
vorenomschreven afgifte;
6
zij in de periode van januari 2019 tot en met mei 2020 in Nederland meermalen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [zorginstelling 1] en het [ziekenhuis 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het verlenen van een dienst, te weten het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en de afgifte van enig goed, te weten salaris, in de periode van januari 2019 tot en met februari 2019 [zorginstelling 1] heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig goed, te weten salaris,
  • zich voor heeft gedaan als arts,
  • in die hoedanigheid heeft gesolliciteerd op de functie van ANIOS en daarbij
  • valselijk opgemaakte documenten heeft overhandigd, waaronder een (kopie) vals diploma en
  • een valselijke BIG registratie heeft verstrekt en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen een arbeidsovereenkomst als ANIOS is aangeboden en
  • (vervolgens) dit dienstverband is aangegaan, terwijl voor de werkzaamheden behorende bij de functie de deskundigheid en/of opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist,
en
in de periode van maart 2020 tot en met mei 2020 het [ziekenhuis 1] heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten een dienstverband en tot de afgifte van enig goed, te weten salaris,
  • zich voor heeft gedaan als arts,
  • in die hoedanigheid heeft gesolliciteerd op de functie van ANIOS Spoedeisende Hulp en daarbij een curriculum vitae heeft overhandigd dat niet volgens de waarheid was ten aanzien van de opgevoerde werkervaring en opleidingen, door daarin (onder andere) heeft vermeld dat zij, verdachte, een doctoraal diploma in de geneeskunde heeft behaald en
  • een valselijk opgemaakt document heeft overhandigd, te weten een (kopie) vals diploma en
  • een valselijk en/of onjuiste BIG registratie heeft verstrekt en
  • waardoor onder bovengenoemde valse voorwendselen een arbeidsovereenkomst als ANIOS Spoedeisende Hulp is aangeboden en
- (
(vervolgens) dit dienstverband is aangegaan, terwijl voor de werkzaamheden behorende bij deze functie de deskundigheid en/of opleiding van een (gediplomeerd) (basis)arts is vereist,
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
7
zij in de periode van maart 2017 tot en met april 2017 bij [huisartsenpost 2] in Nederland terwijl zij, verdachte, niet ingeschreven stond in een register (overeenkomstig het bepaalde artikel 3 eerste lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, het zogenaamde BIG-register), buiten noodzaak een (of meer) (be)handelingen heeft verricht en uitgevoerd op het gebied van de individuele gezondheidzorg, te weten
- het handelen in de richting van patiënten als ware zij een bevoegd en bekwaam (huis)arts en
- het (zonder supervisie) verrichten van consulten bij patiënten die zich met een medische
hulpvraag tot een huisarts van [huisartsenpost 2] hebben gericht en
- het (zonder supervisie) stellen van diagnoses bij individuele patiënten en
- het geven van medische adviezen aan (ouders van) individuele patiënten en
- het ambulant behandelen van individuele patiënten en
- het ter hand stellen van medicatie en
- het voorschrijven van UR-geneesmiddelen (uitsluitend recept geneesmiddelen) terwijl dit een voorbehouden handeling betreft en
- het geven van injecties terwijl dit een voorbehouden handeling betreft,
terwijl zij zichzelf bij het verrichten van bovengenoemde (be)handelingen, redelijkerwijs niet
(voldoende) bekwaam en bevoegd kon of mocht achten en verdachte (derhalve) wist dat zij schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander, te weten de door haar geziene patiënten bij [huisartsenpost 2] heeft veroorzaakt, bestaande die (aanmerkelijke kans op) schade uit (onder meer):
- het (mogelijk) stellen van (een) foutieve/onjuiste diagnose(s) en
- het starten van een foutieve/onjuiste behandeling en
- vertraging in de diagnostiek en geïndiceerde behandeling en
- het optreden van (ernstige) bijwerkingen van voorgeschreven UR-geneesmiddelen en
- (daardoor) het optreden van (een) (ernstige) complicatie(s) en
- (daardoor) verergering of aanhouden van de ervaren klachten en
- (daardoor) tijdelijke en/of permanente lichamelijke schade voor de door haar behandelde
patiënten,
en
