ECLI:NL:RBOVE:2021:4198

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 november 2021
Publicatiedatum
10 november 2021
Zaaknummer
08.198447.20 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Groepsverkrachting van een 17-jarig meisje in Zwolle met geweld en filming van de daad

Op 10 november 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak waarin drie mannen, een 21-jarige en twee 20-jarige, zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar voor hun betrokkenheid bij de groepsverkrachting van een 17-jarig meisje in Zwolle op 14 januari 2020. De rechtbank oordeelde dat de mannen het slachtoffer, dat op dat moment bewusteloos was, hebben verkracht in de slaapkamer van een van hen. De verkrachting werd gefilmd en gedeeld op Instagram. De rechtbank heeft vastgesteld dat het slachtoffer door geweld buiten bewustzijn is geraakt en dat de seksuele handelingen zonder haar toestemming zijn verricht. De mannen zijn ook verplicht om een schadevergoeding van 7.500 euro aan het slachtoffer te betalen. Een 22-jarige man die ook betrokken was, is vrijgesproken. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen als betrouwbaar beoordeeld en heeft de verdediging van de verdachten verworpen, die stelde dat de seksuele handelingen vrijwillig waren. De rechtbank heeft de ernst van het delict en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.198447.20 (P)
Datum vonnis: 10 november 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2000 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 11 oktober 2021 en 27 oktober 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Markink-Grolman en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. H.J. Voors, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 14 januari 2020 in Zwolle samen met een ander [slachtoffer] heeft verkracht, dan wel met haar terwijl zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 14 januari 2020 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een
ander, althans alleen,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid,
[slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2002)
heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit
of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] , door:
- meermalen, althans eenmaal, zijn penis in de mond en/of de vagina en/of de anus

van die [slachtoffer] te brengen en/of

- meermalen, althans eenmaal, de borsten en/of de vagina en/of het lichaam van

die [slachtoffer] te betasten en/of te aaien en/of

- meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] te zoenen en/of
- meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] zijn penis laten betasten en/of
aftrekken van zijn penis,
en bestaande dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die
bedreiging met geweld en/of die één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte
en/of zijn mededader(s),
- (onverhoeds) die [slachtoffer] heeft/hebben geknuffeld en/of gezoend en/of
- (terwijl zijn arm in het gips zat) die [slachtoffer] (hard) in/tegen het gezicht
heeft/hebben geslagen/gestompt, waardoor die [slachtoffer] buiten bewustzijn is
geraakt en/of geen weerstand (meer) kon bieden en/of
- de riem en/of broek en/of (boven)kleding van die [slachtoffer] heeft/hebben

uitgedaan en/of

- (vervolgens) die [slachtoffer] naar de slaapkamer heeft/hebben gedragen/gebracht
en/of daar die [slachtoffer] op bed heeft/hebben gelegd, althans heeft/hebben laten
liggen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in/op/tegen het gezicht heeft/hebben getikt en/of
- (daarbij) die [slachtoffer] heeft/hebben gefilmd en/of
- (meermalen) voorbij is/zijn gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van

verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of

- (hierbij) misbruik heeft/hebben gemaakt van het fysieke en/of numerieke en/of
feitelijke overwicht ten opzichte van die [slachtoffer] ,
waardoor verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer] in een weerloze en/of
afhankelijke toestand heeft/hebben gebracht waardoor zij niet of onvolkomen in
staat was weerstand te bieden en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende
situatie heeft/hebben doen ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 januari 2020 te Zwolle
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van
bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde,
dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijk stoornis van haar
geestvermogens leed dat deze niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent
te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden of mede bestonden uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
- het meermalen, althans eenmaal, brengen van zijn penis in de mond en/of de

vagina en/of de anus van die [slachtoffer] en/of

- het meermalen, althans eenmaal, betasten en/of aaien van de borsten en/of de

vagina en/of het lichaam van die [slachtoffer] en/of

- het meermalen, althans eenmaal, zoenen van die [slachtoffer] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, laten betasten en/of aftrekken van zijn penis

door die [slachtoffer] .

