ECLI:NL:RBOVE:2021:4491

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 november 2021
Publicatiedatum
1 december 2021
Zaaknummer
9485512 \ CV EXPL 21-2391
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over concurrentiebeding tussen Masterpack Group B.V. en gedaagden

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Masterpack Group B.V. (hierna: Masterpack) een kort geding aangespannen tegen twee gedaagden, waaronder een natuurlijke persoon en een besloten vennootschap, met betrekking tot de overtreding van een concurrentiebeding uit een agentuurovereenkomst. De procedure vond plaats bij de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 17 november 2021. Masterpack, vertegenwoordigd door mr. J. de Jong van Lier, vorderde een verbod voor de gedaagden om tot en met 31 maart 2023 met klanten te handelen, waarvoor zij als agent bemiddelden, op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 per overtreding.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Masterpack ontvankelijk is in haar vordering, maar dat de gedaagden een plausibele verklaring hebben gegeven voor hun handelen. De kantonrechter oordeelde dat Masterpack niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gedaagden het concurrentiebeding hebben overtreden. De gedaagden hebben verklaard dat zij Cordstrap hebben benaderd voor de verkoop van safetysheets, maar dat dit niet in strijd was met het concurrentiebeding, aangezien zij geen contact met Masterpack hebben opgenomen voor deze producten. De rechtbank heeft de vordering van Masterpack afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 498,00.

De beslissing van de kantonrechter is dat de vordering van Masterpack wordt afgewezen en dat zij de kosten van de procedure moet dragen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 17 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9485512 \ CV EXPL 21-2391
Vonnis in kort geding van 17 november 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MASTERPACK GROUP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede ,
eisende partij,
hierna te noemen Masterpack,
gemachtigde: mr. J. de Jong van Lier,
advocaat te Enschede,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,wonende te [woonplaats] ,

en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 2] (HANDEL & ADVIES B.V.,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna gezamenlijk te noemen: [gedaagden] ,
gemachtigde: mr. R. Klein,
advocaat te Zwolle.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de van de zijde van [gedaagden] overgelegde producties,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 10 november 2021;
- de pleitaantekeningen van [gedaagden] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Masterpack produceert en verkoopt verpakkingsmiddelen, waaronder Flexible Intermediate Bulk Containers, kortweg bigbags.
2.2.
Vanaf oktober 2001 is eerst [gedaagde sub 1] in privé, daarna zijn bedrijf [gedaagde sub 2] de agent van aanvankelijk [A] Products BV en later haar rechtsopvolgster Masterpack voor de verkoop van bigbags in Europa.
2.3.
Op 15 december 2003 hebben partijen de agentuurovereenkomst schriftelijk vastgelegd. In de agentuurovereenkomst zijn onder meer de navolgende bepalingen opgenomen:
Artikel 1
1.
[A] verklaart [gedaagde sub 1] te hebben aangesteld om met ingang van 1 oktober 2001 voor haar als handelsagent werkzaam te zijn inzake de verkoop in Europa van containerzakken (FIBCs) van polypropyleenweefsel, die gebruikt worden voor de verpakkingen van bulkgoederen, welke aanstelling [gedaagde sub 1] verklaard op heden te hebben aangenomen en aanvaard, zulks onder de navolgende voorwaarden en bepalingen.
[… .]
Artikel 2
[… .]
3.
Met terzijdestelling van het bepaalde in artikel 1, lid 1 [… .] heeft [gedaagde sub 1] bovendien recht op de overeengekomen provisie over leveranties:
a.
aan afnemers voor andere producten dan de in artikel 1 lid 1 genoemde, die op verzoek of met toestemming van [A] zijn benaderd, zulks eventueel met een vooraf overeen te komen afwijkend provisiepercentage.
[… .]
Artikel 13
1.
Gedurende een tijdvak van vierentwintig maanden na het einde van de onderhavige agentuurovereenkomst is het [gedaagde sub 1] verboden voor eigen rekening of voor een andere principaal te handelen in:
a.
de in artikel 1, lid 1 genoemde producten;
b.
andere producten met de in artikel 2, lid 3, sub a genoemde afnemers.
2.
[… .]
2.4.
In september 2020 heeft Masterpack de agentuurovereenkomst opgezegd tegen 31 maart 2021.

