3.2.2De hoogte van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel
3.2.2.1 Algemene vaststellingen
Zoals hiervoor reeds overwogen is de rechtbank bij de beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel steeds uitgegaan van de feitenvaststelling en beslissingen van de rechtbank zoals die in het vonnis van 12 april 2021 zijn opgenomen. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de voor die bewezenverklaring gebruikte bewijsmiddelen aannemelijk is geworden dat de veroordeelde financieel voordeel heeft genoten door het verkopen en toepassen van niet-toegelaten biociden die de werkzame stoffen Fipronil en Amitraz bevatten.
Periode
Veroordeelde is onder meer veroordeeld voor overtreding van artikel 43 Wet op de Gewasbestrijdingsmiddelen en biociden gedurende de periode van 1 januari 2015 tot en met 10 augustus 2017. De facturen van [veroordeeld bedrijf 2] en [veroordeeld bedrijf 1] over de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 stonden niet ter beschikking van het onderzoeksteam, waardoor er geen specificatie van de opbrengsten, gesplitst in gebruikte middelen, arbeid en overige componenten beschikbaar was. De factuur met de laatste datering die is gebruikt bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is van juni 2017.
Gelet hierop zal de rechtbank bij de bepaling van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitgaan van een periode van 1 januari 2016 tot en met juni 2017.
3.2.2.2 Het door [veroordeeld bedrijf 1] wederrechtelijk verkregen voordeel
Opbrengst
Aan de hand van de facturen en de werkbonnen uit de administratie van [veroordeeld bedrijf 1] kan worden vastgesteld hoeveel de verkoop en toepassing van de middelen met de werkzame stof Fipronil en de werkzame stof Amitraz hebben opgebracht. De door [veroordeeld bedrijf 1] gebruikte middelen met de namen Dega-16, Dega 1 L, Dega P, Fyprorein, Fyprocleaner en Mentho-Boast betreffen allemaal niet-toegelaten biociden en bevatten allemaal de werkzame stof Fipronil. [veroordeeld bedrijf 1] paste deze niet-toegelaten biociden direct toe bij de pluimveehouders waar zij de bloedluisbestrijding verzorgde.
In het jaar 2017 is van de middelen Dega 16, Dega L en Dega P in totaal 2.607,50 liter gebruikt door [veroordeeld bedrijf 1] , hetgeen een totaalbedrag van € 392.819,75 heeft opgebracht. In 2016 is een hoeveelheid van in totaal 2.678,50 liters gebruikt van de middelen Fyprorein, Fyproclean, Mentho-Boast, Dega-16 en Dega 16 P en dit heeft tezamen een bedrag van € 507.749,31 opgeleverd.
Met betrekking tot het middel Miteclean, dat de werkzame stof Amitraz bevat, kan op basis van de facturen en werkbonnen worden vastgesteld dat er in 2017 door [veroordeeld bedrijf 1] 943,50 liter van is gebruikt en dat dit heeft geleid tot een opbrengst van € 77.548,75. In 2016 werd er van Miteclean 795 liter gebruikt, hetgeen € 47.952,50 heeft opgeleverd.
Kosten
[veroordeeld bedrijf 1] kocht haar producten in bij de Belgische firma [bedrijf] . Blijkens de facturen die [bedrijf] aan [veroordeeld bedrijf 1] stuurde kostte, een liter Dega 16 in 2016 € 75,05 en in 2017
€ 75,27. Voor een liter Dega 1 L betaalde [veroordeeld bedrijf 1] in 2017 € 132,20 en een liter Dega P kostte zowel in 2016 als in 2017 € 139,62. De middelen Fyprorein, Fyproclean en Mentho-Boast werden alleen in 2016 ingekocht en deze kostten toen respectievelijk € 124,60,
€ 122,80 en € 73,50 per liter.
Het totaal aan inkoopkosten per niet-toegelaten biocide kan aldus worden berekend door de hoeveelheid van het product – zoals blijkens de werkbonnen verkocht – te vermenigvuldigen met de inkoopprijs per liter. Dit levert de navolgende berekeningen op voor de inkoopkosten in het jaar 2016:
Dega-16 707,50 liter x € 75,05 = € 53.097,88
Dega-16 P 44,50 liter x € 139,62 = € 6.213,09
Mentho-Boast 1.496,50 liter x € 73,50 = € 109.992,75
Fyprorein 251 liter x € 124,60 = € 43.734,60
Fyproclean 79 liter x € 122,80 = € 9.701,20
En met betrekking tot 2017:
Dega 16 2.527,50 liter x € 75,27 = € 190.244,93
Dega 16 L 58 liter x € 132,20 = € 7.667,60
Dega 16 P 22 liter x € 139,62 = € 3.071,64
Wanneer de inkoopkosten van bovenstaande producten worden opgeteld volgt dat het totaalbedrag aan inkoopkosten voor 2016 € 222.739,52 bedraagt en voor 2017 € 200.984,17.