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Inleiding
Op 17 januari 2020 heeft [slachtoffer] (hierna verder genoemd [slachtoffer] ) een verklaring bij de politie afgelegd, dat zij op 14 januari 2020 naar de woning van verdachte [verdachte] (hierna verder genoemd [verdachte] / verdachte) aan [adres] is gegaan. Aldaar waren op dat moment ook de medeverdachten [medeverdachte 1] (hierna verder genoemd [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 2] , roepnaam [medeverdachte 2] , (hierna verder genoemd [medeverdachte 2] ) aanwezig. [slachtoffer] heeft verklaard dat later nog een vierde jongen, te weten Eren [medeverdachte 3] (hierna verder genoemd [medeverdachte 3] ), de woning heeft betreden. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij deze [medeverdachte 3] heeft geslagen, waarna hij haar heeft geslagen. Vanaf dat moment heeft [slachtoffer] geen herinneringen meer aan de avond tot het moment dat zij bijkwam op de bank in de woning.
[slachtoffer] heeft verklaard zij de volgende dag een telefoontje kreeg van [getuige 1] die vertelde dat hij een filmpje had gezien waarop te zien was dat [slachtoffer] buiten bewustzijn was en jongens haar verkrachtten. [slachtoffer] kan zich hier niets van herinneren.
De moeder van [slachtoffer] heeft op 21 januari 2020 namens [slachtoffer] aangifte gedaan van verkrachting.
In totaal zijn uiteindelijk de vier genoemde verdachten aangehouden. Verdachte was één van hen.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij op 14 januari 2020 in de avond samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de woning van zijn vader was en dat ook [slachtoffer] daar was. Verdachte heeft verklaard dat hij in de slaapkamer seks met [slachtoffer] heeft gehad. Ook [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben seks met [slachtoffer] gehad. Er was sprake van gelijktijdige seks. Dit was volgens verdachte vrijwillig.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegd schriftelijk requisitoir - gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het primair ten laste gelegde – het medeplegen van verkrachting van [slachtoffer] .
Kortgezegd heeft de officier van justitie hiertoe aangevoerd dat kan worden vastgesteld dat de getuigenverklaring van [slachtoffer] betrouwbaar en consistent is en voorts in voldoende mate wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [slachtoffer] op 14 januari 2020 in de woning van verdachte is geweest samen met verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [medeverdachte 3] is later gekomen. In de woning hebben de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] seks gehad met [slachtoffer] , hetgeen zij zelf hebben verklaard. [medeverdachte 3] heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht. Dat met [slachtoffer] seksuele handelingen hebben plaatsgevonden is voorts gebleken uit een filmpje dat door de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] ( [getuige 3] ) is gezien en waarop is te zien dat [slachtoffer] knock-out was en wordt verkracht door drie of vier jongens. Dat bij de seksuele handelingen geweld is gebruikt en [slachtoffer] letsel heeft opgelopen volgt uit de letselverklaring in het dossier en de getuigenverklaringen van [getuige 4] en [getuige 5] , die [slachtoffer] in de nacht van 14 januari 2020 overstuur, warrig en met een blauw oog hebben aangetroffen.
De officier heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [slachtoffer] is mishandeld en dat daarna verdachte in een nauwe en bewuste samenwerking met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] seksuele handelingen hebben verricht met [slachtoffer] , terwijl [slachtoffer] buiten bewustzijn was. Verdachte en zijn medeverdachten hebben ondanks [slachtoffer] ’s bewustzijnstoestand seks met haar gehad, zodat sprake is geweest van gedwongen seks. Een bewezenverklaring kan volgen voor het medeplegen van verkrachting door verdachte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich – overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegde schriftelijke pleitnota - ten aanzien van het primair ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat vrijspraak moet volgen, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
De raadsman heeft aangevoerd dat de verschillende verklaringen van [slachtoffer] niet consistent en niet geloofwaardig zijn. Daarbij ontbreekt het aan bewijs in het dossier waarom [slachtoffer] één uur lang compleet van de wereld zou zijn geweest. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dát er een filmpje is geweest waarop [slachtoffer] is te zien, nog daargelaten dat als dat wel zo is, onmogelijk kan worden vastgesteld dat daarop te zien is dat [slachtoffer] werd mishandeld en verkracht en dat zij buiten bewustzijn was.
Voorts kan in geen van de afgelegde getuigenverklaringen van [getuige 4] en [getuige 5] , alsmede in de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten bewijs worden gevonden dat [slachtoffer] zou zijn verkracht. Verdachte en zijn medeverdachten hebben verklaard dat er niets is gebeurd dat [slachtoffer] niet zelf wilde. Er is geen geweld gepleegd, [slachtoffer] is niet buiten bewustzijn geweest en [slachtoffer] is niet verkracht.
De raadsman heeft voorts aangevoerd dat verdachte ook van het subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken, nu geen sprake is van voldoende wettig en overtuigend bewijs dat [slachtoffer] inderdaad knock-out is geslagen en langdurig bewusteloos is geweest. Dit is hoogst onwaarschijnlijk en hierover ontbreekt bovendien een deskundigenrapport dat dit überhaupt mogelijk is. Bovendien heeft alleen [slachtoffer] dit verklaard en is in het dossier geen steunbewijs voor de verklaring van [slachtoffer] aanwezig.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat [slachtoffer] op de avond van 14 januari 2020 in de woning aan [adres] is geweest samen met verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en dat zij na afloop van de avond pijn had aan haar gezicht en zich niets meer kon herinneren van wat er in de woning precies is gebeurd.
Voorts kan op basis van de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden vastgesteld dat zij die avond op een bepaald moment in de slaapkamer alle drie seks met [slachtoffer] hebben gehad, bestaande uit pijpen, neuken en aftrekken, waarbij deze seks ook gelijktijdig heeft plaatsgevonden.
De vraag die thans aan de rechtbank voorligt, is of deze seks met [slachtoffer] al dan niet vrijwillig heeft plaatsgevonden.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In het dossier bevindt zich de getuigenverklaring van [slachtoffer] , die heeft verklaard dat zij in de avond van 14 januari 2020 in de woning van verdachte was, samen met verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Uit de getuigenverklaring van [slachtoffer] is voorts gebleken dat zij op een moment bewusteloos is geraakt, op de bank weer is bijgekomen en dat zij zich van de avond niets meer kan herinneren. [slachtoffer] had bij thuiskomst een blauw oog en zij heeft verklaard dat zij pijn had.
Voorts bevindt zich in het dossier de getuigenverklaring van [getuige 4] , de vriendin van [slachtoffer] , die heeft verklaard dat [slachtoffer] haar op de avond van 14 januari 2020 rond 23:00 uur facetimede en dat [slachtoffer] helemaal in paniek was en aan het huilen was. Tevens vertelde [slachtoffer] dat ze veel pijn had aan haar gezicht en aan haar nagels en dat ze was geslagen. Uit de getuigenverklaring van [getuige 4] is voorts gebleken dat [getuige 4] samen met haar moeder naar [slachtoffer] is gaan zoeken en zij haar op straat tegenkwamen en dat [slachtoffer] toen in paniek was, hard aan het huilen was en een blauw oog had. Binnen bij de moeder van [slachtoffer] zei [slachtoffer] steeds ‘ik weet het niet meer’.
In het dossier bevindt zich tevens de getuigenverklaring van [getuige 5] , het ex-vriendje van [slachtoffer] , die heeft verklaard dat hij op 14 januari 2020 rond 24:00 uur door [slachtoffer] werd gebeld en [slachtoffer] aan hem vertelde ‘ik ben geslagen en verkracht’. Hierop is [getuige 5] direct naar [slachtoffer] toegegaan, die bij het winkelcentrum in Stadshagen was. [getuige 5] zag [slachtoffer] buiten staan en sprak haar aan. [slachtoffer] was verward, was niet zichzelf en was ook bang. Tevens heeft [getuige 5] verklaard dat [medeverdachte 2] , toen [getuige 5] hem sprak, op dat moment aan de medeverdachten vroeg ‘we hebben [slachtoffer] toch niet verkracht?’ en dat [medeverdachte 2] voorts vertelde dat [slachtoffer] tegen de tafel aan was gevallen en dat [slachtoffer] daarom een blauw oog had.
Verder bevindt zich in het dossier de aangifte van de moeder van [slachtoffer] , die heeft verklaard dat [slachtoffer] op 14 januari 2020 om 00:30 uur appte dat ze naar huis kwam. Aangeefster heeft verklaard dat [slachtoffer] binnen kwam en erg verward was. Tevens had zij een blauw oog en rook zij naar sterke drank. [slachtoffer] moest hard huilen en zei steeds ‘ik weet niks meer’.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van de moeder van [slachtoffer] , vriendin [getuige 4] en [getuige 5] niet uitsluitend zijn gebaseerd op hetgeen [slachtoffer] aan hen heeft verteld, maar dat deze verklaringen ook hun eigen waarnemingen bevatten van de gemoedstoestand van [slachtoffer] direct na het ten laste gelegde feit. De rechtbank ziet in bedoelde waarnemingen, in samenhang met de rest van de verklaringen van de moeder van [slachtoffer] , [getuige 4] en [getuige 5] , een bevestiging van de verklaring van [slachtoffer] dat zij zich niets meer kan herinneren en pijn had aan haar gezicht. Daarbij wordt de getuigenverklaring van [slachtoffer] nog ondersteund door de letselrapportage, waaruit is gebleken dat [slachtoffer] een blauw oog had en diverse andere verwondingen over haar hele lichaam, welk letsel kan zijn ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld zoals slaan, schoppen of stoten.
Uit de getuigenverklaring van [slachtoffer] is voorts gebleken dat zij op 15 januari 2020 – en derhalve één dag later – in de bus zat toen zij van [getuige 1] een telefoontje kreeg dat hij een filmpje had gezien van de vorige avond waarop te zien was dat [slachtoffer] werd geslagen en werd verkracht en knock-out was.
De rechtbank stelt vast dat na uitvoerig politieonderzoek het betreffende filmpje niet is aangetroffen en derhalve niet door de politie kon worden bekeken.
De vraag die thans aan de rechtbank voorligt, is of dit filmpje heeft bestaan.
Uit het dossier is gebleken dat een verbalisant op 15 januari 2020 om 20:19 uur – en derhalve zéér kort na het incident – getuige [getuige 1] telefonisch heeft gesproken over het filmpje. [getuige 1] verklaarde dat hij het filmpje had bekeken, maar dit filmpje niet zelf in zijn bezit had. [getuige 1] verklaarde dat hij schrok van het filmpje. Hij herkende [slachtoffer] en hij zag dat zij geslagen en terwijl ze knock-out was, verkracht werd. [getuige 1] wilde de naam van de vriend die het filmpje in zijn bezit had niet noemen.
Op 15 januari 2020 om 20:41 uur heeft de verbalisant nogmaals telefonisch contact met [getuige 1] gehad en deelde [getuige 1] mee dat zijn vriend het filmpje net had verwijderd en dat het filmpje niet meer terug te halen was. [getuige 1] verklaarde verder dat het filmpje een instagram video call was en dat zijn vriend werd gebeld door medeverdachte [medeverdachte 1] via diens Instagramaccount [instagramaccount] .
Op 16 januari 2020 heeft een verbalisant nogmaals met [getuige 1] gebeld. [getuige 1] verklaarde dat hij op het filmpje zag dat [slachtoffer] knock-out werd geslagen door een onbekende jongen, dat ze daarna over haar gezicht werd geaaid en geduwd en dat een voet in haar gezicht wreef. Hierna kreeg [slachtoffer] een lul in haar mond. Dat deed verdachte. Daarna ging verdachte bovenop [slachtoffer] zitten en gingen ze vrijen. [slachtoffer] lag op haar buik en verdachte deed het van achteren.
Uit een proces-verbaal van bevindingen is voorts gebleken dat een verbalisant getuige [getuige 2] op 16 januari 2020 om 17:15 uur telefonisch heeft gesproken over het filmpje. [getuige 2] heeft verklaard dat hij via [getuige 1] een filmpje had gezien, waarop te zien was dat [slachtoffer] mishandeld werd en verkracht. [getuige 2] heeft verklaard dat de vriend van [getuige 1] gebeld zou zijn en dat die vriend van [getuige 1] toen een filmopname van dat videogesprek had gemaakt.
Vervolgens heeft [getuige 2] op 28 januari 2020 een getuigenverklaring afgelegd bij de politie, waar hij heeft verklaard dat hij op het filmpje zag dat [slachtoffer] op bed lag. Ze had een hemd aan en een roze of rode string. [slachtoffer] kreeg wat te drinken en lag knock-out. Naast haar lag een jongen die haar aanraakte over haar rug, alsof ze getroost werd. Eerst lag [slachtoffer] op haar buik en daarna op haar rug. [getuige 2] heeft verklaard dat hij vier jongens op het filmpje zag.
Na politieonderzoek is gebleken dat de vriend van [getuige 1] en [getuige 2] die het filmpje op zijn telefoon had, ene ‘ [getuige 3] ’ was. Dit is getuige [getuige 3] . [getuige 3] heeft op 4 maart 2020 bij de politie verklaard dat hij inderdaad een schermopname van het filmpje had gemaakt, omdat hij schrok van wat hij zag en het zielig vond voor het meisje. [getuige 3] heeft verklaard dat hij op het filmpje eerst het gezicht van een vriend zag en dat daarna de camera draaide en hij schrok. Het waren livebeelden en hij zag drie of vier jongens op het filmpje. Hij zag ook een meisje en het was seksueel geweld. Het meisje droeg een roze slipje en iets wits en het leek alsof het meisje aan het slapen was. Ze lag op een bed of een matras.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van bovenstaande getuigenverklaringen kan worden vastgesteld dat er wél sprake is geweest van een filmpje dat tijdens de groepsseks op de avond op 14 januari 2020 is opgenomen. [getuige 1] en [getuige 2] hebben zéér kort na het incident bij de politie verklaard over het filmpje waarop te zien is dat [slachtoffer] is mishandeld en verkracht. Ook [getuige 3] heeft verklaard dat hij een filmpje heeft gezien en dat daarop seksueel geweld te zien was.
De rechtbank acht deze drie getuigenverklaringen geloofwaardig, omdat zij onafhankelijk van elkaar verklaren dat sprake was van een meisje in een roze string en dat zij schrokken van het filmpje. De gedetailleerdheid dat [slachtoffer] die avond een roze string droeg, hetgeen klopt met hetgeen is opgetekend in het proces-verbaal ten aanzien van het forensisch onderzoek aan het ondergoed van [slachtoffer] , kunnen de getuigen [getuige 2] en ‘ [getuige 3] ’ alleen maar weten, omdat ze het filmpje daadwerkelijk hebben gezien. Getuige [getuige 1] heeft [slachtoffer] op het filmpje herkend. Voorts hebben zij naar het oordeel van de rechtbank geen enkel belang om hierover te liegen. Dat de drie personen geen namen willen noemen of geen verdere getuigenverklaring bij de politie willen afleggen, doet niets af aan de geloofwaardigheid dát er een filmpje is geweest en dat op dat filmpje [slachtoffer] was te zien, waarbij [slachtoffer] bewusteloos was en er seksuele handelingen met haar verricht werden.
Dat er daadwerkelijk een filmpje is geweest, wordt naar het oordeel van de rechtbank voorts nog ondersteund door de getuigenverklaring van [getuige 6] , de vriendin van medeverdachte [medeverdachte 1] destijds. Zij heeft op 3 maart 2020 bij de politie verklaard dat zij van [medeverdachte 1] zelf had gehoord dat hij die avond erbij was en dat die avond een filmpje is gemaakt waar [slachtoffer] op stond. Op het filmpje had [slachtoffer] seks met meerdere jongens, waaronder [medeverdachte 2] en verdachte. Voorts heeft zij verklaard dat [medeverdachte 1] had verteld dat de telefoons van de jongens in beslag waren genomen, maar dat zij zich hierover geen zorgen maakten, omdat het filmpje voor die tijd al was verwijderd.
De aanwezigheid van het filmpje wordt naar het oordeel van de rechtbank voorts nog ondersteund door diverse WhatsAppgesprekken, die in het dossier zitten.
Zo is bij het onderzoek aan de telefoon van [getuige 1] een WhatsAppgesprek aangetroffen van 15 januari 2020 om 14:33 uur tussen [getuige 1] en [getuige 2] , waarin zij samen spreken over het filmpje en [getuige 1] naar [getuige 2] appt dat hij ‘ [getuige 3] ’ erbuiten heeft gehouden.
