In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Domijn en [de betrokkene], vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [bewindvoerder]. De zaak betreft de beëindiging van een huurovereenkomst en de ontruiming van een woning in Enschede. De huurovereenkomst was oorspronkelijk gesloten tussen Domijn en Thuiszorg Multihulp B.V. voor de woning aan [het adres] te [woonplaats], met ingang van 3 januari 2018. Multihulp had de woning beschikbaar gesteld aan [de betrokkene], maar heeft deze overeenkomst opgezegd vanwege overlastklachten van omwonenden en het stopzetten van zorgverlening aan [de betrokkene]. Domijn vorderde in deze procedure dat de kantonrechter zou verklaren dat de huurovereenkomst was beëindigd en dat [de betrokkene] de woning moest verlaten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst tussen Domijn en [de betrokkene] per 30 september 2020 was beëindigd, maar dat [de betrokkene] nog steeds in de woning verbleef zonder recht of titel. De rechter heeft overwogen dat Domijn, als verhuurder, niet kan worden gevergd de huurovereenkomst voort te zetten, gezien de overlast die [de betrokkene] veroorzaakte. De rechter heeft de vordering van Domijn toegewezen en bepaald dat de huurovereenkomst per 1 december 2021 eindigt, met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens is [bewindvoerder] veroordeeld in de proceskosten van de procedure.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verhuurders om de leefbaarheid en veiligheid van andere huurders te waarborgen, en de mogelijkheid om een huurovereenkomst te beëindigen in geval van ernstige overlast.