3.Het geschil

3.1.
Masterpack vordert, bij voorlopige voorziening, [gedaagden] te verbieden om tot en met 31 maart 2023 met de klanten bij wie [gedaagden] uit hoofde van de agentuurovereenkomst bemiddelde, te handelen in producten gelijksoortig aan die, over de verkoop waarvan [gedaagden] uit hoofde van de agentuurovereenkomst heeft bemiddeld, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per overtreding, met bepaling dat [gedaagde sub 1] en [gedaagden] voor betaling van die dwangsom hoofdelijk aansprakelijk zijn.
3.2.
[gedaagden] voert verweer.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op de aard van de vordering is de spoedeisendheid een gegeven. Masterpack is in zoverre ontvankelijk in haar vordering.
4.2.
Vooropgesteld wordt dat voor toewijzing van een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening alleen dan reden is, als op grond van de thans gebleken feiten en omstandigheden aannemelijk is dat in een bodemprocedure de beslissing gelijkluidend zal zijn.
4.3.
Masterpack legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagden] het in de agentuurovereenkomst opgenomen concurrentiebeding heeft overtreden. Meer concreet stelt Masterpack dat [gedaagden] (lees: [gedaagde sub 1] ) Cordstrap op 6 oktober 2021 heeft benaderd, met de bedoeling te bemiddelen bij de verkoop aan Cordstrap van safetysheets. [gedaagden] bemiddelde ook onder de agentuurovereenkomst bij de verkoop van safetysheets door principaal Masterpack aan Cordstrap.
4.4.
[gedaagden] erkent dat zij Cordstrap, in de persoon van [C] waarmee [gedaagde sub 1] als agent een 15-tal jaren zaken heeft gedaan, heeft benaderd omdat hij de beschikking wilde krijgen over een tweetal safetysheets. [gedaagden] wilde onderzoeken of er andere mogelijkheden waren, als het gaat om ladingzekering al dan niet in aangepaste vorm, met die safetysheets. Dit wordt hem niet belet door het tussen partijen bestaande concurrentiebeding. [gedaagden] stelt dat zij geen contact met Masterpack heeft opgenomen voor de safetysheets, omdat zij met Masterpack is verwikkeld in een -bij deze rechtbank aanhangige- bodemprocedure en de verhouding met Masterpack hierdoor verstoord is geraakt.
4.5.
Tussen partijen is niet in geding dat Cordstrap een afnemer is van Masterpack en dat [gedaagden] gedurende de duur van de agentuurovereenkomst provisie heeft ontvangen voor de aan Cordstrap verrichte leveranties van safetysheets. Tussen partijen staat (daarmee) eveneens vast dat de safetysheets vallen onder ‘andere producten’ als bedoeld in artikel 2 lid 3 aanhef sub a van de agentuurovereenkomst, waarvoor [gedaagden] een vooraf overeen te komen afwijkend provisiepercentage ontving. Artikel 13 lid 1 sub b van de agentuurovereenkomst is dus van toepassing.
4.6.
[gedaagden] heeft naar het oordeel van de kantonrechter een plausibele verklaring gegeven, onderbouwd met een transcriptie van het app-verkeer tussen [gedaagde sub 1] en [C] , waarom zij Cordstrap heeft benaderd. [gedaagden] wilde in het bezit komen van een tweetal safetysheets en wilde kennis komen maken met de heer [D] van Cordstrap voor de verkoop van een machine. De door Masterpack in het geding gebrachte verklaring van [F] onderschrijft de stelling van [gedaagden] dat zij Cordstrap heeft benaderd om een safetysheet op te halen. Voor het overige behelst de verklaring van [F] een verklaring (van de heer [B] van Cordstrap) van horen zeggen. Een schriftelijke verklaring van [B] zelf heeft de kantonrechter niet in het procesdossier aangetroffen. De in het geding gebrachte verklaring van [E] kan evenmin bijdragen aan de stellingen van Masterpack. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft Masterpack dan ook niet aannemelijk weten te maken dat [gedaagden] met de benadering van Cordstrap het in de agentuurovereenkomst opgenomen concurrentiebeding heeft overtreden. Er is dan ook vooralsnog voor de kantonrechter geen enkele aanleiding om het tussen partijen overeengekomen verbod tot concurrentie te versterken met een dwangsom. De hierop gebaseerde vordering zal worden afgewezen.
4.7.
Masterpack zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld, tot op heden begroot op een bedrag van € 498,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering van Masterpack af;
5.2.
veroordeelt Masterpack in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van [gedaagden] begroot op € 498,00;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 november 2021.