ECLI:NL:RBOVE:2021:3976

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 oktober 2021
Publicatiedatum
26 oktober 2021
Zaaknummer
9474148 \ CV EXPL 21-2338
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Definitieve ontruiming van een ernstig vervuilde huurwoning na tijdelijke ontruiming

In deze zaak vordert de eiser, Stichting Viverion, een definitieve ontruiming van een woning die zij verhuurt aan de gedaagde. De gedaagde was eerder bij vonnis van 2 september 2021 veroordeeld om de woning tijdelijk te ontruimen in verband met noodzakelijke (renovatie)werkzaamheden. Echter, de gedaagde heeft niet voldaan aan dit vonnis en de woning is in een zeer vervuilde en verwaarloosde staat aangetroffen. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van spoedeisend belang, gezien de ernst van de situatie en het aflopen van de termijn voor de tijdelijke ontruiming. De gedaagde heeft ernstig tekortgeschoten in haar verplichtingen als huurder, wat de kantonrechter tot de conclusie brengt dat de vordering tot ontruiming moet worden toegewezen. Tijdens de zitting zijn aanvullende afspraken gemaakt tussen partijen, waarbij de gedaagde heeft erkend hulp nodig te hebben en Viverion heeft aangeboden om ondersteuning te bieden in het vinden van nieuwe woonruimte. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning binnen 24 uur na betekening van het vonnis te ontruimen en heeft haar in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9474148 \ CV EXPL 21-2338
Vonnis in kort geding van 19 oktober 2021
in de zaak van
de stichting
STICHTING VIVERION,
gevestigd en kantoorhoudende te Lochem,
eisende partij, hierna te noemen Viverion,
gemachtigde: mr. N.C. Beun,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 oktober 2021 met producties 1 t/m 4,
- de mondelinge behandeling op 15 oktober 2021. De heer [A] (woonconsulent), mevrouw [B] (projectleider), de heer [C] (projectconsulent) en de heer [D] (wijkbeheerder) zijn namens Viverion verschenen, bijgestaan door mr. Beun en mr. Lummen-Kamst. [gedaagde] is ook verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken,
- de pleitnota van Viverion met producties 5 t/m 10.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Viverion verhuurt sinds 18 november 1994 de woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning) aan [gedaagde] .
2.2.
Bij vonnis van 2 september 2021 is [gedaagde] (onder meer) veroordeeld om de woning voor een periode van maximaal vijf weken na betekening te ontruimen, voor zover dit noodzakelijk is om (renovatie)werkzaamheden aan de woning plaats te laten vinden.
2.3.
Op 16 september 2021 is voornoemd vonnis door de deurwaarder betekend, waarbij aan [gedaagde] een termijn van vijf dagen is gegeven om aan het vonnis te voldoen. De deurwaarder trof [gedaagde] bij de betekening niet aan en heeft ook geen contact met haar gekregen.
2.4.
[gedaagde] heeft niet aan het vonnis voldaan en de woning niet ontruimd.
2.5.
Op 22 september 2021 is Viverion tot tijdelijke ontruiming van de woning overgegaan. Daarbij waren aanwezig: de deurwaarder, Viverion, een psychiater namens Mediant, een vertrouwenspersoon van [gedaagde] , de dienstdoende officier van justitie, de wijkagent en de schoonmaak- en opruimploeg. Mediant was ingeschakeld om hulpverlening aan [gedaagde] te bieden indien nodig. [gedaagde] was echter niet in de woning aanwezig. De deurwaarder heeft een proces-verbaal van zijn bevindingen gemaakt (opgenomen als productie 3 bij dagvaarding).
2.6.
[gedaagde] is niet teruggekeerd naar de woning. Voor Viverion is onduidelijk gebleven waar [gedaagde] al die tijd verbleef. [gedaagde] heeft geen adresgegevens of contactgegevens achtergelaten.

