ECLI:NL:RBOVE:2021:4146

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 oktober 2021
Publicatiedatum
4 november 2021
Zaaknummer
C/08/271532 / KG ZA 21-218
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking bij verkoop van een gezamenlijke woning na beëindiging van een samenlevingsovereenkomst

In deze zaak heeft eiseres, bijgestaan door haar advocaat mr. R.M. van Breemen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, met wie zij een relatie heeft gehad en samenwoonde. De relatie is in 2019 beëindigd, waarna gedaagde in de gezamenlijke woning is blijven wonen. Eiseres vordert dat de voorzieningenrechter gedaagde machtigt om de woning te verkopen aan een potentiële koper die € 211.000,00 k.k. wil betalen. Eiseres stelt dat gedaagde zijn verplichtingen uit de samenlevingsovereenkomst niet is nagekomen, waardoor zij niet langer in een onverdeelde boedel wil blijven. Gedaagde heeft verweer gevoerd, maar heeft uiteindelijk tijdens de zitting verklaard dat hij instemt met de verkoop van de woning en bereid is om mee te werken aan bezichtigingen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen en heeft de vorderingen van eiseres toegewezen, met uitzondering van enkele dwangsommen die zijn gemaximeerd. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/271532 / KG ZA 21-218
Vonnis in kort geding van 29 oktober 2021
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres, hierna te noemen [eiseres] ,
advocaat mr. R.M. van Breemen te Raamsdonksveer,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 oktober 2021 met producties,
  • de mondelinge behandeling op 26 oktober 2021, waarbij [eiseres] is verschenen, bijgestaan door mr. van Breemen, en waarbij [gedaagde] is verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie gehad en hebben samengewoond. Op 5 augustus 2009 hebben zij een samenlevingsovereenkomst gesloten.
2.2.
In 2019 is de relatie tussen partijen beëindigd. Sindsdien woont [gedaagde] alleen in de gezamenlijke woning aan [het adres] te [woonplaats]
2.3.
In artikel 9 lid 2 van de samenlevingsovereenkomst staat:
“Bij de verdeling zal de woning worden toegedeeld tegen de waarde gebaseerd op de onbewoonde staat, aan diegene die de woning blijft bewonen, onder de verplichting de eventuele geldlening(en), aangegaan ter financiering van de woning, geheel over te nemen.”
2.4.
[gedaagde] heeft er niet voor gezorgd dat hij de woning alleen in eigendom heeft verkregen en dat [eiseres] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid is ontslagen.
2.5.
Partijen hebben een hypothecaire geldlening bij Florius met een openstaand bedrag van € 144.162,60, een lening bij Defam met een openstaand bedrag van € 17.132,00 en een lening bij Interbank met een openstaand bedrag van € 14.451,00.
2.6.
[gedaagde] heeft een hennepplantage op de zolder van de woning gehad. De politie heeft die hennepplantage inmiddels opgerold en [gedaagde] zal strafrechtelijk worden vervolgd.

