Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
ARARAT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiser, een verpleegkundige, een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever, Ararat B.V., vanwege een loonvordering. Eiser is op 1 augustus 2019 in dienst getreden bij Ararat en heeft zijn arbeidsovereenkomst meerdere keren verlengd. Na zijn ziekmelding op 2 augustus 2021 heeft Ararat de uitbetaling van het loon stopgezet, wat eiser als onterecht beschouwt. Eiser vordert onder andere het achterstallig netto loon, loonsverhogingen conform de CAO VVT, en een Corona-Zorgbonus. Tijdens de zitting heeft eiser zijn vordering verminderd en zich gericht op het achterstallige loon over de maand augustus 2020. Ararat heeft betwist dat zij geen loonstroken heeft verstrekt en stelt dat zij steeds het volledige salaris heeft betaald, zij het soms met vertraging.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende zekerheid is om het gevorderde achterstallige loon toe te wijzen, omdat eiser zijn eis heeft gewijzigd en niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen loonstroken heeft ontvangen. Wel heeft de kantonrechter geoordeeld dat Ararat gehouden is om de loonsverhogingen conform de CAO toe te passen en heeft zij het gevorderde bedrag van € 2.579,49 bruto toegewezen, vermeerderd met vakantietoeslag en wettelijke rente. De vordering tot verstrekking van bruto/netto specificaties is gedeeltelijk toegewezen, maar de kantonrechter heeft geen dwangsom verbonden aan toekomstige salarisbetalingen. De proceskosten zijn gecompenseerd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.