En voorts is in zijn telefoon een chatgesprek aangetroffen tussen [getuige 1] en [naam 1] , zijnde de kickbokstrainer, waarin op 15 januari 2020 wordt gesproken over het filmpje en dat het echt niet kan wat er is gebeurd en dat [getuige 1] appt ‘puur ook het feit dat ze buiten bewust was en dan nog het lef hebt om dr te neuken en zn lul in haar mond te stoppen’.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt de aanwezigheid van het filmpje tot slot nog ondersteund door een tapgesprek tussen verdachte en [medeverdachte 1] en een chatbericht tussen [medeverdachte 3] en verdachte, waaruit is gebleken dat de verdachten zelf onderling ook hebben gesproken over het filmpje.
Zo wordt in een tapgesprek op 22 maart 2020 tussen [medeverdachte 1] en verdachte gesproken over [getuige 1] en het filmpje en dat ze denken dat hij het filmpje niet heeft, omdat ‘de politie hen anders al had geklemd’. In een chatgesprek op 22 maart 2020 dat is aangetroffen op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 3] tussen [medeverdachte 3] en verdachte, wordt besproken ‘waar het filmpje is, maar dat zij het hadden verwijderd en [medeverdachte 2] het heeft gefixt’.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat er een filmpje is gemaakt op 14 januari 2020 in de slaapkamer in de woning van verdachte, toen verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] seks hadden met [slachtoffer] . Daarbij is op het filmpje te zien dat [slachtoffer] werd geslagen, buiten bewustzijn was en om die reden geen weerstand kon bieden, terwijl de seks plaatsvond. Dat op de avond van 14 januari 2020 daadwerkelijk sprake is geweest van seksuele handelingen tussen [slachtoffer] en verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , bestaande uit pijpen, neuken en aftrekken, waarbij sprake was van gelijktijdigheid wordt voorts ondersteund door de eigen verklaringen van de drie verdachten.
Naar het oordeel van de rechtbank is tevens sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de twee medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Uit de hiervoor omschreven bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gezamenlijk in de slaapkamer zijn geweest waar zij vervolgens seks hebben gehad met [slachtoffer] . De verdachten hebben verklaard dat zij alle drie seks met [slachtoffer] hebben gehad, bestaande uit neuken, pijpen en aftrekken en dat dit tevens tegelijk heeft plaatsgevonden. Tijdens deze groepsseks heeft medeverdachte [medeverdachte 1] gefilmd. Na afloop hebben de drie verdachten [slachtoffer] gezamenlijk naar huis gebracht.
Gelet op de hierboven omschreven gedragingen van verdachte en zijn medeverdachten, vóór, tijdens en na het binnengaan van de slaapkamer, een en ander in onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat op 14 januari 2020 sprake is geweest van een situatie waarin verdachte en diens medeverdachten nauw en bewust met elkaar samenwerkten.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat aangeefster vrijwillig seks met verdachte heeft gehad. De rechtbank is van oordeel dat verdachte niet van vrijwilligheid mocht uitgaan, nu [slachtoffer] tijdens die avond in elk geval op een essentieel moment buiten bewustzijn is geweest en derhalve geen of onvolkomen weerstand kon bieden en er tevens sprake was van een fysieke, numerieke en feitelijke overmacht door verdachte en zijn medeverdachten. Onder die omstandigheden was er op dat moment geen sprake van vrijwilligheid.
De rechtbank komt gelet op het vorenstaande dan ook tot de conclusie dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich op 14 januari 2020 heeft schuldig gemaakt aan verkrachting in vereniging.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 januari 2020 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander, door geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2002) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door:
- meermalen, zijn penis in de mond en/of de vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of
- meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] zijn penis laten betasten en/of aftrekken van zijn penis,
en bestaande dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden hierin dat verdachte
en/of zijn mededader(s),
- die [slachtoffer] in/tegen het gezicht heeft/hebben geslagen/gestompt, waardoor die [slachtoffer] buiten bewustzijn is geraakt en/of geen weerstand (meer) kon bieden en/of
- de riem en/of broek en/of (boven)kleding van die [slachtoffer] heeft/hebben uitgedaan en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in het gezicht heeft getikt en/of
- (daarbij) die [slachtoffer] heeft gefilmd en/of
- (hierbij) misbruik heeft/hebben gemaakt van het fysieke en/of numerieke en/of
feitelijke overwicht ten opzichte van die [slachtoffer] , waardoor verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer] in een weerloze en/of afhankelijke toestand heeft/hebben gebracht waardoor zij niet of onvolkomen in staat was weerstand te bieden en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 242 en 248 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
primair
het misdrijf:
verkrachting, terwijl het feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar met aftrek van het voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van een eventuele strafoplegging.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich met verschillende meerderjarige medeverdachten schuldig gemaakt aan het verkrachten van de destijds 17-jarige [slachtoffer] . Verdachte is in de woning van zijn vader samengekomen met zijn vrienden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [slachtoffer] , waarna gedurende een deel van de avond in de slaapkamer [slachtoffer] door de verschillende jongens was omringd, werd vastgepakt en geslagen, en waarbij tussen [slachtoffer] en de drie verdachten seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, terwijl zij op dat moment buiten bewustzijn was. Daarbij is de groepsseks gefilmd door één van de verdachten.
Door aldus te handelen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Dit heeft ook nadelige psychische gevolgen van mogelijk langere duur meegebracht, zoals ook uit de schriftelijke slachtofferverklaring is gebleken, welke ter terechtzitting van 11 oktober 2021 door de moeder van [slachtoffer] , mede namens [slachtoffer] , is voorgelezen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsrapport over verdachte van
1 oktober 2021, waaruit is gebleken dat verdachte 21 jaar is en een ontkennende verdachte is. Hierdoor heeft de reclassering geen verband kunnen leggen tussen het tenlastegelegde en eventuele criminogene factoren en is het eveneens niet mogelijk gebleken een concrete inschatting te maken van eventuele risico’s. Er zijn volgens de reclassering wel signalen die duiden op een beneden gemiddelde intelligentie bij verdachte. De reclassering adviseert geen reclasseringstoezicht op te leggen en kan voorts op basis van de huidige informatie niet inschatten of het jeugdstrafrecht bij verdachte moet worden toegepast. Enerzijds woont verdachte nog bij zijn vader en lijkt er ruimte voor pedagogische beïnvloeding, anderzijds regelt verdachte zelf al veel praktische zaken. De rechtbank acht toepassing van het jeugdstrafrecht niet aan de orde.
De rechtbank overweegt dat de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) uitgaan van een gevangenisstraf voor de duur van
24 maanden bij verkrachting.
De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij dit oriëntatiepunt en weegt bij deze verkrachting als strafverzwarende omstandigheden mee dat sprake is geweest van medeplegen, het uitoefenen van geweld alsmede de leeftijd en de kwetsbaarheid van het slachtoffer. Het slachtoffer was een destijds 17-jarig meisje dat bijna geheel naakt in de slaapkamer buiten bewustzijn was en werd geconfronteerd met drie jongens, die fysieke druk op haar uitoefenden, waarbij zij ook werd geslagen, bewusteloos was en aldus geen kant op kon.
Gezien de ernst van het gepleegde feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor het gebeurde, en heeft daarmee dus ook geen inzicht gegeven in de redenen waarom hij tot dit delict is gekomen. Ook de reclassering heeft geen volledig beeld gekregen van verdachte. Daarbij is uit het dossier echter wel een beeld van verdachte gerezen dat hij richting vrouwen weinig respectvol is, hetgeen zorgelijk is. Nu verdachte heeft aangegeven niet open te staan voor reclasseringstoezicht acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met oplegging van bijzondere voorwaarden niet aan de orde, zodat zal worden volstaan met oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht oplegging van een contactverbod, zoals door [slachtoffer] is verzocht, gelet op de op te leggen gevangenisstraf niet opportuun.
Alles afwegende acht de rechtbank in dit geval oplegging van een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van voorarrest passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] (gemachtigde mr. M. Veldhuysen, advocaat te Zwolle), heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 21.625,-- (eenentwintigduizend zeshonderdvijfentwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- zorgverlof moeder: € 1.400,--;
- earpods: € 125,--;
- geldbedrag van rekening: € 100,--.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 5.000,-- per verdachte gevorderd, in totaal derhalve € 20.000,--.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] ten aanzien van de materiële kosten wordt toegewezen tot een bedrag van
€ 1.400,--, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot voornoemd bedrag.
De gevorderde kosten voor de earpods en het tankgeld moeten worden afgewezen, omdat geen sprake is van een direct verband tussen de schade en het strafbare feit.
De officier heeft ten aanzien van de immateriële kosten gevorderd dat deze worden toegewezen tot een bedrag van € 5.000,-- per verdachte.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, gelet op het feit dat verdachte dient te worden vrijgesproken voor het primair en subsidiair ten laste gelegde.
De raadsman heeft zich subsidiair ten aanzien van de vordering van de materiële kosten van het zorgverlof en de immateriële schade gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en heeft ten aanzien van de overige materiële kosten verzocht deze kosten af te wijzen, omdat deze kosten in een te ver verwijderd verband staan van het tenlastegelegde.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het primair bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De onder de post ‘zorgverlof moeder’ opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, ondanks dat door of namens verdachte de omvang ervan niet is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De onder de posten ‘earpods’ en ‘geldbedrag van rekening’ opgevoerde schade is naar het oordeel van de rechtbank geen rechtstreekse schade van het primair bewezenverklaarde feit. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De vordering ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is niet betwist door de verdediging. Gezien de ernst van de inbreuk die verdachte met het bewezenverklaarde feit heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit is de rechtbank van oordeel dat het slachtoffer wegens aantasting van de persoon schadevergoeding toekomt. Gelet op de intensiteit, de duur en de omvang van de inbreuk zal de rechtbank naar maatstaven van billijkheid oordelend de gevorderde immateriële schade toewijzen tot een bedrag van € 7.500,--.
De rechtbank zal het immaterieel gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van in totaal
€ 7.500,-- hoofdelijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd en de vordering voor het meer of anders gevorderde niet ontvankelijk verklaren. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 72 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 36f Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair: het misdrijf:
verkrachting, terwijl het feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] (gemachtigde mr. M. Veldhuysen, advocaat te Zwolle), toe tot een bedrag van € 7.500,-- (bestaande uit
immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] (gemachtigde mr. M. Veldhuysen, advocaat te Zwolle), (primaire feit): van een bedrag van € 7.500,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2020) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het primair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 7.500,- (zegge: zevenduizendvijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 72 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer] (gemachtigde mr. M. Veldhuysen, advocaat te Zwolle), voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.E. Schaap, voorzitter, mr. G.M.J. Vijftigschild en
mr. R.P. Adema, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Nassau, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2021.
Buiten staat
Mr. Adema is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ONRBC20406/California. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 17 januari 2020 [1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer] :
(..) V: Wat kun je ons vertellen over hetgeen met jou is gebeurd op de dinsdag 14 januari 2020?A: Nou ik was gewoon met vrienden, toen gingen we drinken en was ik dronken en toen weet ik niet meer.(..)V: Met welke vrienden was je dan?A: [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .V: Waar was dit preciesA: Bij [verdachte] . In Stadshagen, winkelcentrum. (..)V: Vorige keer heb je gezegd dat er ook nog een vierde persoon later kwam.A: Ja, dat klopt.V: Wie was dat?A: Op Insta heet hij [medeverdachte 3] .(..)
V: Wat gebeurde er toen met jou?A: Volgens mij ben ik toen bewusteloos gegaan.V: En toen?A: Toen ik daarna weer wakker. Die vrienden van mij hadden mij op de bank gelegd en ijs op mijn hoofd gedaan.V: En toen?A: Toen hadden ze mij naar huis gebracht?V: Wie heeft jou naar huis gebracht?A: [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . (..)
V: Je zei eerder dat je op een gegeven moment [getuige 4] hebt gecontact?A: Ja, toen ik daar nog binnen was. Ik was toen even naar buiten gelopen.V: Wat heb je tegen haar gezegd?A: Dat ik was geslagen en dat ik pijn had.(..)V: Je krijgt dan een berichtje van [getuige 1] , wat heeft hij precies gezegd?A: Weet ik niet meer. Ik onthoud echt niet al die appjes.V: Wat heeft hij toen tegen jou gezegd toen jij in die bus zat met je vriendin. Dat telefoongesprek.A: Nou dat hij een filmpje had gezien dat ik werd verkracht. Dat ik werd geslagen, en getrapt.V: Nog meer?A: Ja en geneukt.V: Hoe ging dat neuken?A: Dat weet ik niet. Hij heeft niet precies alles verteld.V: Waren er nog meer mensen aanwezig?A; Ja, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .V; hoe had hij dat gezien?A: Via die vriend van hem. Die had het over gefilmd van het videobellen. (..)V: Geloofde je het dan wat [getuige 1] had gezegd?A: Ja, eerst wel, maar nu niet meer.V: Waarom geloofde je het dan toen wel?A: Omdat het toen allemaal heel logisch klonk, dat die jongen het had gefilmd, als bewijs. En dat ze me wilde helpen enzo.V: Waarom klinkt het nu dan niet meer logisch?A: Omdat het filmpje nu weg is en hij niet meer wil helpen.V: Zijn er naast [getuige 1] nog meer mensen die het filmpje hebben gezien?A: Ja vriend van [getuige 1] , [getuige 2] . Hij had mij ook bericht dat hij mij had gezien dat hij het gezien had. Hij had mij bericht via Insta. Ik was geen vrienden met hem op Insta. Dit was de dag erna. Ik heb hem fysiek nog nooit gezien.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 2 juni 2020 [2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer] :
(..) V: Voordat we verder gaan met onze vragen, zou jij ons nog eens willen vertellen wat erop 14 januari 2020 is gebeurd.A: Ik ging gewoon met de bus daarheen. Naar [verdachte] ’s huis. Daar zouden we afspreken met [verdachte] en [medeverdachte 1] . Ik had al een paar weken daarvoor ruzie gehad met [medeverdachte 2] . Ik kwam daar en [medeverdachte 2] zat daar ook opeens, waarvan ik het niet wist. Ik ging praten met hun. Het was gezellig net als altijd. (..) Sindsdien kan ik het mij niet meer herinneren. Ik werd wakker op de bank. Toen hebben ze mij naar huis gebracht.(..)
