Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[verzoeker] ,
[verweerder],
1.De procedure
heeft een verweerschrift ingediend, met een (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek.
[verzoeker] en [verweerder] hebben in deze procedure ook nog ieder een incidenteel verzoek gedaan. [verzoeker] tot het treffen van een voorlopige voorziening voor de duur van de procedure. En [verweerder] tot het verstrekken van afschriften van documenten door [verzoeker] .
2.Waar gaat het om?
- u[ [verzoeker] , rb]
tijdens uw dienstverband (en dus ook tijdens de gesprekken over de beëindiging daarvan (en de voorwaarden waaronder)) betrokken bent bij de oprichting van de concurrerende onderneming [bedrijf] B.V., waarbij - wij ervan uitgaan dat u daarbij gebruik heeft gemaakt van de kennis, kunde en ervaring die u heeft opgedaan bij [verweerder] Hasselt;
- u, al dan niet via tussenpersonen, medewerkers en klanten van [verweerder] Hasselt aanzet om over te gaan naar [bedrijf] B.V. en
- dat u betrokken bent bij het overdragen van bedrijfsgevoelige informatie door één of meerdere medewerkers van [verweerder] Hasselt aan één of meerdere medewerkers van [bedrijf] B.V.
kunnen vertrouwen dat u uw positie als statutair bestuurder niet zou misbruiken en u niet tijdens genoemde onderhandelingen betrokken zou zijn bij het oprichten van een concurrerende onderneming zoals hierboven beschreven.(…)
3.Het verzoek van werknemer
4.Het verweer en het (voorwaardelijke) tegenverzoek van werkgever
5.Het incident
6.De beoordeling
van het verzoek van werknemer
De factowas de arbeidsovereenkomst dus al zo goed als beëindigd, en voor wat betreft de beëindiging van de arbeidsovereenkomst sorteert het ontslag op staande voet dan ook nauwelijks enig effect.
vanwege een dringende reden zoals bedoeld in artikel 7:678 BW, is de Vennootschap de vergoeding zoals bedoeld in dit artikel 3, niet verschuldigd. Indien de vergoeding door de Vennootschap al is betaald, is de Directeur[ [verzoeker] , rb]
verplicht de vergoeding (vermeerderd met loonheffingen) aan de Vennootschap terug te betalen.
de auditu-verklaringen ontbreekt. [verweerder] heeft ten aanzien van de door haar opgegeven dringende redenen dan ook niet aannemelijk gemaakt welke concrete gedragingen aan [verzoeker] kunnen worden verweten, waardoor eveneens onduidelijk blijft of en in hoeverre [verzoeker] bij de oprichting van [bedrijf] en de door [verweerder] gestelde oneerlijk concurrerende activiteiten een actieve rol heeft gespeeld.
8.2. Partijen stellen vast dat er werknemers zijn die de Directeur[ [verzoeker] , rb]
willen volgen om met hem te kunnen (blijven) samen werken. Anderzijds wil de Vennootschap[ [verweerder] , rb]
voorkomen dat zij volledig leeg loopt en daarmee kennis en kunde verliest Partijen stellen tevens vast dat onderhavig beding geen verkapt concurrentiebeding mag worden voor werknemers. Op basis van deze uitgangspunten spreken partijen af dat de Directeur tot 1 februari 2021 niet actief werknemers van de Vennootschap zal benaderen teneinde hen over te halen het dienstverband met de Vennootschap te beëindigen.
fishing expedition. [verweerder] verzoekt om allerlei categorieën van niet nader geconcretiseerde documenten, waarvan [verweerder] , uitgaande van juistheid van haar eigen stellingen, veronderstelt dat die documenten bestaan en dat [verzoeker] daarover de beschikking heeft, en die zij kennelijk nodig acht om haar stellingen te onderbouwen. De rechtbank zal dit verzoek als te algemeen afwijzen.
- € 1.639,00 aan griffierecht,
- € 6.198,00 aan salaris advocaat (2 punten volgens het tot 1 februari 2021 geldende liquidatietarief voor tariefgroep VII);