In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, vordert de besloten vennootschap Hardick B.V. betaling van een openstaande factuur door de Duitse vennootschap Molax GmbH. De factuur, gedateerd op 24 oktober 2019, betreft een bedrag van € 1.630,60 voor de levering van diverse roerende zaken. Molax heeft de factuur aanvankelijk onbetaald gelaten, waarna Hardick haar gemachtigde heeft ingeschakeld om de vordering te incasseren. Op 29 juli 2021 heeft de gemachtigde van Hardick Molax geïnformeerd over een aanstaande rechtszitting en de noodzaak om vóór 10 augustus 2021 een bedrag van € 1.794,76 te betalen om verdere kosten te vermijden.
Molax heeft op 9 augustus 2021 haar bank opdracht gegeven om het bedrag over te maken, maar de betaling is pas op 11 augustus 2021 op de derdengeldrekening van Hardick ontvangen. Hardick stelt dat de vertraging in de betaling voor rekening van Molax komt, omdat zij de betalingsopdracht te laat heeft gegeven. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Molax niet tijdig heeft betaald, omdat het tijdstip van girale betaling pas geldt wanneer de rekening van de schuldeiser wordt gecrediteerd. Dit betekent dat de kosten van de procedure voor rekening van Molax komen.
De kantonrechter heeft Molax veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 701,00, en heeft daarnaast nakosten toegewezen van € 93,50. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken op 19 oktober 2021 door mr. A.M.S. Kuipers.