11.2.De term ‘sociaal-medisch’ is in de Van Dale niet gedefinieerd. De term ‘sociaal-maatschappelijk’ is gedefinieerd als: de samenleving als geheel betreffend.
De afzonderlijke termen zijn in de Van Dale als volgt gedefinieerd:
‘sociaal’: betrekking hebbend op de menselijke samenleving, de menselijke maatschappij en de verhoudingen, het gezamenlijk leven, de vormen en toestanden daarin.
‘medisch’: betrekking hebbend op, behorend tot, in verband staande met de geneeskunde.
Onder ‘geneeskunde’ wordt verstaan: wetenschap die zich bezighoudt met de aard en de
oorzaken van de ziekten en met de middelen om ziekten te genezen.
‘maatschappelijk’: op de maatschappij betrekking hebbend, daartoe behorend, daarin
voorkomend, betrekking hebbend op handelingen en maatregelen t.a.v. hen die in
moeilijke sociaaleconomische omstandigheden verkeren.
12. Uit de beroepsgronden blijkt dat eisers hun eerdere standpunt - inhoudende dat de activiteiten van [naam 2] moeten worden geduid als gebruik ten behoeve van ‘onderwijsdoeleinden’ - in deze procedure hebben losgelaten maar dat zij een mogelijk toekomstig handhavingsverzoek tegen dit gestelde gebruik niet uitsluiten. Dit betekent dat eisers impliciet voor twee ankers gaan liggen, te weten dat de activiteiten moeten worden geduid als gebruik ten behoeve van ‘sociaal-medische doeleinden’ en dat, als dit betoog niet slaagt, zij (wederom) zullen gaan betogen dat sprake is van gebruik ten behoeve van ‘onderwijsdoeleinden’.
Om een einde te maken aan het lang lopende geschil tussen partijen, zal de rechtbank beoordelen of de activiteiten van [naam 2] moeten worden geduid als gebruik ten behoeve van ‘onderwijsdoeleinden’, ‘sociaal-medische doeleinden’ of valt onder de categorie ‘sociaal-maatschappelijke doeleinden’.
Daartoe zal de rechtbank het gebruik, zoals dat blijkt uit de stukken, samengevat weergegeven in deze uitspraak onder het kopje ‘Feiten’, en nader toegelicht ter zitting, toetsen aan de definiëring van deze (gebruiks)termen in de Van Dale.
13. Uit de stukken, nader toegelicht ter zitting, blijkt dat de activiteiten van [naam 2] zijn gericht op het aanleren van vaardigheden die normaal gesproken in een huiselijke setting door de ouders worden aangeleerd (zoals praten/communiceren, lopen/bewegen, eten met bestek, het zelfstandig naar het toilet gaan) en het aanleren van vaardigheden die kinderen thuis van hun ouders en (eventueel) broertjes en zusjes leren dan wel spelenderwijs leren in interactie met andere kinderen (sociale vaardigheden, motorische vaardigheden).
Naar het oordeel van de rechtbank kan het aanleren van dergelijke (basis)vaardigheden, dat normaliter door de ouders wordt gedaan, niet worden geduid als het geven van onderwijs, gericht op het overbrengen van kennis en kunde door een daartoe aangestelde en bevoegde leerkracht.
De activiteiten van [naam 2] kunnen dan ook niet worden geduid als gebruik ten behoeve van onderwijsdoeleinden.
14. Uit de definiëring in de Van Dale volgt dat de term ‘medisch’ ziet op medisch handelen door een daartoe (wetenschappelijk) opgeleid persoon, gericht op het genezen van ziektes. Naar het oordeel van de rechtbank impliceert gebruik ten behoeve van medische doeleinden dat dit medisch handelen wordt uitgevoerd in een daartoe ingerichte medische omgeving. Dit, ter onderscheid van incidenteel medisch handelen dat plaatsvindt in een niet-medische omgeving, zoals bijvoorbeeld het thuis bezoeken en behandelen van een patiënt door een huisarts. Immers, dit medische handelen door een daartoe opgeleid persoon, betekent niet dat daarmee het woongebruik van de woning (tijdelijk) wordt omgezet in gebruik ten behoeve van medische doeleinden. Het gebruik is wonen en blijft wonen. Het behandelen van een patiënt door de huisarts in zijn/haar praktijk is daarentegen wel te duiden als gebruik ten behoeve van medische doeleinden.
