ECLI:NL:RBOVE:2021:4200
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van groepsverkrachting en mishandeling van een 17-jarig meisje
Op 10 november 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 22-jarige man uit Zwolle, die werd beschuldigd van deelname aan een groepsverkrachting van een 17-jarig meisje op 14 januari 2020. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte aanwezig was in de woning waar de feiten zich afspeelden, er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om hem te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. Drie andere mannen, die ook betrokken waren bij de zaak, zijn wel veroordeeld tot een celstraf van drie jaar.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van het slachtoffer inconsistent waren en dat er geen bewijs was dat de verdachte actief had deelgenomen aan de verkrachting of de mishandeling. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte werd veroordeeld voor het medeplegen van verkrachting en mishandeling, maar de rechtbank kwam tot de conclusie dat de bewijsvoering tekortschiet. De verdachte heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht en heeft verklaard dat hij op het verkeerde moment op de verkeerde plek was.
De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, afgewezen, omdat de verdachte van de feiten is vrijgesproken. De rechtbank heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, wat betekent dat zij haar schadevergoeding alleen via de civiele rechter kan vorderen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.