V: Wat voelde jij?A: Ik viel op de grond. Volgens mij. Dat kan ik mij niet meer herinneren.(..)
V: Je vriendin [getuige 4] had tussen 23:00 uur en 23:10 uur via Facetime contact met jou. Wat herinner je je daarvan?A: Toen was ik weg gelopen.(..)O: [slachtoffer] wordt een app gesprek tussen haar en [getuige 4] voorgehouden. V: Wat kan je hier over vertellen?A: Dat kan ik mij niet meer herinneren, dat ik dat geappt hebt. (..)V: Je snapt naar [getuige 4] dat het niet oké was. Wat was er niet oké?A: Dat weet ik niet meer.(..)V: Ook zocht je tussen 23:45 uur 24:00 uur contact met je ex vriend, [getuige 5] Kan je uitleggen waarom je juist met hem contact zocht?A: Omdat hij daar dichtbij woonde.(..)A: Die jongens staan buiten en [getuige 5] staat daar ook. Toen ik buiten kwam liep ik eerst naar [getuige 5] . Hij vroeg of alles oké was. Ik weet niet meer wat ik zei. Ik zei denk ik: “Jahoor.”. En toen ging ik de auto in. Toen ging [getuige 5] nog met hun praten. (..)V: Wie gaat er allemaal in de auto zitten?A: [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 1] en ik. (..)
V: Wat werd er in de auto gezegdA: Ik weet het niet. Ik was aan het slapen. Ik was een beetje weg.
V: Waarom ben je bij de Albert Heijn afgezet?A: Ik had binnen gekregen in appjes dat er mensen bij mij thuis waren. Dat de politieer was, mijn moeder, [getuige 4] en haar moeder. Omdat iedereen bij mijn moeder was, heb ik dat gezegd.(..)
A: Ik kwam onderweg [getuige 4] en haar moeder tegen. Die waren aan kwamen rijden. Toen ik thuis kwam was mijn moeder er en nog een politieagent.V: Hoe ging dat?A: De politieagent vroeg toen ik thuis kwam wat er gebeurd was. Omdat ik een blauw oog had. Ik had uitgelegd wat ik nog wist. Hij vroeg of ik drugs had gebruikt. Hij zei dat ik dan een drugstest moest doen. Maar dat gevoel had ik niet(..)V: [getuige 1] neemt op een gegeven moment contact met jou op. Wat kun je daar over vertellen?A: Ik zat in de bus naar school.V: Heb jij hem ook nog gebeld? Weet je nog hoe dat ging?A: Hij belde mij volgens mij. Toen had ik dat niet gezien. En toen nam ik op en toen zei hij het. (..)V: Wat vertelde hij precies wat hij gezien had?A: Hij zei dat hij een video had gezien waarop hij mij zag, waarbij ik op een bed lag bij [verdachte] . Dat ik knock out was. Dat hun mij sloegen enzo. Hij wilde geen namen noemen, maar dat ik werd geneukt door iemand. (..)V: Wat zei je tegen [getuige 1] dan?A: Ik zei dat ik het niet geloofde. Hij zei dat hij het echt had gezien. En toen hing hij op volgens mij.V: [getuige 4] zit naast jou en wat zei je toen tegen [getuige 4] ?A: Wat [getuige 1] tegen mij had gezegd. Ik zei wat ik nog wel wist en van dat filmpje wist ik niet. Dat ik dat niet geloofde. Dat heb ik ook zo tegen [getuige 4] gezegd. (..)V: Je zei dat je nog contact met [getuige 2] had gehad. Vertel eens.A: Hij zei dat hij wat had gezien. Hij vertelde precies hetzelfde. (..)V: Hoe weten die jongens zeker dat jij dat bent op dat filmpje?A: [getuige 1] zei dat hij mij herkende. Dat hij zeker wist dat ik dat was. (..)
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] d.d. 3 juni 2020 [3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer] :
(..) V: [getuige 4] vertelde dat jij erg in paniek was. Wat kan jij je daar nog van herinneren?A: Ik weet dat niet meer precies, maar ik was vooral in paniek dat ik in mijn gezicht geslagen was. Ik had superveel pijn. Ik was toen een tijdje weg. Ik werd daarmee wakker op de bank. Dus toen schrok ik heel erg, omdat ik het niet meer precies wist. Ik Facetimde [getuige 4] , dus ze zag mij gewoon. Ze zag ook wel dat er iets niet klopte.V: Waardoor was je zo in paniek?A: Ik was geslagen en ik wist van een tijdje niet meer wat er was gebeurd. Ik wist dat ik was geslagen. Ik denk dat ik toen gewoon ben gevallen op de grond ofzo iets. En daarna werd ik opeens wakker op de bank. De tijd daartussen wist ik niet meer. Ik was daarvan in de war. Er zat best een lange tijd tussen. Opeens was het een stuk later. En mijn oog was zo blauw, daar schrok ik ook van.V: Waar had je pijn?A: Heel erg een bons bij mijn wang. Op mijn bovenbeen had ik hele grote blauwe plekken, dat voelde ik ook. Overal had ik wel wat blauwe plekken. Ook achter mijn oor ofzoiets. (..)V: Je zei dat je geslagen was en dat je bij kwam op de bank. Hoe zat het op dat moment met je kleren toen je bij kwam?A: Ik was wel weer aangekleed. Ik was gewoon aangekleed. Mijn riem lag volgens mij nog ergens. Ze hadden mij onder een dekentje gelegd en ik had ijs op mijn oog. Ik had niet het gevoel dat er iets raars gebeurd zou zijn, omdat ze normaal tegen mij deden. Toen ik daar lag voelde ik pijn.V: Je zegt: “Ik was wel weer aangekleed”?A: Ja, ik denk dat ik misschien uitgekleed was. Omdat ik dat gehoord had over dat filmpje. Maar dat weet ik dus niet zeker.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 21 januari 2020 [4] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 4] :
(..) Het was dinsdagavond 14 januari 2020. Ik lag gewoon in bed. Ze Facetimde me. Ik nam gewoon op, want ik dacht: ze heeft wat te vertellen. Ik weet wel dat ze die avond bij [verdachte] thuis was met [medeverdachte 1] . Ik nam op en ze was heel erg in paniek. Ze was helemaal aan het huilen. Ik vroeg meteen wat er was. Het enige wat ze kon zeggen, was dat ze zoveel pijn had aan haar gezicht en aan haar nagels. Ze kon nauwelijks antwoorden op mij. Ze kon alleen maar zeggen hoeveel pijn ze had. (..) Om het kwartier had ik contact met haar. Ik kon daar dan niets van maken. Ze stuurde allemaal letters die door elkaar stonden. Ze stuurde dat via Snap. Ze stuurde tussendoor ook twee spraakberichten. Ze zei dat ze niet wist waar ze was en dat ze veel pijn had. (..) Mijn moeder en ik zijn die kant op gelopen. We zagen haar. Ze was helemaal in paniek en hard aan het huilen. Het was echt een beetje eng ofzo. Ze had een blauw oog. We zijn naar binnen gegaan. Ze zat eerst de hele tijd op een stoel. Ze was erg angstig en zat in elkaar. Ze zei de hele tijd: “ik weet het niet meer, ik weet het niet meer’’. Ik ging met haar praten over wat voor contact ik met haar had gehad. Toen werd het helderder voor haar. Ze herinnerde zich steeds meer. Toen kwam de politie. (..)
V: Wat heeft ze verteld?A: Ze was bij [verdachte] thuis. Het was normaal en was leuk.(..) Toen kreeg zij een vuist of klap in haar oog. Toen is ze knock-out gegaan, zei ze. Ze lag op de grond. Die anderen hadden gezegd dat ze er best lang niet was. Ze werd wakker op de bank met een cool pack. Ze wilde naar huis, omdat ze zich niet veilig voelde. Ze wilde naar huis en toen hebben [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] haar naar huis gebracht. Ze hebben haar toen in de buurt afgezet.(..)V: Hoe laat heeft [slachtoffer] jou dinsdagavond gebeld via Facetime?A: Dit was rond 23.00 a 23.10 uur. (..)V: Wat hoorde je [slachtoffer] precies zeggen?A: Ze zei dat ze heel veel pijn had. En dat ze was geslagen. Dat herhaalde ze de hele tijd. Voor de rest heeft ze niet iets gezegd. Ik wist dat het niet goed was en dat ze hulp wilde. Dit hoorde ik aan haar stem.V: Hoe was haar stem?A: Heel erg in paniek en heel bang. (..)
V: Op het moment dat je haar aantreft, als je haar ’s nachts aantreft. Wat zie je aan [slachtoffer] ?A: Ze was heel erg aan het huilen. Ze was erg in paniek en bang.(..)V: Wanneer heeft ze jou dit verteld?A: Toen de politie bij haar thuis was.V: Ze vertelde dat ze buiten bewust zijn was geweest?A: Dat wist ze niet zeker, maar dat dacht ze wel.V: Wat heeft ze daarover verteld?A: Ze werd wakker op de bank met een cool-pack op haar oog.V: Wie waren er toen bij?A: [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . Die jongen was geloof ik weg. (..)V: Hoe zag zij er uit toen jullie haar aan troffen?A: Ze had een heel dik gezicht. Haar haar zat helemaal alle kanten op. Ze keek heel angstig uit haar ogen. (..)
V: Wie is [getuige 1] ?A: Dat is niet echt een vriend van [slachtoffer] , meer een kennis. De volgende dag, toen gingen we naar school. [getuige 1] had [slachtoffer] toen gesnapt van: “hoe gaat het met je?’ Zij zei: “goed met jou ”. Hij zei: Volgens mij gaat het helemaal niet goed met je”. Zij zei: “Hoe bedoel je?” Hij zei: “Over gisteravond”. Zij zei: “Ik ben geslagen”. Hij zei: “Niet alleen dat. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien". Zij zei: “Wat bedoel je?” Hij zei: “Dat je door die jongens, [medeverdachte 2] en [verdachte] bent verkracht”. En dat [medeverdachte 1] op Instagram video call onder andere met [getuige 1] en wat andere jongens aan het videobellen, toen dat gebeurde. Dat is toen volgens mij gefilmd. Dat is toen door een andere jongen, ik heb geen idee wie, een schermopname van gemaakt.V: Wat was de reactie van [slachtoffer] toen?A. Ze kon het niet geloven. Ze was aan het bellen met [getuige 1] en ze vertelde aan mij wat er was gezegd. We waren allebei in shock.(..)
V: Wat heeft [getuige 1] verteld over wat er te zien was op de video?A: Dat [medeverdachte 2] [slachtoffer] had verkracht en [verdachte] ook. En dat [medeverdachte 1] in die Instagram video het aan het filmen was. En dat ze haar ook nog wel een paar keer hadden geslagen of getrapt in haar gezicht. Ik denk om te kijken dat ze bij was ofzo.V: Wat heeft hij over de kleding gezegd van [slachtoffer] ?A. Ze had nog wel gewoon lingerie aan. Hij heeft niet precies verteld wat van de lingerie, onderbroek of bh of allebei.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 29 januari 2020 [5] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 5] :
(..) Kan je ons iets meer vertellen over wat er met [slachtoffer] is gebeurd?A: Ze belde mij in één keer. Dat was rond 24.00 uur ongeveer. Ik lag in bed. De volgende dag had ik school. Ze belde mij op. In één keer zei ze: “Ik ben geslagen en verkracht”. Ik sprong uit bed. Ik zei: “Doe even rustig, waar ben je?” Ze zei dat ze in een winkelcentrum in Stadshagen was. (..) Ik ging me aankleden en ben naar het winkelcentrum gegaan. Ik ben daar lopend naar toe gegaan. (..) Ik zag iemand staan en ik rende er heen. Het was [slachtoffer] . Ik sprak haar aan, maar ze was echt verward. Ze was vaag enzo. Ik vond het raar. Ze stond voor die flat. Toen kwamen er opeens vier boys naar beneden gelopen. Die keken mij aan. Ze schrokken een beetje. Ik dacht: “Er klopt iets niet”. Eén zo’n jongen ken ik. Hij kwam mij bekend voor. Hij zei: “Kom mee”. Ik ging met hem praten. Hij zei: Ze kwam helemaal raar aan de deur. Ze belde de hele tijd aan bij de flat”. (..) Hij zei dat ze haar oog tegen de punt van de tafel aan stootte. Ik vertrouwde het verhaal niet, want zo is ze niet. En toen gingen ze haar naar huis brengen. Dat vond ik heel raar. Met de auto. Het verhaal wat hij vertelde dacht ik: “Er klopt iets niet aan”. (..) [slachtoffer] werd naar huis gebracht, dus ik ging ook naar huis. De volgende dagen daarna hoorde ik ook dat er een video was gemaakt en dat die rond was gegaan. De video heb ik gelukkig niet gezien. Mensen hadden het daarna verwijderd hoorde ik. Ik zag aan [slachtoffer] dat ze niet haar zelf was. Ze was helemaal verward enzo.(..)
V: Hoe klonk [slachtoffer] aan de telefoon?A: Bang, ze moest huilen. Ze wist niet wat ze moest doen. Merendeels gewoon bang. Ze wist ook niet waar ze was eerst, zei ze. (..)V: Hoe lang duurde dat eerste gesprek?A: Vier minuten ongeveer? (..)
V: Wat heeft [slachtoffer] allemaal in het die twee gesprekken verteld?A: Waar ze was. Dat ze geslagen en verkracht werd. Dat haar telefoon steeds weg valt. Ze vertelde dat ze in het winkelcentrum Stadshagen was.(..)
V: Wat hoorde je allemaal over de telefoon?A: Ze was echt aan het huilen. Ze zei dat ze bij het winkelcentrum was. Voor de rest wist ze niet veel meer.(..)
V: Jij werd gebeld voor het eerst door [slachtoffer] gebeld om 24.00 uur. Hoeveel later na het eerste telefoontje van [slachtoffer] was jij ter plaatse?A: Vijf of zes minuten later. (..)V: Hoe zag [slachtoffer] er uit toen jij haar buiten aan trof?A: Bang.V: Waar zag je dat aan?A: Aan haar gezicht. Hoe ze praatte was ook vaag. Ze was er niet helemaal helder bij. Ik weet hoe ze is. Als er iets aan de hand is merk je dat gelijk aan haar.V: Wat vertelde ze jou op dat moment?A: Eigenlijk niet veel. Ik vroeg: “wat is er gebeurd?" Ze zei: “Nee nu niet”. Ik zag dat ze echt bang was. Toen kwamen die jongens er aan lopen. Het ging allemaal zo snel. (..)V: Hoe zat haar haar?A: Een beetje door elkaar heen. Ze heeft lang stijl haar. Het zat los en dat zat een beetje door elkaar heen.(..)
V: Ik bedoel eigenlijk op dat moment, dat hij je mee nam naar de auto met de andere jongens. Heb jij toen nog met die andere jongens gesproken?A: [medeverdachte 2] zei tegen de jongens: “We hebben [slachtoffer] toch niet verkracht, dit en dat”. Ze zeiden: “Nee, hebben we niet gedaan”. (..)V: Waarom komt [medeverdachte 2] opeens met het woord verkracht?A: Ik zei tegen hem: “ [slachtoffer] belde mij op dat ze verkracht is en geslagen. Weet jij daar iets van?” [medeverdachte 2] zei van niet. Toen kwam hij met dat verhaal dat [slachtoffer] tegen de tafel aan was gestoten. Ik wist echt niet wat ik moest doen toen ik aan kwam. Alles was heel vaag. Ook met hun. Ik vertrouwde het niet. Ze deden heel vaag. Het hele verhaal gingen ze al verdraaien volgens mij.(..)V: Hoe reageerde [slachtoffer] er op dat jij met [medeverdachte 2] ging praten?A: Ze stond om het hoekje. Heel angstig volgens mij.V: Heeft [slachtoffer] nog iets gezegd toen jij daar stond met die jongens?A: Nee, ze was heel stil. Ik kreeg niet veel uit haar. Ik wou haar helpen, maar ze zei niets.V: Hoe komt dat denk je?A: Ik denk dat ze bang was. Ze was ook heel vaag. Ik weet niet hoe ik het moet zeggen?V: Was ze onder invloed van iets?A: Niet dat ik weet. Ze leek haar zelf niet. Dus misschien dat hun.. Normaal praat ze gewoon. Ze zei niet veel, ze was bang.(..)
Een proces-verbaal van aangifte van [aangever] d.d. 21 januari 2020 [6] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster [aangever] :
(..) Zij deed aangifte namens het slachtoffer
Achternaam [slachtoffer]
Voornamen [slachtoffer] (..)
V: Wat kun jij ons vertellen over hetgeen is gebeurd met [slachtoffer] ?(..)A: Die dinsdag 14 januari 2020 kreeg ik een appje dat de bus vertraging had, dat was om 23:09 uur. Ze zou 23:15 uur thuis zijn. (..) Om 23:25 uur appte ik dat ik me zorgde maakte. (..) Om 23:15 uur word ik gebeld door de moeder van [getuige 4] . Die zei dat [getuige 4] een bericht van [slachtoffer] had via Snapchat dat het niet oké was. [slachtoffer] was in paniek, dat zei ze. (.. ) Toen heb ik om 23:26 uur de politie gebeld. (..) Om 00:30 uur zie ik dat ik appte waar ze was. Zeappte toen dat ze bij papa was.(..) Toen ik zag dat ze papa had geschreven zijn [getuige 4] en haar moeder daar naar toe gegaan. Ze hebben haar tegemoet gelopen en hebben haar meegenomen naar mijn huis. Ze kwam binnen en was verward. Ik zag dat ze een blauw oog had en ik schrok me kapot. De haren waren verward, maar het regende ook. Ik rook ook drank, dat had ik nog nooit zo bij haar geroken. Het was echt sterke drank. Ze is gaan zitten. Ik heb een arm om haar heen gedaan. Ze moest heel hard huilen. Ze zei eigenlijk alleen maar: "Ik weet niks, ik weet het niet meer". (..)Ze denkt dat ze even weg is geweest, bewusteloos, maar ze wist het niet meer. Toen ze bij was lag ze op de bank. De jongens hadden haar ijs gegeven voor haar oog. Ze hadden haar geholpen en die man hadden ze naar beneden gebracht. (..) Toen hebben haar vrienden haar naar huis gebracht.(..)
Een proces-verbaal van bevindingen 24 maart 2020 [7] , inhoudende een forensisch geneeskundige letselbeschrijving met bijlagen, zakelijk weergegeven:
(..) Datum onderzoek 15 januari 2020.Betrokkene [slachtoffer] .Fysieke klachten BE: Pijn met name onder het rechter oog, op de linker bovenbeen en rechter schouder.Hoofd1: Onder het rechteroog is een matig scherp begrensde rood- paarse huidverkleuring met enige onderliggende zwelling zichtbaar, van ca. 3,2x1,0 cm (groene pijl, foto 1 en 2).(..)3: Achter het linkeroor in een gebied van ca. 4,0x1,5 cm is een zwelling voelbaar zonder huidverkleuring (niet goed zichtbaar op de foto; blauwe ovaal, foto 3).(..)Rechterarm