zij in of omstreeks de periode van augustus 2018 tot en met december 2018 bij [zorginstelling 2] B.V. en [zorginstelling 2] en/of [zorginstelling 2] B.V. te Hoofddorp en elders in Nederland, terwijl zij, verdachte, niet ingeschreven stond in een register
(overeenkomstig het bepaalde artikel 3 eerste lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, het zogenaamde BIG-register), buiten noodzaak (be)handelingen heeft verricht en uitgevoerd op het gebied van de individuele gezondheidzorg, te weten
- het handelen in de richting van patiënten als ware zij een bevoegd en bekwaam arts en
- het voorschrijven van UR- geneesmiddelen terwijl dit een voorbehouden handeling betreft en
- het toedienen van (reis)vaccinaties terwijl dit een voorbehouden handeling betreft en
- het geven van (gedrags)adviezen,
terwijl zij zichzelf bij het verrichten van bovengenoemde (be)handelingen, redelijkerwijs niet
(voldoende) bekwaam en bevoegd kon of mocht achten en verdachte (derhalve) wist dat zij schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander, te weten haar patiënten bij [zorginstelling 2] B.V. en/of [zorginstelling 2] B.V. heeft veroorzaakt, bestaande die (aanmerkelijke kans op) schade uit (onder meer):
- het optreden van (ernstige) bijwerkingen van voorgeschreven UR-geneesmiddelen en
- (ernstige) complicaties door onjuist handelen bij het optreden van (een) allergische reactie(s) ten gevolge van de toegediende vaccinatie en
- (daardoor) tijdelijke en/of permanente lichamelijke schade voor de door haar behandelde
patiënten,
en
zij in de periode van augustus 2018 tot en met april 2019 bij [kliniek 1] te Naarden, terwijl zij, verdachte, niet ingeschreven stond in een register (overeenkomstig het bepaalde artikel 3 eerste lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, het zogenaamde BIG-register), buiten noodzaak (be)handelingen heeft verricht en/of uitgevoerd op het gebied van de individuele gezondheidzorg, te weten
- het handelen in de richting van patiënten als ware zij een bevoegd en bekwaam arts en
- het (zonder supervisie) verrichten van lichamelijk onderzoek en
- het (zonder supervisie) voeren van preoperatieve gesprekken en
- het (zonder supervisie) voeren van poligesprekken,
terwijl zij zichzelf bij het verrichten van bovengenoemde (be)handelingen, redelijkerwijs niet
(voldoende) bekwaam en bevoegd kon of mocht achten en verdachte (derhalve) wist dat zij schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander, te weten haar patiënten bij [kliniek 1] heeft veroorzaakt, bestaande die (aanmerkelijke kans op) schade uit (onder meer):
- het stellen van foutieve/onjuiste diagnoses en
- (daardoor) het optreden van (ernstige) complicaties rondom en/of tijdens de operatie,
en
zij in de periode van oktober 2018 tot en met november 2018 bij [huisartsenzorg] te Ede, terwijl zij, verdachte, niet ingeschreven stond in een register (overeenkomstig het bepaalde artikel 3 eerste lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, het zogenaamde BIG-register), buiten noodzaak (be)handelingen heeft verricht en uitgevoerd op het gebied van de individuele gezondheidzorg, te weten
- het handelen richting patiënten als ware zij een bevoegd en bekwaam zorgverlener en
- het (zonder supervisie) verrichten van werkzaamheden als doktersassistent en
- het (zonder supervisie) beantwoorden van (telefonische) hulpvragen,
terwijl zij zichzelf bij het verrichten van bovengenoemde (be)handeling(en), redelijkerwijs niet (voldoende) bekwaam en bevoegd kon of mocht achten en verdachte (derhalve) wist dat zij schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander, te weten patiënten bij [huisartsenzorg] , heeft veroorzaakt, bestaande die (aanmerkelijke kans op) schade uit (onder meer):
- het mogelijk maken van een verkeerde beoordeling van de ernst van de gezondheidssituatie van patiënten en
- het (mogelijk) geven van onjuist advies en
- vertraging in de diagnostiek en geïndiceerde behandeling en
- (daardoor) verergering of aanhouden van de ervaren klachten en
- (daardoor) tijdelijke en/of permanente lichamelijke schade,
en
zij in de periode van juni 2019 tot en met september 2019 bij [zorginstelling 3] B.V. in Nederland terwijl zij, verdachte, niet ingeschreven stond in een register (overeenkomstig het bepaalde artikel 3 eerste lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, het zogenaamde BIG-register), buiten noodzaak (be)handelingen heeft verricht en/of uitgevoerd op het gebied van de individuele gezondheidzorg, te weten
