ECLI:NL:RBOVE:2021:4316

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 november 2021
Publicatiedatum
18 november 2021
Zaaknummer
9194198 \ CV EXPL 21-1072
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van facturen door advocatenkantoor aan bemiddelingsplatform voor geleverde diensten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 2 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Youbahn B.V., een bemiddelingsplatform, en [gedaagde] B.V., een advocatenkantoor. Youbahn vorderde betaling van onbetaalde facturen die waren verzonden voor geleverde diensten, namelijk het ter beschikking stellen van personeel voor schilderwerkzaamheden. De gedaagde partij betwistte de hoogte van de gefactureerde uren en stelde dat de werkzaamheden niet naar behoren waren uitgevoerd. De kantonrechter oordeelde dat het verweer van [gedaagde] onvoldoende onderbouwd was en dat de facturen door de officemanager van [gedaagde] waren geaccordeerd. De kantonrechter heeft de vordering van Youbahn grotendeels toegewezen, met uitzondering van een factuur waarvoor geen bewijs van accordering was overgelegd. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan Youbahn. De uitspraak benadrukt het belang van goede documentatie en communicatie tussen partijen in contractuele relaties.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9194198 \ CV EXPL 21-1072
Vonnis van 2 november 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
Youbahn B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eisende partij, hierna te noemen Youbahn,
gemachtigde: mr.drs. J.J.F.M. Konings,
tegen
de besloten vennootschap
[X] B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. [C] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 juni 2021,
- de aanvullende producties van de zijde van Youbahn, ter griffie ontvangen op
21 september 2021,
- de (aantekeningen van de griffier van de) mondelinge behandeling van 27 september 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Youbahn is een bemiddelingsplatform. Zij stelt, onder meer, uitzendkrachten (studenten) ter beschikking aan haar opdrachtgevers en/of detacheert personeel bij haar opdrachtgevers.
2.2.
[gedaagde] is een advocatenkantoor.
2.3.
Tussen partijen is een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen, op grond waarvan Youbahn aan [gedaagde] personeel ter beschikking heeft gesteld ten behoeve van het verrichten van schilderwerkzaamheden in het nieuwe kantoorpand van [gedaagde] .
2.4.
Op grond van deze overeenkomst heeft Youbahn de volgende facturen aan [gedaagde] gestuurd:
Factuurdatum Factuurnummer Factuurbedrag
13-05-2020 31116 € 761,94 incl. btw
20-05-2020 31164 € 558,75 incl. btw
27-05-2020 31192 € 1.015,92 incl. btw
03-06-2020 31235 € 736,54 incl. btw
----------------------- +
Totaal € 3.073,15 incl. btw
2.5.
[gedaagde] heeft deze facturen, ondanks sommaties van de zijde van (de gemachtigde van) Youbahn, onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
De vordering
Youbahn vordert dat de kantonrechter, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan Youbahn van:
een bedrag van € 3.886,30 (met inbegrip van verschenen rente en incassokosten);
vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de (restant) hoofdsom vanaf de datum van de dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
de proceskosten, daaronder begrepen het salaris van de gemachtigde van Youbahn en de noodzakelijke verschotten, met de bepaling dat [gedaagde] over het bedrag van deze proceskosten de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW verschuldigd zal zijn vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
de nakosten, met de bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, [gedaagde] daarover de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW verschuldigd zal zijn tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Youbahn legt aan haar vorderingen - samengevat - ten grondslag dat:
  • [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst op haar rustende betalingsverplichtingen;
  • [gedaagde] in verzuim is met de betaling van de facturen, waardoor [gedaagde] de wettelijke handelsrente is verschuldigd vanaf de vervaldata van de facturen;
  • Youbahn, omdat [gedaagde] de facturen niet betaalde, haar vordering ter incasso uit handen heeft moeten geven en in verband daarmee buitengerechtelijke incassokosten heeft moeten maken.
3.3.
Het verweer
[gedaagde] concludeert - samengevat - tot niet-ontvankelijkverklaring dan wel afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Youbahn in de kosten van de procedure, bij gebreke van betaling binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente.