6. Op de achterzijde van de rechterschouder bevindt zicht een slecht begrensde grillige bruine huidverkleuring van ca. 3x1,5 cm (paarse ovaal, foto 8).

7: Op de achterzijde van de rechterschouder, ca. 1 cm rechts van letsel 6, bevindt zich een paars/bruine huidverkleuring van ca. 3,5x2 cm met aan de bovenkant een matig scherpbegrensde ovale huiddoorbreking van ca. 1x0,5 cm (rode ovaal, foto 8). (..)
Linkerarm

11. Op de buigzijde van de linker bovenarm in een gebied van ca. 2x2 cm bevinden zich twee onscherp begrensde bruin-blauwe huidverkleuringen, van resp. ca. 0,5x0,8 cm en ca. 1,2x0,7 cm (gele rechthoek, foto 12 en 13).

Op de binnenzijde van de linker bovenarm, ca. 5 cm onder de oksel, bevindt zich een preexistente huidafwijking (paarse pijl, foto 12 en 14).

12. Op de pinkzijde van de linkerpols bevindt zich een pijnlijke zwelling zonder huidverkleuring, van ca. 3x1,5 cm (slecht zichtbaar op de foto; blauwe ovaal, foto 15).

Rechterbeen
13: Op de rechterheup bevindt zich een matig scherpbegrensde grillige blauwe huidverkleuring van ca. 4,5x4,5 cm, met aan de bovenzijde twee ronde huiddoorbrekingen met een diameter van 0,3 cm (groene cirkel, foto 16)
14: Op de voorzijde van de rechterheup, ca. 3 cm voor letsel 13, bevindt zich een matig scherpbegrensde grillige blauwe huidverkleuring van ca. 1x0,8 cm (blauwe pijl, foto 15 en 16)(..)
17: Op de strekzijde van het rechter bovenbeen net boven de knie bevindt zich een onscherp begrensde ovale rode huidverkleuring van ca. 0,4x0,5 cm (rode pijl, foto 18).
18: Op de binnenzijde van de rechterenkel, aan de kant van de grote teen, bevindt zich een ronde oppervlakkige roodheid en onderliggende zwelling, met een diameter van ca. 2,5 cm (groene cirkel, foto 19).
Linkerbeen
20: Op de strek-/buitenzijde van het linker bovenbeen bevindt zich een slecht begrensde grillige bruine huidverkleuring van ca. 2,8x3 cm (groene pijl, foto 20 en groene cirkel, foto 21).
21: Op de strek-/buitenzijde van het linker bovenbeen bevindt zich een slecht begrensde grillige paars/donker groene huidverkleuring van ca. 4,5x4,5 cm, met onderliggende zwelling (gele pijl, foto 20 en gele cirkel, foto 22).
22: Op de strek-/buitenzijde van het linker bovenbeen bevindt zich een slecht begrensde grillige blauw/groene huidverkleuring met centrale roodheid van ca. 6,5x6 cm, met onderliggende zwelling (rode pijl, foto 20 en rode cirkel, foto 23).(..)
26: Op de strek-/buitenzijde van het linker onderbeen, ca. 10 cm onder de knie, bevindt zich een matig scherpbegrensde ovale blauw/paarse huidverkleuring van ca. 2,5x2,2 cm (blauwe cirkel, foto 28).
27: Op de buitenzijde van de linkervoet bevinden zich in een gebied van ca. 10x2 cm meerdere ronde en streepvormige licht rood/bruine huidverkleuringen in variërend in grootte van 0,1x0,1 cm tot 1,1x0,1 cm, omgeven door oppervlakkige roodheid. Dit
gebied was gevoelig (groene ovaal, foto 29).
28: Op de binnenzijde van de linker voet, over de wreef, bevindt zich een matig scherpbegrensde ronde rood/bruine huidverkleuring van ca. 2,3cm (blauwe cirkel, foto 30).
29: Op de bovenzijde van de linkervoet, vanaf de basis van de tenen, bevindt zich een slecht begrensde grillige licht rode huidverkleuring van ca. 4x2,5cm (rode ovaal, foto 31).
Genitaal
Voor aanduiding van plaats in het genitaal gebied gebruiken we voor het lokaliseren van de plaats van (eventueel) letsel een analoge klok, waarbij in rugligging 12 uur de buikzijde betreft. 30: Op 6 uur is een minimale slijmvliesbeschadiging zichtbaar.
Foto is niet opgenomen in dit rapport vanwege de minimale zichtbaarheid.
(..) Letsels genummerd 1, 6, 7, 11, 13, 14, 17, 20, 21, 22, 26, 28 en 29 zijn (deels) bloeduitstortingen. Bloeduitstortingen ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld zoals slaan, schoppen, samendrukken of stoten. Het dateren van bloeduitstortingen is omstreden. Bij gele verkleuring (door bilirubine) is de bloeduitstorting minstens 18-24 h oud; is de plek nog niet geel verkleurd, dan valt er over het ontstaansmoment niets gefundeerds te zeggen.Bij letsels 1, 3, 12, 18, 21 en 22 is (deels) sprake van enige zwelling. De zwelling is een onderhuidse ophoping van vocht of bloed. Zwelling kan optreden als gevolg van beschadiging van het weefsel onder de huid en kan ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld zoals slaan, schoppen of stoten.
Een proces-verbaal van bevindingen 16 januari 2020 [8] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten of één van hunner:
Op woensdag 15 januari 2020 om 20.19 uur sprak ik, verbalisant, telefonisch met getuige [getuige 1] . Ik belde [getuige 1] op. Ik wilde [getuige 1] spreken, omdat hij verklaard heeft dat een vriend van hem een filmpje in zijn bezit heeft, waarop te zien is dat slachtoffer [slachtoffer] mishandeld en verkracht werd. Die vriend van [getuige 1] zou gebeld zijn via Facetime en op de beelden van dat videogesprek zag hij dat een meisje werd verkracht. De vriend van [getuige 1] heeft toen een filmopname gemaakt van dat videogesprek. [getuige 1] zou vervolgens die filmopname gezien hebben bij die vriend van hem.(..)Ik, verbalisant, hoorde [getuige 1] zeggen dat hij zelf het filmpje niet in zijn bezit heeftmaar het filmpje wel heeft bekeken. Toen hij dat filmpje bekeek schrok hij erg van wat hij zag, [getuige 1] vond het echt niet kunnen. Ik hoorde [getuige 1] zeggen dat hij [slachtoffer] herkende op het filmpje als diegene die werd geslagen en werd verkracht. Ik hoorde [getuige 1] zeggen dat hij zag dat [slachtoffer] knock-out was.(..)Op woensdag 15 januari 2020 om 20.39 uur kreeg ik, verbalisant, een berichtje van [getuige 1] met daarin de vraag of ik hem nog eens wilde bellen. Ik belde [getuige 1] daarop terug om 20.41 uur. Ik hoorde [getuige 1] zeggen dat hij zojuist gesproken heeft met zijn vriend van het filmpje. [getuige 1] vertelde mij dat zijn vriend zei dat hij het filmpje net heeft verwijderd. Het filmpje was ook niet meer terug te vinden maar een Instagram video call. [getuige 1] vertelde mij, verbalisant, dat zijn vriend gebeld is door [medeverdachte 1] . En dat in dit gesprek te zien was dat [slachtoffer] werd mishandeld en verkracht. Dit gebeurde via het Instagramaccount van [medeverdachte 1] genaamd ‘ [instagramaccount] ’.
Een proces-verbaal van bevindingen 24 januari 2020 [9] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten of één van hunner:
Op donderdag 16 januari 2020 heb ik, verbalisant, gebeld met [getuige 1] . Hij zou volgens [slachtoffer] een filmpje hebben gezien waarop te zien was dat [slachtoffer] in elkaar werd geslagen en verkracht werd. (..)V: Wij zouden je graag hierover willen horen, want wij hebben begrepen dat jij het een en ander hebt gezien en willen jou graag hierover als getuigen horen.A: Ja klopt, maar dat heb ik al tegen [slachtoffer] verteld en wil er verder niks mee.V: Wat heb je precies tegen [slachtoffer] verteld?A: Dat ik zag dat ze knock out werd geslagen door een onbekende jongen. Daarna werd er over haar gezicht geaaid en geduwd. Ook zag ik dat er een voet over haar gezicht wreef. Ik had al gehoord van [slachtoffer] dat ze daardoor blauwe plekken had gekregen en ook dat ze aardig wat alcohol had gedronken. Ik zag daarna dat ze een lul in haar mond kreeg en dat hij daarna boven op haar ging zitten en dat ze toen gingen vrijen.V: Wie deed zijn lul in haar mond?A: [verdachte]V: Wie ging er bovenop haar zitten?A: [verdachte] .V: Waren er nog meer die dit bij haar deden?A: Nee, die onbekende jongen had haar knock out geslagen.V: Waar was dit gebeurd, bank, grond, ergens ander?A: Op een bed.V: Hoe lag [slachtoffer] dan?A: [slachtoffer] lag op haar buik en hij deed haar van achteren.
Een proces-verbaal van bevindingen 21 januari 2020 [10] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten of één van hunner:
Op donderdag 16 januari 2020 omstreeks 17:15 uur sprak ik, verbalisant, telefonisch met getuige [getuige 2] . (..)[getuige 2] verklaart dat hij via [getuige 1] een filmpje heeft gezien, waarop te zien is dat [slachtoffer] mishandeld en verkracht werd. Die vriend van [getuige 1] zou gebeld zijn via Face-time en op de beelden van dat videogesprek zag [getuige 2] dat een meisje werd verkracht. De vriend van [getuige 1] heeft toen een filmopname gemaakt van dat videogesprek.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 28 januari 2020 [11] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 2] :
V: Wat is er gebeurd?A; Ik was in de kantine van school met [getuige 1] . We gingen in een hoekje zitten en hoorde iets over een meisje [slachtoffer] . Ik kreeg iets te zien op een filmpje.(..)V: Wat zag je op het filmpje?A: Ik zag [slachtoffer] op bed liggen. Ze had een hemd aan en een string. Ze kreeg wat te drinken. Zo begon het filmpje. Ze lag onderuit, knock-out zeg maar. Zo een jongen zei tegen haar: “tik me op mijn pols als het goed gaat”. [slachtoffer] tikte toen op zijn pols dat het goed ging, ze reageerde er op. Ik zag ook dat ze wel bewoog. Er lag een jongen naast haar die haar aanraakte, over haar rug en zo. Alsof ze getroost werd. Dat zag er normaal uit. Ik zag dat [slachtoffer] met haar linkerbeen over hem heen ging. En toen stopte het. Dat was een filmpje van 25 a 30 seconden.(..)V: Wie hebben het filmpje allemaal gezien?A; [getuige 1] en die jongens zelf. Die namen noem ik niet.V: Wat voor een filmpje was het?A; Een screenopname.(..)V: Waren die jongens er bij toen dat filmpje werd getoond?A; Nee, ik was alleen met [getuige 1] . Ik zag dat die jongens op het filmpje stonden. (..)V: Hoeveel jongens heb je op het filmpje gezien?A; Vier.V; Wie was aan het filmen?A: Eén van die vier jongens. Eén van die jongens tikte op haar pols en die troostte haar. En de andere twee jongens stonden er naast.(..)
V: Hoe wist je dat het [slachtoffer] was op dat filmpje?A; Dat hoorde ik van [getuige 1] die haar herkende op de filmpje. Hij zei:”Dat is [slachtoffer] .” Ik dacht toen: Dat is dat meisje van Instagram.(..)Er werd hard geroepen van: “ [slachtoffer] is verkracht.” Dat heeft te maken met seks. Ik weet dat ze seks had gehad met andere jongens. Ook met één of twee van die jongens. (..)
V: Wanneer heb je de jongens gesproken?A; Op een zaterdag. Niet de eerste zaterdag dat ik het filmpje had gezien, maar die zaterdag er na. (..)V: Je had gezien dat het een screenopname was, waarvan?A: Van Facetime.V: Wat is reden dat je geen naam wilt geven aan ons?A: Omdat ik weet dat jullie alle namen al weten. Ik heb echt beloofd aan die ene jongen van de screenopname dat ik zijn naam niet zou doorgeven. Van die andere jongens weet ik dat jullie de gegeven al hebben en dat jullie al bij hen thuis zijn geweest. (..)V: Hoe weet je zo zeker dat dit filmpje is verwijderd?A: Dat heb ik gehoord van die jongen, die de screenopname heeft gemaakt. Die raakte in paniek. Ik weet niet waarom hij in paniek raakte.(..)V: Wat zag je qua verder op het filmpje?A; Dat weet ik echt niet meer. Ze had een zwart hemd aan. Ze had een roze of rode string aan en verder niets. [slachtoffer] had haar haar in een knot bovenop haar hoofd. Op het filmpje heb ik niet gezien dat ze een blauw oog had. Ik weet niet meer wat voor een beddengoed.V: Hoe lag [slachtoffer] in het filmpje?A; Eerst op haar buik en daarna op haar rug. Ik zag haar gezicht in het filmpje en ik zag dat ze bewoog.V: Hoe waren de jongens gekleed?A; Ze hadden gewoon kleren aan.V: Waarom wordt er dan geroepen dat ze verkracht wordt?A; Dat weet ik niet. Daar zat ik zelf ook mee. Dat vond ik raar en daarom had ik haar gebeld. Ik vroeg me later wel af waarom ze in haar eentje naar vier jongens toe ging.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 4 maart 2020 [12] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 3] :