- het handelen richting patiënten als ware zij een bevoegd en bekwaam arts en
- het voeren van gesprekken met patiënten en
- het uitvoeren van hyperthermie behandelingen,
terwijl zij zichzelf bij het verrichten van bovengenoemde (be)handelingen, redelijkerwijs niet (voldoende) bekwaam en bevoegd kon of mocht achten en verdachte (derhalve) wist dat zij schade of een aanmerkelijke kans op benadeling van de gezondheid van een ander, te weten haar patiënten bij [zorginstelling 3] heeft veroorzaakt, bestaande die (aanmerkelijke kans op) benadeling van de gezondheid uit (onder meer):
- het geven van onjuiste informatie/voorlichting en
- het op onjuiste wijze uitvoeren van hyperthermie behandelingen en
- (maandenlange) vertraging van de geïndiceerde behandeling en
- (daardoor) verergering of aanhouden van de ervaren klachten en
- (daardoor) tijdelijke of permanente lichamelijke schade en benadeling van de gezondheid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 tot en met 7 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 225, 231b en 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), alsmede in artikel 96 (oud en nieuw) van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1
Opzettelijk gebruik maken van een valse of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid (Sr), als ware het echt en onvervalst.
Feit 2
Opzettelijk gebruik maken van een valse of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid (Sr), als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Feit 3
Valsheid in geschrift.
Feit 4(eendaadse samenloop met feiten 1 en 2)
Identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan.
Feit 5
Oplichting, meermalen gepleegd.
Feit 6
Poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
Feit 7
Het buiten noodzaak verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg wetende dat benadeling of een aanmerkelijke kans op benadeling van de gezondheid van een ander wordt veroorzaakt.
De rechtbank stelt vast dat hetgeen bewezen is verklaard onder de feiten 4 in eendaadse samenloop is gepleegd met de feiten onder 1 en 2. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een voortgezette handeling. Aan het vervalsen van documenten, het gebruik maken van die vervalste documenten, het steeds opnieuw in dienst treden bij een nieuwe instelling en het daadwerkelijk gaan uitoefenen van werkzaamheden in dat nieuwe dienstverband, ligt steeds een nieuw wilsbesluit van verdachte ten grondslag.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor hetgeen door de rechtbank bewezen is verklaard.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door Reclassering Nederland.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht bij een bewezenverklaring geen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Vast staat dat verdachte gedurende een - relatief lange - periode van ruim drie jaren een vijftiental sollicitatieprocedures bij diverse instellingen heeft doorlopen met gebruikmaking van valse papieren en documenten met als doel om (daartoe onbevoegd) te gaan werken in een (para) medisch beroep. Tijdens deze periode heeft verdachte zich gedurende een groot deel van haar tijd op geraffineerde wijze bezig gehouden met haar streven, voortkomend uit een ziekelijke drang, om als arts aan het werk te komen in een instelling om, zoals zij het zegt, goed te doen en mensen te helpen. Zij heeft in die periode een diploma geneeskunde, een paspoort, een CV alsmede een BIG-document vervalst dan wel valselijk opgemaakt om daarmee een op elkaar afgestemde onderbouwing te hebben van haar gefingeerde bevoegdheid en ervaring als arts. Deze documenten heeft zij meermalen gebruikt, gericht op het verkrijgen van steeds een nieuwe dienstbetrekking als arts.
Verdachte heeft met haar handelen het systeem van onze gezondheidszorg, waarin de bevoegdheid van artsen is gebaseerd op een vereiste opleiding en de registratie in het zogeheten BIG-register, ernstig ondermijnd. Door frauduleus toedoen van verdachte heeft zij zonder noemenswaardige opleiding posities verworven die zij nooit had mogen krijgen.
