Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling
Verdachte en haar ex-partner beschikten voorts samen over een dubbel, bovenmodaal, inkomen. Uit het dossier blijkt niet van een levensstijl die bovenmatig uitstijgt boven het legale inkomen, zodat er voor verdachte geen reden was om de antwoorden van haar partner in twijfel te trekken. Verder heeft zij verklaard dat haar man binnen de relatie de financiën bijhield en dat zij de bankrekening van haar man niet controleerde. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan deze verklaring te twijfelen.
Gelet op deze omstandigheden is geen sprake van een situatie waarin bewezen kan worden dat verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat de bestellingen die haar partner mee naar huis nam, van misdrijf afkomstig waren. Evenmin hoefde zij te vermoeden dat zij de criminele opbrengsten van haar partners activiteiten genoot.