(..) Ik had een schermopname van dat filmpje, maar die heb ik weg gehaald.(..)
V. Even terug naar het filmpje waar je net al wat over vertelde. Vertel ons daar eens alles over.A. Ik zag eerst zijn gezicht, van een vriend. Daarna draaide die camera om. Mijn telefoon liep een beetje vast. Toen zag je even zo’n vaag beeld. Toen weet ik niet meer. Nadat die vast liep ging hij de hele tijd vast lopen. Ik zag hem de hele tijd en een vriend van hem.V: Wie bedoel je met hem?A: Dat was gewoon een vriend van hem, van de jongen die mij die dag gebeld heeft.(..)
A: Ik werd gewoon gebeld met video. Ik denk via Snapchat of Instagram. Toen schrok ik.V: Waarom schrok je?A: Dat wil ik liever voor mezelf houden.V: Je zei net op school, ik schrok en ik vond het zielig voor dat meisje.
V: Maar wat maakte het dat jij op dat moment schrok?A: Ik schrok van iets wat hij filmde.V: Wat filmde hij?A: Dat weet ik niet meer.V: Weet je het niet meer of wil je het niet zeggen?A: Ik weet het niet meer.V: Hij filmde iets. Was dat live die video?A: Het was gewoon facetime, videochat. Het was wel live.V: Hoeveel personen zag jij via die videochat?A: Drie, vier.V: Waren het mannen of vrouwen?A: Het waren wel jongens.V: Allemaal jongens?A: Ik zag drie, vier jongens. Misschien nog een meisje, maar dat weet ik niet. Het was seksueel geweld, anders zou ik hier niet zitten, dus ik denk dat geen eens meer zo zeker, er een meisje bij was.V: Je had het op het Deltion ook over een meisje. Je zei: “Ik vond het zielig voor dat meisje”. Je maakt ons niet wijs dat je het nu allemaal niet meer weet.A: Dan beroep ik me weer op mijn zwijgrecht. Ik ben hier alleen om te zeggen dat ik geen filmpje heb en dat ik er niets mee te maken wil hebben.(..)
V: Die persoon die jou video belde, heeft hij jou wel eens vaker gebeld/ gefacetimed?A: Ja, van:“hey alles goed”. Hij belt en facetimed. Ligt er aan of ik Wifi heb of niet.V: Waar ken je die persoon die jou belde van?A: Van de Shishalounge in Apeldoorn. (..)V: Waarom belde hij jou die avond?A: Dat was echt een verrassing voor mij. Ik was ook meteen geshockeerd.(..)
V. Wat maakte dat je dit keer het dan ging opnemen?A: Omdat ik nog nooit dit had meegemaakt dat iemand mij belt en iets liet zien. (..)V. Je zei net ik zag drie of vier andere jongens op dat filmpje. Ken jij die jongens ook?A: Ik had niet echt hun gezicht herkend. Ik had ze volgens mij alleen een keertje gezien op school Het is niet dat ik hun ken ofzo.V: En dat meisje?A: Ken ik niet. (..)V: Of heb je haar daarna nog eens gezien?A: Nee. Misschien op school. Een vriend van mij, [getuige 1] , zei dat zij dat meisje was. (..)V: Wat droeg ze?A: Ze droeg een roze slipje en iets wits volgens mij. Dat wit komt bij mij naar boven. (..)
V: Hoe kwam het meisje op jou over?A: Ik heb weinig van die tijd in mijn koppie, maar het leek alsof ze aan het slapen was.V: Waarom leek dat zo?A: Als iemand zijn ogen dicht heeft. Ze lag gewoon.V: Waar lag ze gewoon?A: Op bed of op een matras. Één van de twee. (..)V: Wat was de rol van die jongen in het filmpje?A: Cameraman. Hij had zijn telefoon vast en hij belde mij gewoon.V. Ik begreep net van jou dat hij eerst zijn eigen gezicht liet zien?A: Ja, en daarna die van zijn vrienden. (..)
Een proces-verbaal forensische opsporing, d.d. 21 januari 2020 [13] , voor zover inhoudende:
Op dinsdag 21 januari 2020 te 09.00 uur, heb ik verbalisant, op verzoek van collega
[verbalisant] , coördinator DNA vooronderzoek, een onderbroek onderzocht op spermasporen.
De onderbroek was gedragen door het slachtoffer van een zedenmisdrijf.
(…)Ik, verbalisant, heb in een speciaal daarvoor ingerichte DNA ruimte van de
forensische opsporing te Eist de onderbroek onderzocht.
Ik zag dat het een zogenaamde string was van het merk Calvin Klein. De onderbroek was
roze van kleur.
Een proces-verbaal van bevindingen, d.d. 3 februari 2020 [14] , voor zover inhoudende
:
Wij kwamen omstreeks 22.15 uur die dag aan. De voordeur werd opengedaan en wij zagen
in de deuropening een drietal jonge dames staan, die later op te zijn genaamd de in
dit proces genoemde [naam 2] , [naam 3] en [getuige 6] .
(…)
Hierop verklaarde vooral [getuige 6] onder andere het volgende:
- zij een relatie heeft met [medeverdachte 1] en dat hij ook verdacht wordt van de
verkrachting en hij erbij was toen het gebeurde, zij met hem gepraat heeft hierover
en hem vergeven heeft. Dat zij weet dat hij hiertoe in staat is, omdat ze weet hoe
hij is
(…)
- [slachtoffer] , het slachtoffer, de jongen die haar aanraakte wat zij niet wilde, door hem
knock out is geslagen, waarna zij is verkracht
(…)
- wij de telefoons hebben van deze jongens, maar zij zich geen zorgen maken, omdat
het filmpje voor die tijd al was verwijderd
(…)
- Ze zouden meerdere meisjes drogeren met GHB en dan verkrachten.
- Ze zouden al meerdere meisjes verkracht hebben.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] d.d. 3 maart 2020 [15] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 6] :
(..) V: Wat jullie die avond aan de politie hebben verteld was dat de jongens mogelijk op zoek waren naar [naam 4] , omdat zij meer wisten over de verkrachting van [slachtoffer] .A: Ik weet dat een paar jongens die avond met [slachtoffer] waren, of die goed zijn met [slachtoffer] , met [naam 4] wouden praten. Maar dan op school ofzoiets, dat was al in die week. Omdat [naam 4] er dingen over had verteld, over dat geval van [slachtoffer] . (..)A: Ze had tegen mij gezegd dat dat groepje jongens [slachtoffer] had verkracht en dat ze haar hadden mishandeld.V: Welk groepje jongens?A: Sowieso [medeverdachte 1] , ik denk [verdachte] en [medeverdachte 2] , zijn achternaam weet ik niet.(..)
V: Hoe weet je dat er meer mensen bij waren?A: Dat hoorde ik van [medeverdachte 1] , maar ook van [naam 4] .V: Wat vertelden ze daar over?A: Van [naam 4] weet ik niet. Van [medeverdachte 1] weet ik dat [medeverdachte 1] zelf niets heeft gedaan, maar de rest wel. Ik weet niet dat iedereen iets heeft gedaan, maar zij waren er wel bij.V: Wie waren er bij?A: Dat weet ik eigenlijk niet. Ik weet sowieso dat [medeverdachte 2] er bij was en [verdachte] . En [medeverdachte 1] . En mogelijk meer personen, maar ik weet niet wie dat waren.V: Waar waren zij op dat moment?A: In Stadshagen. In een appartement van de vader van [verdachte] . (..)
V: Jullie spraken met onze collega’s over een filmpje die gemaakt zou zijn van dat moment met [slachtoffer] . Wat kun je daar over vertellen?A: Ik weet dat één van de vrienden van [medeverdachte 1] een filmpje had gemaakt. Niet perse van [slachtoffer] , maar meer van de situatie zeg maar. Dat ze met zijn allen waren.V: Wie heeft jou dat verteld?A: Dat hadden [naam 4] en [medeverdachte 1] verteld.V: Wat was er op dat filmpje gezien?A: Dat weet ik niet precies. Ik weet wel dat [slachtoffer] er op stond. [naam 4] vertelde dat je zag dat [slachtoffer] seks had met die jongens.V: Met welke jongens?A: Dat weet ik niet. Ik weet dat [medeverdachte 2] en [verdachte] er bij waren en dan nog die andere jongens, maar ik weet niet precies wie. (..)V: Je hebt verteld tegen de collega’s dat wij de telefoons hebben van deze jongens, maar dat zij zich geen zorgen maken omdat het filmpje voor die tijd al was verwijderd. Hoe weet je dit?A: Omdat het via Snapchat is. Ze hadden het allemaal al verwijderd. Dat had [medeverdachte 1] verteld.(..)
Een proces-verbaal van bevindingen onderzoek telefoon getuige [getuige 1] d.d. 13 februari 2020 [16] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten of één van hunner:
(..) In verband met het onderzoek naar een mogelijk zedenmisdrijf gepleegd op 14 januari 2020 aan [adres] , deed ik, verbalisant, op woensdag 7 februari 2020 onderzoek aan de mobiele telefoon van getuige [getuige 1] .
(..) Whatsapp:
Op deze telefoon is een Whatsapp-account gebruikt met als naam: [naam 5] . Het vermoeden bestaat aldus dat [getuige 1] de gebruiker is van dit Whatsapp-account.
Gesprek met [getuige 2]
Ik, verbalisant, las een Whatsapp gesprek tussen [naam 5] en [getuige 2] . Ik lees dat zij op 15-1-2020 rond 12.00 uur plannen maken om af te spreken. Ik las dat [naam 5] om 12.05 uur een bericht stuurt met daarin ‘ik ga gwn wakka’. Vervolgens sturen zij tot 14.33 uur geen berichten. Om 14.33 uur stuurt [naam 5] : ‘het is die [slachtoffer] ’.(..)
Ik las vervolgens de volgende berichten gestuurd door [naam 5] :
Het is die [slachtoffer]
Ik heb dr net gesproken
Maar heb [getuige 3] niet bij betrokken (..)
Gesprek [naam 1]
Ik, verbalisant, zag dat [naam 5] op 15-1-2020 had gechat met [naam 1] . Ik las dat [naam 5] op15-1-2020 aan [naam 1] stuurde: ‘Noem mijn naam maar niet. Wou je t ff laten weten. Omdat hij ook bij jou traint. Ik las dat [naam 1] stuurde dat dit goed komt. [naam 5] zegt vervolgens op 15-1-2020 om 16.06: ‘Kan echt niet wat er is gebeurd. Ze is 17. ’ [naam 1] stuurt daarop: ‘Nee bro dit gaat ook te ver. Je bent geen man. In mijn ogen als je zulke dingen doet.’ Ik, verbalisant, zag dat [naam 5] daarop stuurde:
Mar puur ook om t feit dat ze buiten bewust was
En dan nog het lef hebt om dr te neuken
En zn lul in haar mond te stoppen
Ik, verbalisant, zag dat [naam 1] daarop terug stuurt: ‘pff echt ziek. Ik ga ff lesgeven.’
Ik, verbalisant, zag dat [naam 5] [naam 1] een afbeelding stuurde met daarop een foto van [slachtoffer]
. Ik, verbalisant, herkende slachtoffer [slachtoffer] aan haar gezicht en haren. Ik las dat [naam 5] aan [naam 1] stuurde: ‘Dit is dat meisje.' Ik las dat de twee jongens verder praatten over dat [slachtoffer] naar de politie is gegaan. Ik las vervolgens op 15-1 -2020 om 21.39 uur dat [naam 1] aan [naam 5] stuurde: ‘Ik sprak [verdachte] net. Hij zegt nergens van te weten.’ Ik las dat [naam 5] daarop reageerde met: ‘Maar hij liegt zwaar’.
Een proces-verbaal van bevindingen interceptie onderzoek California periode 27 februari 2020 t/m 30 maart 2020 d.d. 14 april 2020 [17] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten of één van hunner:
(..) Datum 22-03-2020 21:07:19 (..)
[verdachte] (SH) wgd [medeverdachte 3] (SH)(..)
[medeverdachte 3] : broer maar ze zegt hier die instelling(fon) die naam van die jongen weet je zeker dat het [getuige 1] is
M: broer, [medeverdachte 3] stuurt zo hij zegt ja dit is de account...jongen dat is [getuige 1] zijn account toch
[medeverdachte 3] : jongen maar ik denk niet dat hij een filmpje heeft man, ik zeg je heel eerlijk
M: ja man fucking
[medeverdachte 3] : want zijn tellie is ook afgenomen door de politie toch
M: ja man
[medeverdachte 3] : anders zou politie ons allang geklemd (fon) hebben als er een filmpje was, allang, gelijk chica
Een proces-verbaal van bevindingen onderzoek telefoon d.d. 24 juni 2020 [18] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten of één van hunner:
In verband met het onderzoek naar een mogelijk zedenmisdrijf gepleegd op 14 januari 2020 aan [adres] , deed ik, verbalisant, vanaf woensdag 24 juli 2020 onderzoek aan de mobiele telefoon van:
