Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding (met producties 1 tot en met 7)
- de door [eiser 1] en [eiser 2] nader toegezonden producties 8 tot en met 10
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling ontvangen pleitaantekeningen van de advocaten van partijen
2.De feiten
tweehonderdtweeduizend vijfhonderd euro (€ 202.500,00), uit te keren uit de nalatenschap van erflaatster, zulks echter nog exclusief het waarderingsverschil dat samenhangt met het beroep op de “BOR”
3.Het geschil
4.De beoordeling
bedragen op het moment dat de aanslagen definitief zijn geworden(…)” (onderstreping voorzieningenrechter). Deze laatste formulering geeft volgens [gedaagde] aan welke bedoeling partijen voor ogen hebben gehad bij het opstellen van de vaststellingsovereenkomst. De definitieve aanslagen hebben deze hoedanigheid volgens [gedaagde] voorts ook niet omdat de Belastingdienst in de kop daarvan (alleen) het woord “Aanslag” vermeldt en de Belastingdienst de term “definitieve aanslag” niet op aanslagen vermeldt.
633,00(tarief eenvoudig)