Voor het product Miteclean, bevattende Amitraz, geldt dat de inkoopprijs in 2016 en 2017 gelijk was en € 52,30 bedroeg. Van dat product werd blijkens de werkbonnen in 2016 795 liter gebruikt, zodat dit neerkomt op € 41.578,50 (795 x € 52,30) aan inkoopkosten. In 2017 werden er 945,50 liters Miteclean verkocht, wat betekent dat de inkoopkosten € 49.449,65 (945,50 x € 52,30) waren.
Kosten inhuur derden
[veroordeeld bedrijf 1] huurde regelmatig zzp’ers in om te helpen bij de bloedluisbestrijding. Met die kosten van inhuur van zzp’ers is rekening gehouden bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Uit de auditfile van de administratie van [veroordeeld bedrijf 1] , die betrekking heeft op boekjaren 2016 en 2017, zijn boekingen gefilterd die zijn geboekt op de grootboekrekening “7110 Inkoop arbeid 21%". In totaal is er in 2017
€ 11.794,50 geboekt op grootboekrekening “7110 Inkoop arbeid 21%” en in 2016 was dit een bedrag van € 13.387,12. Uit onderzoek is gebleken dat tot mei 2016 voor deze boekingen de grootboekrekening "7100 Inkopen hoog” is gebruikt. In de periode van 1 januari tot en met mei 2016 is er voor een bedrag van € 7.426,47 geboekt op de grootboekrekening ”7100 Inkopen hoog”. Daarnaast is er in 2017 op de grootboekrekening “7210 Inkoop arbeid 6%” € 200,-- geboekt.Hieruit volgt dat het inhuren van zzp’ers in 2016 in totaal € 20.813,58 en in 2017 in totaal € 11.994,50 heeft gekost.
Overige kosten
Zoals gezegd zijn kosten volgens vaste jurisprudentie alleen aftrekbaar indien:
- veroordeelde deze niet gemaakt zou hebben als hij de strafbare feiten niet gepleegd zou hebben;
- deze kosten in directe relatie staan tot de voltooiing van het delict; en
- daadwerkelijk gemaakt (betaald) zijn.
Naast de inkoopkosten van biociden en de kosten voor de inhuur van derden heeft [veroordeeld bedrijf 1] nog meer kosten gemaakt. Gelet op het feit dat nagenoeg de gehele bedrijfsvoering was gericht op het bestrijden van bloedluis met niet-toegelaten biociden en bijna de gehele omzet daarmee is behaald, is het aannemelijk dat de overige kosten ook een stuk lager waren uitgevallen als deze strafbare feiten niet waren gepleegd. Alle overige kosten, zoals die aan de hand van de balans en winst & verlies rekening kunnen worden vastgesteld, worden daarom in aftrek op het wederrechtelijk verkregen voordeel gebracht. Dit betreft, weergegeven in een tabel, de volgende kosten:
Overige kosten
2016 (€)
2017 (€)
Totaal
Bedrijfslasten
Overige personeelskosten
765,78
1.428,25
Afschrijvingen
24.556,08
15.972,00
Autokosten
9.621,82
2.957,29
Algemene kosten
16.651,42
14.672,64
Huisvestingskosten
4.800,00
2.400,00
Kosten inventaris en machines
18.991,00
15.694,88
Verkoopkosten
4.421,10
3.664,06
Overige bedrijfskosten
3.402,47
1.254,71
Totaal bedrijfslasten
83.209,67
58.043,83
Financiële lasten
2.115,51
Totaal financiële baten en lasten
2.115,51
1.176,26
Buitengewone lasten
1.011,26
Totaal financiële baten en lasten
1.011,26
-0,96
Totaal overige kosten
86.336,44
59.219,13
Samenvattend
Het wederrechtelijk verkregen voordeel door [veroordeeld bedrijf 1] bedraagt op basis van het vorenstaande:
2017 (€)
2016 (€)
Totaal (€)
Opbrengst Fipronil
392.819,75
507.749,31
900.569,06
Inkoopkosten Fipronil
200.984,17
222.739,52
423.723,69
Bruto marge Fipronil
191.835,58
285.009,79
476.845,37
Opbrengst Amitraz
77.548,75
47.952,50
125.531,25
Inkoopkosten Amitraz
49.449,65
41.578,50
91.028,15
Bruto marge Amitraz
28.099,10
6.374,00
34.473,10
Totaal bruto marge
219.934,68
291.383,79
511.318,47
Inhuur derden
11.994,50
20.813,59
32.808,09
Overige kosten
59.219,13
86.336,44
145.555,57
Wederrechtelijk verkregen voordeel
148.721,05
184.233,76
322.954,81
De rechtbank stelt op grond van wettige bewijsmiddelen aldus de omvang van het totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel door [veroordeeld bedrijf 1] vast op een bedrag van € 322.954,81.