Zij voert daartoe - samengevat - aan dat de door Youbahn ter beschikking gestelde werknemer zijn werk niet goed uitvoerde en om die reden maar één dag bij haar heeft gewerkt. Ten aanzien van de facturen voert [gedaagde] aan dat deze niet kloppen, omdat is afgesproken dat alleen de door haar geaccordeerde uren aan haar zouden worden gefactureerd en zij niet alle in de facturen opgenomen uren heeft geaccordeerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat Youbahn uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst een student aan [gedaagde] ter beschikking heeft gesteld en dat deze student schilderwerkzaamheden heeft verricht bij [gedaagde] .
Partijen verschillen van mening over het aantal uren dat door deze student is gewerkt en of de gefactureerde uren door (een medewerkster van) [gedaagde] zijn geaccordeerd.
4.2.
Youbahn stelt zich op het standpunt dat [gedaagde] gehouden is de door Youbahn aan haar verzonden facturen te betalen.
Youbahn heeft ter onderbouwing van de door haar gefactureerde uren en haar stelling dat deze uren door (een medewerkster van) [gedaagde] zijn geaccordeerd online logs en verloningsrapportages (E-matcher declaratieformulieren) in het geding gebracht. Daaruit blijkt volgens haar dat de gewerkte en gefactureerde uren door mevrouw [A] van [gedaagde] zijn geaccordeerd. Ter toelichting heeft zij ter zitting met betrekking tot de door haar gehanteerde werkwijze aangevoerd dat de student zijn uren invult, dat de opdrachtgever deze moet accorderen en dat Youbahn vervolgens de student uitbetaalt en de uren met opslag aan de opdrachtgever doorberekent.
4.3.
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat een uitdraai uit het systeem van Youbahn niet als bewijs kan dienen. Zij verwijst in dat verband naar een op 25 mei 2020 door mevrouw [A] aan Youbahn verzonden e-mailbericht, waarin deze medewerkster te kennen geeft dat zij de mails met gewerkte uren goedkeuring niet kan openen en dat de facturen qua uren niet kloppen. Het is daarom naar de mening van [gedaagde] onlogisch dat daarvoor al sprake zou zijn geweest van accorderingen door (een medewerkster van) [gedaagde] . Ook heeft zij zich ter zitting op het standpunt gesteld dat uit de mail van de heer [B] van 15 juni 2020 blijkt dat Youbahn ook wel eens zelf uren accordeerde.
[gedaagde] stelt verder dat Youbahn [gedaagde] , nadat zij had geklaagd over de facturen, de gelegenheid heeft geboden om alsnog een overzicht van de volgens haar geaccordeerde uren aan Youbahn toe te zenden. Volgens [gedaagde] heeft zij toen een overzicht van de door haar geaccordeerde uren naar Youbahn gestuurd, maar heeft zij naar aanleiding daarvan geen aangepaste factuur mogen ontvangen. Ter terechtzitting heeft [gedaagde] desgevraagd te kennen gegeven dat het in totaal zou gaan om veertien gewerkte uren, die door mevrouw [A] zijn geaccordeerd en dat mevrouw [A] die uren op
21 oktober 2020 aan Youbahn heeft doorgegeven.
4.4.
De kantonrechter overweegt als volgt.
[gedaagde] heeft, in het kader van haar betwisting van het aantal door Youbahn aan haar gefactureerde uren, aangevoerd dat de door Youbahn ingeschakelde student zijn werk niet goed deed en dat de student, nadat hij daarop was aangesproken, niet meer is teruggekomen.
Ter zitting heeft mr. [C] te kennen gegeven dat hij zelf niet betrokken is geweest bij de door de student verrichte werkzaamheden, dat alles door de officemanager van [gedaagde] (mevrouw [A] ) is geregeld en dat hij van haar heeft begrepen dat deze student hooguit twee dagen, ter zitting geconcretiseerd tot veertien uur, aan het werk is geweest.
