De kantonrechter overweegt als volgt.
[gedaagde] heeft, in het kader van haar betwisting van het aantal door Youbahn aan haar gefactureerde uren, aangevoerd dat de door Youbahn ingeschakelde student zijn werk niet goed deed en dat de student, nadat hij daarop was aangesproken, niet meer is teruggekomen.
Ter zitting heeft mr. [C] te kennen gegeven dat hij zelf niet betrokken is geweest bij de door de student verrichte werkzaamheden, dat alles door de officemanager van [gedaagde] (mevrouw [A] ) is geregeld en dat hij van haar heeft begrepen dat deze student hooguit twee dagen, ter zitting geconcretiseerd tot veertien uur, aan het werk is geweest.
[gedaagde] heeft niet bestreden dat zij pas na ontvangst van de facturen klachten heeft geuit over de door de student uitgevoerde werkzaamheden en deze niet eerder aan Youbahn kenbaar heeft gemaakt.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagde] haar verweer dat er veel minder uren gewerkt zijn dan door Youbahn aan haar zijn gefactureerd, in het licht van hetgeen daarover door Youbahn (met stukken onderbouwd) is gesteld, onvoldoende onderbouwd. Uit de door Youbahn in het geding gebrachte rapportages uit haar systeem blijkt naar het oordeel van de kantonrechter dat de door Youbahn gefactureerde uren door mevrouw [A] , zijnde de officemanager van [gedaagde] , zijn geaccordeerd. [gedaagde] heeft daar onvoldoende tegenover gesteld. Immers, zij heeft haar verweer dat er veel minder uren, namelijk slechts veertien uur, zouden zijn gewerkt en dat mevrouw [A] (op een later moment) alleen deze uren heeft geaccordeerd op geen enkele wijze onderbouwd. Het had op haar weg gelegen om het door mevrouw [A] aan Youbahn gezonden overzicht van door haar geaccordeerde uren te overleggen en dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft daarvoor ook geen bewijs aangeboden.