Daargelaten dat instanties die afhankelijk zijn van BIG-geregistreerde personen kandidaten voor een vacature zorgvuldiger zouden hebben kunnen screenen, is het verdachte die keer op keer het systeem ondermijnt en risico’s aanvaard voor de gezondheid van anderen. Dat niet is gebleken van ernstige fouten is niet de verdienste van verdachte. Het op het spel zetten van de gezondheid van (kwetsbare) patiënten rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Zij heeft daarbij ook misbruik gemaakt van de identiteit van een ander, te weten die van [slachtoffer] . Laatstgenoemde heeft (wel) een zware opleiding tot arts moeten doorlopen en is de dupe geworden van het frauduleuze handelen van verdachte. Ook van het vertrouwen van een oud-studiegenoot die haar kamer tijdelijk aan verdachte heeft onderverhuurd, heeft zij misbruik gemaakt, door haar geneeskundediploma’s en cijferlijsten te kopiëren en te vervalsen.
Ook rekent de rechtbank verdachte zwaar aan dat zij tevens misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat de diverse zorginstellingen hadden in haar handelen door haar een functie aan te bieden waarvoor medische deskundigheid en medische vaardigheden van doorslaggevend belang zijn.
Vorenstaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat de ernst van de gepleegde strafbare feiten nopen tot het opleggen van een onvoorwaardelijk gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
De rechtbank houdt in strafverminderende zin rekening met de bevindingen van de geraadpleegde deskundige dr. R.W. Blaauw, GZ-psycholoog, die in zijn rapport van 24 december 2020 komt tot de conclusie dat de feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend omdat zij lijdt aan een ernstige depressieve stoornis, een posttraumatische stressstoornis en een borderline-persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank kan zich vinden in voormeld advies en neemt het over.
Daarnaast speelt een rol dat verdachte spijt heeft betuigd tijdens het onderzoek ter terechtzitting en het laakbare van haar handelen in lijkt te zien. Tevens ondervindt zij nog elke dag de gevolgen van deze zaak. Ze leeft geïsoleerd, heeft het vertrouwen van haar familie verloren en is niet in staat nieuw werk te vinden omdat haar naam steevast in verband wordt gebracht met onderhavige strafbare feiten. Zij wordt thans behandeld voor haar psychiatrische problematiek en is ook bereid die behandeling voort te zetten.
Al met al kan, gezien de ernst van hetgeen verdachte wordt verweten, niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Een deel daarvan zal in voorwaardelijke zin worden opgelegd om een goed kader te bieden voor behandeling en begeleiding in de komende jaren, zoals ook door de Reclassering is geadviseerd.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[zorginstelling 3] , hierna [zorginstelling 3] , heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 12.693,-- (twaalf duizend zeshonderddrieënnegentig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit ten onrechte betaald salaris aan verdachte.
[stichting] en [ziekenhuis 5] , hierna [ziekenhuis 4] , heeft zich eveneens als benadeelde gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 6.902,37 (zesduizend negenhonderdtwee euro en zevenendertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiele schade bestaat uit ten onrechte betaald salaris aan verdachte.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij [zorginstelling 3] toe te wijzen tot een bedrag van € 10.135,85 nu uit het dossier is gebleken dat aan verdachte een dergelijk bedrag is betaald.
De vordering van [ziekenhuis 4] is, aldus de officier van justitie, toewijsbaar tot een bedrag van € 3.127,66 op grond van de gegevens in het dossier.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat de beide vorderingen dienen te worden afgewezen, omdat bij het niet aannemen van verdachte een ander die plek had vervuld en ook aan die medewerker een salaris betaald had moeten worden. Er is dus geen schade, zo stelt de raadsman. Mocht die schade er deels zijn, dan is de hoogte daarvan niet of niet eenvoudig vast te stellen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door hetgeen dienaangaande bewezen is verklaard schade heeft toegebracht aan de beide benadeelde partijen. Het gaat in beide gevallen om aan verdachte uitbetaald salaris. De rechtbank is van oordeel dat beide vorderingen kunnen worden toegewezen omdat vast staat dat verdachte zonder de oplichting niet aangenomen zou zijn en de werkgever niet gehouden was geweest het salaris te betalen. De schade is door toedoen van verdachte ontstaan, waardoor de vordering ook de causaliteitstoets kan doorstaan.
