Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats 1] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
De vordering
4.De beoordeling
Non-conformiteit
21 oktober 2020 tot maart 2021van de auto gebruik heeft kunnen maken (zij heeft ter zitting gezegd dat zij in totaal ongeveer 5.000 km met de auto denkt te hebben gereden), is de kantonrechter van oordeel dat de verzekeringspremie en wegenbelasting voor de auto over die periode ook voor haar rekening moet komen. [eiseres] heeft onbetwist gesteld dat zij vanaf begin maart 2021 niet meer normaal gebruik heeft kunnen maken van de auto en heeft de overeenkomst op 9 maart 2021 ontbonden. De kantonrechter zal daarom de vordering tot betaling van de door [eiseres] betaalde verzekeringspremie en wegenbelasting over
maart tot en met 15 juli 2021toewijzen. Dit komt neer op een bedrag van (€ 56,68 per maand x 4,5 maand =) € 255,06 aan verzekeringspremie en een bedrag van (€ 49,00 per maand x 4,5 maand =) € 220,50 aan wegenbelasting.
inclusief 21% btw. Er is niet gesteld of gebleken dat [eiseres] niet btw-plichtig is. [eiseres] mag de btw dus niet in rekening brengen bij [gedaagde] . De buitengerechtelijke incassokosten zullen daarom worden toegewezen tot het in het Besluit bepaalde tarief exclusief btw van € 365,60.
- dagvaarding € 109,51
- griffierecht € 85,00
- salaris gemachtigde € 436,00 (2,0 punt x tarief € 218,00)