Naam: [medeverdachte 3]
Voornamen: [medeverdachte 3] (..)
WhatsApp
In het toestel werd een chatbericht aangetroffen die met de applicatie WhatsApp werd ontvangen en verzonden.
[verdachte] wil weten waar het filmpje is
In WhassApp zag ik een chatgesprek tussen “Hi” en “Captian” bij het contact “Hi” was het ID [mailadres 1] (Hierna [medeverdachte 3] ) te zien en bij “Captain” [mailadres 2] te zien.
Uit het onderzoek is mij bekend dat het nummer [telefoonnummer] hoort bij het toestel wat in beslag is genomen bij [verdachte] . Ik vermoed daarom dat Captain [verdachte] is. (Hierna [verdachte] )
In de dit chatgesprek hebben [verdachte] en [medeverdachte 3] het over een filmpje. Het gesprek vindt plaats op 22 maart 2020 vanaf 19.28 uur.
[medeverdachte 3] = [medeverdachte 3]
[verdachte] = [verdachte]
=Waar is die filmpje?, Broer hahaha
[verdachte] =HAHAHAHAHAHHAHA
[medeverdachte 3] = Is kankerbullsht man
[verdachte] =Jaaa gvddd man
[medeverdachte 3] =Die filmpje zit op iemand ze tel
[verdachte] =Broer even serieus Kan wel Miss. Die zibbies waar [naam 6] mee omgaat
[verdachte] = Maar hun hadden verwijderd
[verdachte] Allemaal
[verdachte] = [medeverdachte 2] heeft gefixt
[verdachte] = Broer even serieus Alles was ze zegt is Kk bulshit
[verdachte] =Wat jij kwam later toen ze wilde chillen
[verdachte] = Jij had niet eens afgesproken
[verdachte] =En buiten ko geslage wat lullen ze
[medeverdachte 3] = Er is een jongen
[medeverdachte 3] = Die een filmpje heeft
[verdachte] =Wanneer had ze gezien dan?
[medeverdachte 3] = Zegt die
[verdachte] = Nu?
[medeverdachte 3] wordt een bestand verstuurd
[medeverdachte 3] = Hij laat mensen een filmpje zien
[verdachte] =Ohh die kkk flikker
[verdachte] =Wallah??
[medeverdachte 3] = Wiesdat
[verdachte] =Eyy maar zijn tel was afgepakt bij ibba
[verdachte] Broer die jongen waar we mee waren
[verdachte] =Bij aa huis voor
[verdachte] = Toen die Pussy deed
[medeverdachte 3] = Weke van de 3
[medeverdachte 3] = Niet heuwer
[verdachte] = En zij ik ga er niet mee bemoeien
[medeverdachte 3] = Die in spui woont
[verdachte] = Nee
[verdachte] = Hij heet [getuige 1]
[medeverdachte 3] = Die op arash leek
[verdachte] = Nee die niet
[verdachte] = Die Turk ook niet
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 3 juni 2020 [19] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte] :
(..) Ik was er bij en weet wat er gebeurd is.
(…)
V: Je zegt ik was er bij en er was niet echt een verkrachting. Wat is er wel gebeurd?A: Het was gewoon bij mij thuis chillen. (..) Er was gebeurd iets op seksueels gebied maar geen verkrachting of mishandeling.(..)
A: Ik was daar met twee vrienden en het meisje zelf.V: En kun je namen noemen?A: [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . En [slachtoffer] het meisjeV: Jullie waren met zijn vieren?A: JaV: En toen?A: We zaten boven. Een vriend ging naar beneden naar mijn bed, [medeverdachte 2] . [slachtoffer] raakte [medeverdachte 1] een beetje aan en zoende hem. Gewoon bij het geslachtsdeel van [medeverdachte 1] zitten. Ik zat boven en was met mijn telefoon bezig. Ik ging daarna naar beneden. Ik zag dat hun wat bezig waren.V: Waarmee?A: Ze waren bezig met seksueels. (..)
A: [medeverdachte 2] werd gepijpt en [medeverdachte 1] was op ander gebied bezig. Die had seks met haar.V: Op welke manier?A: Gewoon seks. Later kwam zij een beetje bij mij en ging ze mij aanraken en vroeg of ik seks wilde. We gingen kussen en toen hadden wij ook seks. Beetje later werd zij misselijk. Ze voelde zich niet zo goed.(..) De volgende dag hoorde ik dat wij haar zouden hebben verkracht.(..)
V: Wat maakt het dat het naar de seksuele handelingen gaat?A: Zij begon [medeverdachte 1] aan te raken en te knuffelen en te zoenen. Dat was in de woonkamer.V: Waar raakte ze hem aan?A: Ook bij het geslachtsdeel, de penis.V: Hoe reageerde [medeverdachte 1] daar op?A: Hij zei niet zo van: Het mag niet. Hij vond het wel oké. Ze zoende en knuffelde een beetje. Ze gingen toen naar beneden. [medeverdachte 2] liep toen al naar beneden. Dat is mijn slaapkamer. Boven is de woonkamer. (..)
V: Waar gingen [medeverdachte 1] en [slachtoffer] naar toe?A: Die liepen naar mijn slaapkamer. [medeverdachte 2] lag toen al op mijn bed. (..)V: Wat vond jij ervan dat het gebeurde waar jij bij was?A: Het was zoenen en knuffelen.(..)
Ik zat boven op mijn telefoon en liep later ook naar beneden.V: Wat zag je toen?A: Dat seksuele wat ik net vertelde.V: Probeer dat eens te vertellen, wie waar was?A: Ze waren alle drie op mijn kamer.V: Wat zag je?A: [medeverdachte 1] was bezig met [slachtoffer] met seks te hebben. [medeverdachte 2] was met dat mondelinge bezig.V: Wie is waar op dat moment?A: [medeverdachte 2] lag dacht ik op bed. Ik weet het niet meer. (..)V: Wat deed [medeverdachte 2] ?A: [slachtoffer] gaf mondeling bij zijn geslachtsdeel.(..)
V: En [medeverdachte 1] had seks, maar wat bedoel je?A: [medeverdachte 1] en [slachtoffer] hadden gewoon seks. [medeverdachte 2] werd gepijpt en [medeverdachte 1] die was aan het neuken met [slachtoffer] .V: En de houdingen?A: Dat weet ik niet maar het ging wel tegelijkertijd.(..)
V: Had [slachtoffer] nog kleding aan?A: Ze had geen broek of T-shirt. BH weet ik niet meer.V: Hoe gaat het dan verder. Je praat over [medeverdachte 3] aan de deur en dat [slachtoffer] naar jou toe wat wilde?A: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waren in de badkamer denk ik. Ik was toen op bed. [slachtoffer] lag naast mij. Ik had mijn kleren gewoon aan. Toen kwam zij bij mij liggen. Zij wilde mij zoenen maar ik zoen niet echt, hou ik niet van. Ze raakte mijn geslachtsdeel ook aan.V: Hoe?A: Met haar handen over mijn broek. Toen hadden we daarna seks. Ik deed mijn kleren uit. We hadden toen seks.
V: Hoe had je seks?A: We waren aan het neuken.V: En met neuken bedoel je?A: Mijn geslachtsdeel in haar vaginageslachtsdeel.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 3 juni 2020 [20] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte] :
(..) Toen ik boven was, heeft [slachtoffer] ook nog mondeling aan de geslachtsdeel van [medeverdachte 1] gezeten.V: Hoe noem je dat?A: [medeverdachte 1] werd gepijpt door [slachtoffer] .(..)
We hebben haar toen weggebracht.V: Jullie brachten haar samen weg?A: Ja.V: Was dat met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ?A: Ja.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 16 juni 2020 [21] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
(..) V: Je zit hier vandaag omdat we willen weten wat er op dinsdagavond 14 januari 2020 is gebeurd bij [verdachte] thuis. Wat kun je hierover vertellen?A: Is wel lang geleden. Maar we waren gewoon aan het chillen daar. Toen, ik weet niet wie gecontacteerd had. Maar uiteindelijk had iemand een meisje uitgenodigd. [slachtoffer] . Toen was zij gekomen. Toen gingen we beetje chillen. Toen had zij gevraagd of er alcohol was, drank. Dat was er wel. Dat had zij gedronken. Niet heel veel. Toen werd ze een beetje losser. Kwam gewoon een vibe ofzo. Toen werd ze wat losser. Toen begon ze ons wat aan te raken. Ze liet merken dat ze wat meer wilde dan alleen chillen. Toen is dat ook wel gebeurd. Maar ze wou het ook gewoon zelf. 100%. Toen was ik met twee vrienden. Tja..(..)
V: Je zei dat toen dat ook wel was gebeurd, wat bedoel je daarmee?A: Wat ze wilde, seks enzo.V: Met wie was je daar?A: Met [verdachte] en [medeverdachte 2] . (..)
V: Je vertelde net dat jullie seks hadden gehad, hoe ging dat?A: Ze zei dat ze geil was. En ging ons beetje aanraken. In dat huis zijn de slaapkamers beneden. Toen ik weet niet of er al iemand in de slaapkamer was. Ze zei gewoon dat ze wou en wou neuken met ons en ging naar slaapkamer toe. We zijn daar uiteindelijk beland.V: Wie zijn daar beland?A: Ik en die andere twee jongens.(..)
Gewoon neuken enzo. Ik weet niet precies wie begonnen is en hoe.V: En over de seks, hoe ging dat. Wie met wie?A: Ik weet niet meer precies hoe het begonnen was. Volgens mij was 1 iemand aan het pijpen en 1 iemand was neuken.V: Wie dan?A: Dan wissel je af.V: Als we dan naar jou kijken, wat heb jij met [slachtoffer] gedaan?A: Seks. Geneukt.V: Dus jij hebt [slachtoffer] geneukt?A: Ja.(..)
V: Hoe lag [slachtoffer] toen jij haar neukte.A: Ik weet het niet meer precies. 1 iemand aan het pijpen. Ik weet niet precies hoe ze lag.V: Bedoel je dat als jij haar aan het neuken bent, zij iemand aan het pijpen is?A: Ja.V: Wat deed de derde jongen dan op dat moment?A: Die zat op het bed naast. Ik weet niet precies meer.(..)
V: En dit gebeurde allemaal in de slaapkamer. Waar gebeurde dit in de slaapkamer?A: Op bed. (..)V: Wat vond je er van dat jullie met zijn 3’n seks hadden met [slachtoffer] ?A: Niet heel raar.(..)
V: Maak jij wel eens video’s of foto’s tijdens de seks?A: Dat is wel eens voorgekomen. Maar niet toen.V: Waarom doe je dat?A: Sommige meisjes vinden dat geil.V: Meisjes, of vind je dat zelf geil?A: Ik heb er geen problemen mee.V: Wat doet dat met jouzelf als je filmt?A: Ik krijg geen extra kick ofzo. (..)
V: Hoe laat verlaten jullie die avond, 14 januari 2020, de woning van [verdachte] ?A: Weet exacte tijd ook niet meer. (..)A: volgens mij zijn we gewoon weg gegaan. Met iedereen.V: Wie is iedereen?A: Gewoon al die namen, [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [slachtoffer] .
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 18 juni 2020 [22] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
(..) Zoals ik al zei, misschien op dat moment dat ze sliep, wegviel misschien was ik toen boven. Hij wou niet 112 bellen, zo erg was het dus niet. Even denken wat hij bedoelt met naar boven... Nou ruzie met [verdachte] , ik weet niet of dat echt ruzie was. Ze schreeuwde: haat mijn moeder. [verdachte] zei misschien toen van: pas op de buren.V: [medeverdachte 2] zegt dat hij schreeuwde van: stop stop. En de rest zou schrikken hoe kan dat dan?A: Misschien dat hij dat dacht of, ik weet niet wat hij daarmee bedoelde.V: Volgens [medeverdachte 2] gebeurde dit alles dus tijdens de seks?A: Hij zei dat hij gepijpt werd.V: Ja en iemand anders neukte haar.A: misschien was ik toen niet aan het neuken.V: Je hebt eerder verklaard dat [medeverdachte 2] aan het pijpen en jij aan het neuken was.A: Iemand anders heeft toch ook geneukt.V: De andere?A: jaV: Dus [verdachte] ?A: De andere persoon.A: Er was mij nog iets wat mij te binnen schoot. Zei ik net ook al tegen mijn advocaat. Eerder die avond. Ik weet nog dat we op de bank zaten. En [medeverdachte 2] , maar dat weet ik niet zeker. En [verdachte] . Toen ik van de bank opstond, toen trok [slachtoffer] mij terug. Ik stond toen net omdat ik drinken wilde pakken. Maar toen trok zij mij aan mijn broek en zei [slachtoffer] : laat mij jou pijpen. Toen zei ik: mag. En toen heeft zij mij nog wel eventjes gepijpt. Dit was nog boven. Voordat we naar beneden gingen dus.V: Waar was dit boven?A: Volgens mij gewoon bij de bank. Ik weet niet of [medeverdachte 2] er bij was, maar ik kan me herinneren dat [verdachte] er wel bij was.(..)
V: En hoe kwam jouw penis dan in haar mond?A: Ze had mijn broek uit gedaan en pakte mijn penis uit mijn broek en deed die in haar mond.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] d.d. 17 juni 2020 [23] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 2] :