3.Het geschil

De vordering
3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – dat de voorzieningenrechter, bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
haar machtigt om de woning te verkopen aan de koper die € 211.000,00 k.k. wil betalen, althans dat de verkopend makelaar de vraag- en laatprijs bepaalt die hij redelijk acht;
[gedaagde] veroordeelt om binnen vijf dagen na een verzoek van de makelaar zijn medewerking te verlenen aan een bezichtiging, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat hij dat niet doet;
[gedaagde] verbiedt om aanwezig te zijn bij een bezichtiging, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat hij dat niet doet;
bepaalt dat [gedaagde] een bord met de tekst ‘te koop’ moet dulden op een plek zichtbaar vanaf de straat, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat hij dat niet doet;
[gedaagde] veroordeelt om één week voor het notarieel transport de woning te ontruimen en bezemschoon achter te laten, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat hij dat niet doet;
met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde] is na beëindiging van hun relatie in de woning blijven wonen. Op grond van artikel 9 lid 2 van de samenlevingsovereenkomst moet de woning daarom aan hem worden toebedeeld en moet hij de hypothecaire geldleningen geheel overnemen. [gedaagde] heeft volgens [eiseres] niets gedaan om alleen het eigendom van de woning te krijgen en haar uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te ontslaan. Hij zit al twee jaar stil en laat haar meebetalen aan de hypothecaire woonlasten. [eiseres] wil niet langer in een onverdeelde boedel blijven en wil dat de woning zo snel mogelijk wordt verkocht. [gedaagde] weigert echter mee te werken aan de verkoop van de woning. Eerst leek hij wel met verkoop in te stemmen. [eiseres] heeft toen een afspraak gemaakt met een makelaar om de woning te taxeren en een verkoopvoorstel te doen, maar [gedaagde] biechtte op dat de makelaar niet langs kon komen, omdat hij een hennepplantage op zolder had. Volgens [eiseres] voldoet [gedaagde] ook niet meer aan zijn betaalverplichtingen tegenover de hypotheeknemers en is er een betaalachterstand van twee maanden. Er heeft zich een potentiële koper gemeld die een bod op de woning wil doen van € 211.000,00 k.k., maar hij wil de woning eerst van binnen inspecteren. [eiseres] vreest dat [gedaagde] geen vrijwillige medewerking zal verlenen aan de verkoop van de woning en dat hij bezichtigingen zal frustreren. Zij stelt dat zij er daarom recht op en belang bij heeft dat [gedaagde] wordt veroordeelt om volledig aan de verkoop van de woning mee te werken.
Het verweer
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij stelt dat hij met [eiseres] heeft afgesproken dat hij in de woning kon blijven indien hij de hypotheek en de leningen zou betalen. Dit op de lening van Defam na, want anders zou hij bijna niets overhouden. Hij stelt dat hij een paar maanden geleden is begonnen met een hennepkwekerij omdat hij geen uitweg meer zag om alles te kunnen betalen en omdat hij graag in de woning wilde blijven wonen. Hij had geld nodig zodat hij de woning op zijn naam kon krijgen. Dat kon niet vanwege de twee leningen. Hij wilde de leningen daarom zo snel mogelijk aflossen. De hennepplantage was een domme fout en daar heeft hij heel veel spijt van. Volgens [gedaagde] heeft hij alles opgeruimd en was de plantage al niet meer actief toen de politie kwam. De plantage is volgens [gedaagde] ook nooit echt actief geweest. De woning is volgens [gedaagde] (weer) netjes. Er moet alleen nog een stukje plafond worden gerepareerd, maar daar komt iemand hem bij helpen. [gedaagde] stelt dat hij geen betalingsachterstand heeft. Hij heeft alles betaald en heeft daarvoor geld moeten lenen van zijn moeder. Hij heeft nu geen geld meer over. [gedaagde] stelt dat hij niet meer in de woning woont.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang

4.1.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [eiseres] voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Van [eiseres] kan niet worden verlangd dat zij nog langer in een onverdeelde boedel blijft.
Vorderingen
4.2.
Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat hij het er mee eens is om de woning te verkopen voor € 211.000,00, dan wel voor een prijs die de makelaar redelijk vindt.
[eiseres] heeft verklaard dat zij al contact heeft gehad met een [makelaar] . [gedaagde] heeft geen bezwaar tegen deze makelaar. [gedaagde] heeft ook verklaard dat hij zal meewerken aan bezichtigingen en het verschaffen van toegang aan potentiële kopers, dat hij niet bij bezichtigingen aanwezig zal zijn, dat hij instemt met een ‘te koop’ bord in de tuin en dat hij, als de woning verkocht is, de woning een week vóór de notariële levering zal verlaten en netjes achter zal laten. Ook stemt hij ermee in dat [eiseres] na de zitting alvast contact opneemt met de makelaar. [eiseres] heeft verklaard dat zij [gedaagde] op de hoogte zal houden van de stand van zaken.
4.3.
Aangezien [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd tegen de vorderingen van [eiseres] , zullen de vorderingen worden toegewezen, met uitzondering van het volgende.
4.4.
De in vordering 2 tot en met 4 gevorderde dwangsommen zullen worden gemaximeerd zoals in het dictum staat vermeld. De in vordering 5 gevorderde dwangsom zal worden afgewezen omdat [eiseres] met de veroordeling tot ontruiming al bevoegd is om tot gedwongen ontruiming over te gaan.
Proceskosten
4.5.
Ter zitting heeft [eiseres] verklaard dat zij haar vordering om [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, wijzigt. Zij vordert dat de proceskosten worden gecompenseerd (zoals gebruikelijk is in familiezaken). Dit houdt in dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. De voorzieningenrechter zal deze vordering toewijzen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
machtigt [eiseres] om de woning staande en gelegen te [woonplaats] aan [het adres] , te gelde te maken als bedoeld in artikel 3:174 BW met dien verstande dat de woning verkocht wordt aan de koper die € 211.000,00 k.k. wil betalen, althans dat de verkopend makelaar de vraag- en laatprijs bepaalt die hem redelijk voorkomt,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vijf dagen na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar zijn medewerking te verlenen aan een bezichtiging door de makelaar en potentiële kopers toegang tot de woning te verschaffen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, voor iedere dag dat [gedaagde] daar na betekening van dit vonnis mee in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,
5.3.
verbiedt [gedaagde] om aanwezig te zijn bij een bezichtiging, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [gedaagde] daar na betekening van dit vonnis mee in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,
5.4.
bepaalt dat [gedaagde] een bord met de tekst ‘te koop’ zal moeten dulden op een plek zichtbaar vanaf de straat, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [gedaagde] daar na betekening van dit vonnis mee in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] om de woning één week voor het notarieel transport te ontruimen en bezemschoon achter te laten,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2021.