De rechtbank zal het gevorderde door het [zorginstelling 3] toewijzen tot een bedrag van € 10.135,85 nu dit bedrag, gelet op het onderzoek door de IGJ naar de bankmutaties van verdachte, ook daadwerkelijk als salaris aan haar is uitbetaald, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de loonuitbetaling aan verdachte is gedaan. Dat betekent dat de wettelijke rente is verschuldigd over een bedrag van:
  • € 1.993,03 per 21 juni 2019;
  • € 2.363,20 per 22 juli 2019;
  • € 3.460,16 per 21 augustus 2019 en
  • € 2.319,46 per 23 september 2019.
[zorginstelling 3] wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard.
Het gevorderde door [ziekenhuis 4] wordt toegewezen tot een bedrag van
€ 3.127,66, nu dit bedrag niet is gedocumenteerd maar uit het dossier in elk geval van dit bedrag als daadwerkelijke uitbetaling aan verdachte is gebleken. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop loonuitbetaling aan verdachte zijn gedaan. Dat betekent dat de wettelijke rente is verschuldigd over een bedrag van:
  • € 1.512,43 per 23 augustus 2019;
  • € 1.512,43 per 25 september 2019 en
  • € 102,80 per 25 oktober 2019.
[ziekenhuis 4] wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met het in het dictum opgenomen aantal dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 55 en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, en levert op de misdrijven:
Feit 2 (+ 1 en 4)
Eendaadse samenloop van:
Opzettelijk gebruik maken van een valse of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid (Sr), als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd
en
Opzettelijk gebruik maken van een valse of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid (Sr), als ware het echt en onvervalst
en
Identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan;
Feit 3
Valsheid in geschrift;
Feit 5
Oplichting, meermalen gepleegd;
Feit 6
Poging tot oplichting, meermalen gepleegd;
Feit 7
Het buiten noodzaak verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg wetende dat benadeling of een aanmerkelijke kans op benadeling van de gezondheid van een ander wordt veroorzaakt;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
zes (6) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van drie (3) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen één werkdag na het ingaan van de proeftijd telefonisch meldt bij haar huidige toezichthouders of diens vervanger bij de Reclassering Nederland, en dat ze zich gedurende de proeftijd op de door de reclassering te bepalen tijdstippen meldt, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant blijft laten behandelen bij de [instelling 2] of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de Waag zullen worden gegeven;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
veroordeelt verdachte tot betaling aan de hierna genoemde benadeelde partijen van het hierna volgende bedrag:
[zorginstelling 3]:
€ 10.135,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.993,03 per 21 juni 2019, over € 2.363,20 per 22 juli 2019, over € 3.460,16 per 21 augustus 2019 en over
€ 2.319,46 per 23 september 2019;
[stichting] & [ziekenhuis 5]:
€ 3.127,66, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.512,43 per 23 augustus 2019, over € 1.512,43 per 25 september 2019 en over € 102,80 per 25 oktober 2019.
- bepaalt dat de benadeelde partij: [zorginstelling 3] voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [stichting] & [ziekenhuis 5] voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van de hierna te noemen bedragen ten behoeve van de benadeelden, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van de verschuldigde bedragen niet mogelijk blijkt, dat gijzeling kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[zorginstelling 3]:
€ 10.135,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.993,03 per 21 juni 2019, over € 2.363,20 per 22 juli 2019, over € 3.460,16 per 21 augustus 2019 en over
€ 2.319,46 per 23 september 2019 / gijzeling voor de duur van
vijfentachtig (85) dagen;
[stichting] & [ziekenhuis 5]:
€ 3.127,66, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.512,43 per 23 augustus 2019, over € 1.512,43 per 25 september 2019 en over € 102,80 per 25 oktober 2019 / gijzeling voor de duur van
eenenveertig (41) dagen.
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoelde bedragen daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partijen het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partijen het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. drs. H. Braam en mr. M.S. de Waard, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Bakker, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 december 2021.
De oudste rechter en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd met zaaknummer 19-179. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van bevindingen ‘Bijlage verdachte verhoor 210628.0930.V01.03’ van 26 juli 2021, opgemaakt door [verbalisant 6]
3.Zie p. 54, 106, 167, 418-419, 428, 308, 309, 320, 444-462, 498-499, 591, 593-594,