ECLI:NL:RBOVE:2021:4464

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 november 2021
Publicatiedatum
29 november 2021
Zaaknummer
08.112762.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens psychische stoornis na bedreiging en vernieling

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 29 november 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 42-jarige man, die werd verdacht van bedreiging en vernieling. De verdachte, geboren in 1979, had op 26 april 2021 een pijl geschoten naar zijn onderbuurman, terwijl hij zich in een psychotische toestand bevond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man lijdt aan een stoornis in het schizofreniespectrum, wat zijn gedragskeuzes ten tijde van de feiten beïnvloedde. De officier van justitie had de verdachte aangeklaagd voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en voor het vernielen van de auto van het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het dragen van een kruisboog in het openbaar, omdat dit niet onder de definitie van een openbare plaats valt. De rechtbank heeft de feiten 1 en 2 bewezen verklaard, maar heeft de verdachte niet strafbaar geacht vanwege zijn psychische toestand. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier heeft het vonnis genoteerd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.112762.21 (P)
Datum vonnis: 29 november 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1979 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven en verblijvende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 november 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. Wassink-Van den Eijnden en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw
mr. J. Klomp, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:op 26 april 2021 [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling;
feit 2:op 26 april 2021 de auto van [slachtoffer] heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
feit 3:op 26 april 2021 een kruisboog heeft gedragen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 26 april 2021,
in de gemeente Hengelo (O),
een persoon, genaamd [slachtoffer] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het
leven gericht en/of met zware mishandeling,
door vanaf het balkon van een (flat)woning aan [adres 2] aldaar
opzettelijk dreigend met een kruisboog een pijl te schieten in de richting van
genoemde [slachtoffer] , die zich toen in of nabij een geparkeerde auto in de
[straat] aldaar bevond;
2.
hij op of omstreeks 26 april 2021,
in de gemeente Hengelo (O)
opzettelijk en wederrechtelijk
een op of aan de [straat] aldaar geparkeerde auto (merk Peugeot, kenteken
[kenteken] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten
aan [slachtoffer] , toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij op of omstreeks 26 april 2021,
in de gemeente Hengelo (O),
een wapen van categorie IV, onder 5 van de Wet wapens en munitie,
te weten een kruisboog, heeft gedragen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1 en 2 bewezen kunnen worden verklaard, maar heeft ten aanzien van feit 3 vrijspraak gevorderd. Met het dragen van een wapen in de zin van artikel 27 van de Wet wapens en munitie wordt bedoeld het bij zich hebben van een wapen op de openbare weg of een andere voor publiek toegankelijke plaats. Verdachte heeft weliswaar op zijn balkon een kruisboog bij zich gehad, maar dit valt niet onder een dergelijke locatie te scharen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 3
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 3 is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Feit 1 en 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
1. De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 november 2021.
2. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina 4 tot en met 6 van het dossier).
3. Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict (pagina 33 tot en met 38 van het dossier).
4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 26 april 2021,
in de gemeente Hengelo (O),
een persoon, genaamd [slachtoffer] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het
leven gericht en met zware mishandeling,
door vanaf het balkon van een (flat)woning aan [adres 2] aldaar
opzettelijk dreigend met een kruisboog een pijl te schieten in de richting van
genoemde [slachtoffer] , die zich toen in een geparkeerde auto in de
[straat] aldaar bevond;
2.
hij op 26 april 2021,
in de gemeente Hengelo (O)
opzettelijk en wederrechtelijk
een op of aan de [straat] aldaar geparkeerde auto (merk Peugeot, kenteken
[kenteken] ), dat aan een ander, te weten
aan [slachtoffer] , toebehoorde,
heeft beschadigd.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
feit 2
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Op 30 en 31 augustus 2021 zijn over verdachte rapportages opgemaakt door respectievelijk A. Gosker, psychiater, en D.R. van der Velden, psycholoog. Deze rapportages houden, samengevat, het volgende in.
Verdachte lijdt aan een stoornis in het schizofreniespectrum. Dat was ook zo ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Verdachte had auditieve hallucinaties, betrekkingsideeën en paranoïde waangedachten, die zijn gedragskeuzes in de periode voor en ten tijde van de ten laste gelegde feiten beïnvloedden. Verdachte hoorde stemmen en kreeg de overtuiging dat hijzelf en zijn zus gevaar liepen en bedreigd werden. In deze toestand van psychotische hallucinaties en waanovertuigingen schoot hij een pijl naar zijn onderbuurman. Het psychotische toestandsbeeld was volledig bepalend voor zijn gedrag. Er was geen keuzevrijheid meer. Hierom wordt geadviseerd de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten niet aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank neemt de bevindingen en de conclusies van de psychiater en de psycholoog over en rekent verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten niet toe. Verdachte is niet strafbaar voor die feiten en zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De officier van justitie heeft een verzoekschrift ingediend om een zorgmachtiging voor verdachte te verlenen op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft deze zorgmachtiging bij aparte beschikking verleend.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
feit 2, het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte niet strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. H. Stam en mr. W.B. Bruins, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2021.
Buiten staat
Mr. Bruins is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021187595. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.