V: Op je paspoort staat [medeverdachte 2] ?A: Klopt, maar mijn roepnaam is [medeverdachte 2] . (..)V: Heb jij tijdens de seks wel eens gefilmd?A: Ik? Nee ik niet, maar er is wel eens tijdens de seks gefilmd ja.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] d.d. 18 juni 2020 [24] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 2] :
(..) V: De moeder van [slachtoffer] heeft bij de politie aangifte gedaan namens haar dochter. Het zou gaan om een voorval wat op 14 januari 2020 in de avond zou zijn gebeurd aan [adres] . Wat is er volgens jou precies gebeurd?A: Ik weet nu pas waar u het over heeft meneer. Dit is bij het winkel centrum. Is ook al bijna 7 maanden geleden.V: Vertel:A: Ik kwam daar. We waren daar met [medeverdachte 1] en [verdachte] . [slachtoffer] kwam. We hadden wat gedronken. Er was seks ontstaan. We hadden seks. [slachtoffer] was niet weer helder, ik ben gestopt. We hebben haar geholpen. Er is die avond verder niks meer gebeurd. Hier gaat de verkrachting over? (..)
V: Hoe verliep de avond verder?A: Iedereen werd geil en [slachtoffer] ook. We gingen naar beneden. Toen was er gewoon seks daar.V: Wie gingen er naar beneden?A: Wij allemaal.(..)
V: Wat gebeurt er dan?A: Er wordt geneukt.V: We willen graag wie wat waar heeft gedaan?A: [slachtoffer] was losjes, ze was aan het lachen. Ik was nog niet geil. Ik weet ook echt niet wie er begon. Ze werd geneukt ik weet niet meer door wie, wel was ze mij aan het pijpen. Ik was niet echt geil maar [slachtoffer] wilde wel en zei tegen mij: “Ik ga je wel hard pijpen”. Mijne werd maar niet hard. Ze bleef het wel proberen. [slachtoffer] deed toen een beetje raar. Ze viel weg. We schrokken daar van.(..)
V: Even terug, jij wordt pijpt en zij geneukt, hoe zit het met de kleding?A: Mijn broek en schoenen waren uit. Ik had mijn onderbroek nog aan maar wel iets naar beneden en mijn shirt ook.(..) Degene die [slachtoffer] aan het neuken was had zijn shirt nog aan. Iedereen had zijn shirt nog aan. [slachtoffer] had haar bh nog aan, ik weet niet meer wat voor een bh. Ze had haar broek uit en haar shirt. Ik weet niet hoe het met haar onderbroek zat. Ik denk dat ze een string aan had. Ik weet niet meer welke kleur deze had.V: Jij wordt gepijpt en [slachtoffer] wordt geneukt, waar is de andere persoon?
A: Dat weet ik niet. Ik heb mij daar niet op gefocust.V: En die andere persoon, heeft die ook nog geneukt met [slachtoffer] ?A: Nee, want [slachtoffer] viel weg en toen was het ook gelijk klaar.V: Hoelang heeft dat neuken en pijpen dan geduurd?A: 5 tot 7 minuten? Iedereen schrikt daar van. Niet dat we gek zijn en haar iets geven om wat te doen.V: Wie neemt het initiatief?A: Het kan [slachtoffer] zelf zijn, het kan [verdachte] zijn of [medeverdachte 1] . Maar ik weet wel dat ik het niet was. Ik zeg geen nee tegen pijpen. Ze zat ook aan ons.V: Het aan jullie zitten, wanneer was dat voor het eerst?A: Boven was dat wel aanzitten en geil maken, praten over seks en dat soort dingen. Beneden was echt seks.V: Zij gaat aan jullie zitten, hoe en waar zitten jullie dan?A: [slachtoffer] zat naast mij en er waren 2 banken. Ze zat aan mijn been en aan mijn piemel voelen. Ze zat ook nog aan 1 van de andere jongens. (..)V: Hoe komt het dat jullie dan met z’n vieren naar beneden gaan?A: Dat weet ik niet, misschien heeft iemand dat gezegd, ik kreeg niet alles mee. Maar ik weet wel dat ik het niet was.V: Hoe komt het dat jij dan gepijpt wordt en [slachtoffer] geneukt wordt?A: [slachtoffer] wilde mij graag pijpen.V: Hoe wist je dat?A: Dat zei ze gewoon. Dat onthoud ik dan wel.V: Wat is de volgorde?A: Ze pijpt mij eerst, daarna werd ze geneukt. Het is voor mij gewoon genieten. Eén van de andere was ze aan het trekken. Ik let er niet op wie ze aan het trekken was. Ik denk dat er daarop is gevraagd of ze geneukt mocht worden. Maar dat weet ik niet meer zeker.V: Toen jij gepijpt werd, wie waren er toen in de kamer?A: Dat weet ik echt niet. Eén was aan het trekken en de andere weet ik niet waar die was.V: Hoe lag of zat [slachtoffer] dan?A: Ze zat aan de zijkant en ze was mij aan het pijpen en iemand aan het trekken.V: Hoe gaat het dan verder?A: Toen werd ze van achter genomen, doggy style, We lagen allemaal op bed.V: En toen jij gepijpt werd wat was jou positie dan?A: Toen ik daar werd gepijpt, toen zat ik tegen de muur. Gehurkt op mijn knieën met mijn rug tegen de muur op het bed.V: Zij is iemand aan het trekken, welke hand deed zij dat?A: Met rechts denk ik.V: Weetje nog wie zij trok?A: [medeverdachte 1] denk ik. (..)V: We hebben het net gehad over dat je werd gepijpt door [slachtoffer] en dat ze werd geneukt door iemand anders. Wanneer kom je er dan achter dat er iets mis is?A: Ik werd niet geil en toen keek ik. Ik voelde dat ze stopte en toen viel ze op mij en toen zei ik: “Stop stop stop". De rest schrok ook. Het kwam niet in mij op om 112 te bellen. Ik heb toen water in haar gezicht gedaan en toen werd ze wakker en moest huilen.(..) Na overleg met z’n drieën heb ik voorgesteld om [slachtoffer] wel weg te brengen.(..)
A: Mensen zeiden dat er was gefilmd en dat soort dingen. [slachtoffer] dacht dat ik een filmpje had en dat ik haar had geslagen. De dag daarna had ze geen blauw oog maar een dikke bult op haar oog. Ze zei toen dat wij dat hadden gedaan. (..)
V: Wat voor een soort filmpje is dit?A: Ze zeiden dat er een filmpje was dat wij seks hadden met [slachtoffer] . Ik zei dat wij geen filmpjes maken van haar dat we seks hadden. Dit mag je ook aan haar vragen.(..)V: Wie was die jongen die haar aan het neuken was?A: Dat weet ik niet. Toen ik op schrok van het feit dat [slachtoffer] weg viel waren we met z’n vieren in de kamer.(..)
V: Maar je zegt ik let daar niet op....was het dan normaal dat je met 3 mannen 1 meisje neukt?A: Je ziet het vaker voorkomen, dus ik dacht waarom niet.(..)
V: Op de avond wie waren er toen allemaal in de woning van [verdachte] geweest?A: Ik, [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] . Hij kwam langs en is niet beneden geweest. Ik wilde hem niet noemen omdat hij geen verdachte van de verkrachting is.(..)
V: [slachtoffer] verklaarde een blauw oog te hebben gekregen. Wat is er precies gebeurd?A: Ze is echt niet geslagen bij ons. Ik had haar vast en toen viel ze. Hier kan ze geen blauw oog van krijgen. Ze had een klein bultje de volgende dag dat ik haar zag. Ik heb haar toen de spraak memo latenhoren. Ik denk dat ze dit van [getuige 5] heeft gehoord.V: Maar je zegt net dat je haar niet heb geslagen, maar daar hebben wij het niet over, wij hebben het over een blauw oog. Hoe kom je daarbij?A: Ja omdat door de andere werd gezegd.(..)
V: Ook heb je tegen [getuige 5] verteld hoe [slachtoffer] aan haar blauwe oog kwam. Wat heb je tegen [getuige 5] verteld?A: Dat is niet gebeurd. Hij vroeg wat er in haar gezicht was en hoe ze daar aan kwam. Ik heb hem gezegd dat ze was gevallen.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] d.d. 19 juni 2020 [25] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 2] :
(..) V: Er is op [slachtoffer] haar telefoon een gesprek gevonden tussen jou en [slachtoffer] . Dit gesprek is op donderdag 16 januari 2020 om 17.10 uur. Jij vindt het belachelijk dat [slachtoffer] naar de politie is gegaan en je zegt dat jullie zwaar in de problemen zitten nu. Vertel eens?A: Omdat wat is zei, ik was in paniek. Ik was 18 en [slachtoffer] was 17 jaar, dus ze wasminderjarig. Ik was erg geschrokken en bang. Er was toen een inval gedaan bij [verdachte] . Dus ik was echt bang. Ik was in de problemen.(..)
V: Wie zitten er zwaar in de problemen?A: Ik, [medeverdachte 1] en [verdachte] . Dat was na die inval, hun waren bij de inval hun telefoons waren daar ook afgepakt. Volgens mijn [medeverdachte 3] zijn telefoon ook.(..)
V: Daarna zeg jij tegen [slachtoffer] : “ [slachtoffer] als je zegt verkracht. En ze vinden dna. Dan zijn wij de lul”. Hoe kom jij bij verkrachten?A: Omdat [slachtoffer] dat al eerder had gezegd. Dat mensen hadden gezegd dat er foto’s en filmpjes waren. En ze had wel DNA omdat ze mij had gepijpt en ik heb ook eerder seks met haar gehad. Dus zo.V: Wie bedoel je met ‘wij’?A: Gewoon, Ik, [medeverdachte 1] en [verdachte] .V: [slachtoffer] heeft hiervoor in jullie chat alleen maar gezegd dat ze een melding had gedaan.A: Ik zei als, dat er verhalen rond gingen, en die zeiden verkrachting dus vandaar.(..)
A: Ik heb gezegd dat ik nooit heb geneukt, dan heeft [medeverdachte 1] geneukt en dan moeten ze ondertussen gewisseld zijn, maar ik had mijn ogen dicht dus ik weet dat niet.V: [verdachte] heeft aangegeven dat jij wordt gepijpt en [medeverdachte 1] heeft geneukt enA: Toen ik werd gepijpt kan het zijn dat [verdachte] en [medeverdachte 1] hebben gewisseld want had mijn ogen dicht. Het kan zijn dat [verdachte] later heeft geneukt maar daar was ik dan niet bij. Dat weet ik niet.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] d.d. 17 januari 2020, pag. 9 t/m 22.
2.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] d.d. 2 juni 2020, pag. 28 t/m 63.
3.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] d.d. 3 juni 2020, pag. 75 t/m 98.
4.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 21 januari 2020, pag. 493 t/m 510.
5.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 29 januari 2020, pag. 550 t/m 562.
6.Proces-verbaal van aangifte van [aangever] d.d. 21 januari 2020, pag. 110 t/m 126.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 januari 2020, pag. 368 t/m 388.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 januari 2020, pag.416 en 417.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 januari 2020, pag. 418 en 419.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 januari 2020, pag. 438.
11.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 28 januari 2020, pag. 442 t/m 448.
12.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 4 maart 2020, pag. 470 t/m 479.
13.Proces-verbaal van forensische opsporing d.d. 21 januari, pag. 389.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 februari 2020, pag. 635 en 636.
15.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] d.d. 3 maart 2020, pag. 635 t/m 658.
16.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek telefoon getuige [getuige 1] d.d. 13 februari 2020, pag. 423 t/m 432.
17.Proces-verbaal van bevindingen interceptie onderzoek California d.d. 14 april 2020, pag. 1346 en 1364.
18.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek telefoon d.d. 3 juni 2020, pag. 1278 t/m 1281.
19.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 3 juni 2020, persoonsdossier, pag. 32 t/m 39.
20.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 3 juni 2020, persoonsdossier, pag. 40 t/m 47.
21.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 16 juni 2020, persoonsdossier, pag. 45 t/m 66.
22.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 18 juni 2020, persoonsdossier, pag. 112 t/m 121.
23.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] d.d. 17 juni 2020, persoonsdossier, pag. 42 t/m 49.
24.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] d.d. 18 juni 2020, persoonsdossier, pag. 50 t/m 69.
25.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] d.d. 19 juni 2020, persoonsdossier, pag. 74 t/m 89.