[gedaagde] heeft niet bestreden dat zij pas na ontvangst van de facturen klachten heeft geuit over de door de student uitgevoerde werkzaamheden en deze niet eerder aan Youbahn kenbaar heeft gemaakt.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagde] haar verweer dat er veel minder uren gewerkt zijn dan door Youbahn aan haar zijn gefactureerd, in het licht van hetgeen daarover door Youbahn (met stukken onderbouwd) is gesteld, onvoldoende onderbouwd. Uit de door Youbahn in het geding gebrachte rapportages uit haar systeem blijkt naar het oordeel van de kantonrechter dat de door Youbahn gefactureerde uren door mevrouw [A] , zijnde de officemanager van [gedaagde] , zijn geaccordeerd. [gedaagde] heeft daar onvoldoende tegenover gesteld. Immers, zij heeft haar verweer dat er veel minder uren, namelijk slechts veertien uur, zouden zijn gewerkt en dat mevrouw [A] (op een later moment) alleen deze uren heeft geaccordeerd op geen enkele wijze onderbouwd. Het had op haar weg gelegen om het door mevrouw [A] aan Youbahn gezonden overzicht van door haar geaccordeerde uren te overleggen en dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft daarvoor ook geen bewijs aangeboden.
4.5.
De kantonrechter concludeert dat [gedaagde] de vordering van Youbahn onvoldoende gemotiveerd heeft betwist en zij zal daarom de vordering in hoofdsom toewijzen, met inachtneming van het volgende.
De door Youbahn in het geding gebrachte rapportages tonen informatie over de weken 20, 21 en 22. Ten aanzien van de factuur die ziet op week 19, namelijk factuur 31116 ten bedrage van € 761,94, is geen bewijs van accordering overgelegd. Deze factuur zal om die reden in mindering worden gebracht op de toe te wijzen hoofdsom. Dat houdt in dat een bedrag van € 2.311,21 zal worden toegewezen. De gevorderde wettelijke handelsrente zal eveneens worden toegewezen vanaf de vervaldata van de facturen met betrekking tot de weken 20, 21 en 22.
4.6.
Youbahn stelt dat zij zich genoodzaakt heeft gezien haar vordering ter incassering over te dragen aan haar incassogemachtigde en dat [gedaagde] door Youbahn en haar gemachtigde meerdere malen tevergeefs is aangemaand tot nakoming en betaling. Daardoor is [gedaagde] volgens Youbahn in verzuim en maakt Youbahn aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten.
[gedaagde] heeft met betrekking tot de buitengerechtelijke incassokosten geen specifiek verweer gevoerd.
4.7.
De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Youbahn voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht.
De door Youbahn gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen beperkt worden toegewezen. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten ad € 432,32 is gegrond op de oorspronkelijke vordering en is daardoor hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief.
Gelet op het feit dat een deel van de vordering van Youbahn wordt afgewezen, zal voor het toepasselijke tarief niet worden aangesloten bij de oorspronkelijke hoofdsom, maar bij het toegewezen bedrag. Om die reden wordt de vordering betreffende de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen tot een bedrag van € 419,48 (inclusief btw).
4.8.
[gedaagde] zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Ook voor de proceskosten zal voor het toepasselijke liquidatietarief worden aangesloten bij het toegewezen bedrag.
Deze kosten worden aan de zijde van Youbahn begroot op:
  • dagvaarding € 90,67
  • griffierecht € 507,00
  • salaris gemachtigde
Totaal € 1.033,67
4.9.
[gedaagde] zal ook worden veroordeeld tot betaling van de nakosten.
De nakosten worden begroot op een bedrag van € 109,00 (een half punt van het liquidatietarief tot een maximum van € 124,00).
4.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Youbahn te betalen een bedrag van € 2.311,21, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de vervaldata van de facturen van 20 mei 2020,
27 mei 2020 en 3 juni 2020 tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Youbahn te betalen een bedrag van € 419,48 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Youbahn begroot op € 1.033,67, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 109,00, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A. Smit, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2021. (ms)