In deze zaak bestaan de gestelde medische handelingen uit het aan enkele kinderen toedienen van medicijnen, het aan enkele kinderen geven van sondevoeding en het bij enkele kinderen vervangen/reinigen van een stoma. Voor het verrichten van deze handelingen is geen medische opleiding vereist. Deze handelingen worden normaliter door de ouders thuis (dus in een niet-medische omgeving) gedaan en de ouders hebben geen medische opleiding nodig om deze handelingen bij hun kinderen te kunnen verrichten. De ouders krijgen hiervoor een training, zo is ter zitting door de stichting betoogd. Dat medewerkers van [naam 2] (enkele) opgevangen kinderen medicijnen toedienen, sondevoeding geven en stoma’s vervangen, maakt naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet dat de activiteiten van [naam 2] moeten worden geduid als gebruik ten behoeve van medische doeleinden. Dat in het jaarverslag het project ‘medische zorg’ wordt genoemd, maakt dit niet anders.
De stelling van eisers dat [naam 2] de medische eindverantwoordelijkheid draagt voor kinderen met een zorgzwaartepakket 6 of 7, is door de stichting toereikend bestreden. Ter zitting heeft de stichting toegelicht dat zij ook woonvormen exploiteert waarin 24/7 zorg wordt verleend. Als voorbeeld is onder andere verwezen naar [naam 3] in Tubbergen. Deze cliënten wonen in een woonvorm van de stichting en de stichting is eindverantwoordelijke voor de medische zorg aan deze cliënten. [naam 2] vangt geen kinderen op met een dergelijk zorgzwaartepakket. De kinderen die worden opgevangen bij [naam 2] wonen bij hun ouders of elders, niet zijnde een woonvorm van de stichting. De medische eindverantwoordelijkheid ligt bij de huisarts en/of de behandelend specialist en niet bij [naam 2] .
Het behandelen van enkele kinderen ter plaatse door een fysiotherapeut kan naar het oordeel van de rechtbank eveneens niet worden geduid als gebruik ten behoeve van (sociaal-) medische doeleinden. Het is gebruikelijk dat fysiotherapeuten niet mobiele cliënten thuis (dus geen medische omgeving) behandelen.
De activiteiten van [naam 2] kunnen dan ook niet worden geduid als gebruik ten
behoeve van sociaal-medische doeleinden.
15. De activiteiten van [naam 2] zijn gericht op het bieden van de mogelijkheid dat kinderen met een beperking zich, binnen hun beperkte mogelijkheden, maximaal kunnen ontwikkelen. Daarnaast worden de ouders, en daarmee ook de overige gezinsleden, ontlast. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit worden geschaard onder de in de Van Dale opgenomen omschrijving ‘maatregelen t.a.v. hen die in moeilijke sociaaleconomische omstandigheden verkeren’.
De activiteiten van [naam 2] kunnen dan ook worden geduid als gebruik ten behoeve van sociaal-maatschappelijke doeleinden.
16. Omdat de activiteiten van [naam 2] kunnen worden geduid als gebruik ten behoeve van sociaal-maatschappelijke doeleinden en dit gebruik in overeenstemming is met artikel 6.1, onder a, 4e gedachtestreepje, van bestemmingsplan 2007, wordt het gebruiksverbod, neergelegd in artikel 6.5.1 van bestemmingsplan 2007 niet overtreden. Verweerder heeft zich terecht niet bevoegd geacht om handhavend op te treden.
17. Het beroep is ongegrond.
18. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.