3.Het geschil

Vordering

3.1.
Viverion vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt om de woning binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden, met al het hare en eventueel alle bij haar in de woning verblijvende personen, en de woning, onder afgifte van alle sleutels die nog in haar bezit zijn ter beschikking te stellen aan Viverion, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na dit vonnis.
3.2.
Viverion legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] jarenlang en structureel de woning heeft verwaarloosd. De woning is volledig volgepakt met spullen en afval, vervuild, vochtig en verschimmeld. Daarnaast lopen overal muizen die het nodige hebben aangevreten, liggen er uitwerpselen van muizen verspreid door de woning, is het hout van de binnendeuren en kozijnen aangetast doordat vocht vrij spel heeft gehad, zijn de keuken en het sanitair zodanig vervuild dat reinigen niet voldoende is en moet alles verwijderd en vervangen worden. [gedaagde] is hiermee volgens Viverion ernstig tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst en de daarop van toepassing zijnde algemene huurvoorwaarden. In het bijzonder door zich niet als goed huurder te gedragen, schade aan het gehuurde toe te brengen en de andere omwonenden, tevens huurders van Viverion, in (brand)gevaar te brengen. De tekortkoming is volgens Viverion ernstig genoeg om ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Viverion wil vooruitlopend op de bodemprocedure ontruiming bewerkstelligen en de eerder uitgesproken tijdelijke ontruiming omzetten naar een definitieve ontruiming.
Verweer
3.3.
[gedaagde] is ter zitting verschenen en heeft aangevoerd dat zij in september van dit jaar een angstpsychose heeft gehad, waarvoor zij in therapie is gegaan en opgenomen is geweest. Zij stelt dat de situatie in haar woning niet al jaren zo is, maar dat het van het laatste jaar is. Zij heeft hier vier of vijf jaar geleden ook al therapie voor gehad. Toen heeft zij de woning opgeruimd samen met een opruimcoach. [gedaagde] stelt dat ze nu weer contact had opgenomen met een opruimcoach, maar dat het intakegesprek niet is doorgegaan vanwege haar psychose. [gedaagde] hoopt dat ze nog een kans krijgt om te laten zien dat ze het wel kan, het liefst in dezelfde woning.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Viverion het spoedeisend belang bij haar vordering – gezien de ernst van de situatie en het binnenkort aflopen van de termijn voor de tijdelijke ontruiming – voldoende aannemelijk gemaakt.
Ontruiming
4.2.
Uit de foto’s die door Viverion zijn overgelegd blijkt dat de situatie zeer ernstig is. De woning is ernstig vervuild en verwaarloosd. Zelfs zodanig dat de situatie schadelijk is voor de gezondheid van [gedaagde] . [gedaagde] betwist dit niet. Naar het oordeel van de kantonrechter staat dan ook vast dat [gedaagde] ernstig tekort is geschoten in haar verplichtingen als goed huurder.
4.3.
[gedaagde] stelt dat zij zich vanwege de situatie op heeft laten nemen. Dit is echter niet vast komen te staan. Het is niet duidelijk geworden waar en wat voor behandeling heeft plaatsgevonden, hoelang dit heeft geduurd en wat het resultaat van de behandeling is. Er zijn geen hulpverleners ter zitting meegekomen die hierover hebben kunnen verklaren. Viverion stelt dat bij Mediant en de huisarts van [gedaagde] niets bekend is over hulpverlening aan [gedaagde] . Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook niet uit te sluiten dat de situatie zich opnieuw zal voordoen.
4.4.
De huidige situatie kan echter niet voortduren. Naar het oordeel van de kantonrechter is duidelijk dat [gedaagde] hulp nodig heeft. Viverion stelt dat [gedaagde] in het verleden contact met Viverion heeft gemeden en hulp niet heeft geaccepteerd. Onder deze omstandigheden kan van Viverion niet worden verwacht dat zij [gedaagde] terug laat keren in haar woning. Het is zeer waarschijnlijk dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure zal worden ontbonden. De vordering tot ontruiming van de woning is daarom toewijsbaar.
Aanvullende afspraken
4.5.
[gedaagde] heeft ter zitting erkend dat zij hulp nodig heeft. Zij weet de weg naar de hulpinstanties niet te vinden en heeft hierin behoefte aan sturing. Viverion heeft [gedaagde] ter zitting een laatste handvat aangereikt en tijdens de schorsing van de zitting voor [gedaagde] contact gelegd met een (reeds betrokken) hulpverlener en een afspraak gemaakt.
4.6.
Partijen hebben ter zitting vervolgens aanvullend (naast het vragen van vonnis) de volgende afspraken gemaakt:
- [gedaagde] aanvaart hulp(verlening) en gaat naar de afspraak met de hulpverlener;
- wanneer [gedaagde] hulp aanvaart en terugkeer naar zelfstandig wonen volgens de hulpverlener(s) mogelijk is, zal Viverion zich inspannen voor het vinden van nieuwe woonruimte voor [gedaagde] ;
- als [gedaagde] niet op de afspraak die ter zitting is gemaakt verschijnt of als de hulpverlening door toedoen van [gedaagde] (voortijdig) stopt, houdt de door Viverion aangeboden hulp – waaronder de inspanningsverplichting voor het vinden van nieuwe woonruimte – ook op;
- Viverion regelt voor dit weekend de overnachting voor [gedaagde] in een hotel.
Proceskosten
4.7.
[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten worden aan de zijde van Viverion tot op heden begroot op:
  • dagvaarding € 134,21
  • griffierecht € 126,00
  • salaris gemachtigde € 187,00
Totaal € 447,21
4.8.
De door Viverion apart gevorderde nakosten zijn toewijsbaar, omdat de proceskostenveroordeling hiervoor een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich vooraf laten begroten. De nakosten worden zoals gebruikelijk begroot op een bedrag gelijk aan een half salarispunt van het in de hoofdzaak toegewezen salaris, met een maximum van € 124,00. Dat leidt in dit geval tot toewijzing van een bedrag van € 93,50.
4.9.
De wettelijke rente over de proceskosten en nakosten zal als op de wet gegrond en niet weersproken worden toegewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden, met al het hare en eventueel alle bij haar in de woning verblijvende personen, en de woning, onder afgifte van alle sleutels die nog in haar bezit zijn, ter beschikking te stellen aan Viverion,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van Viverion begroot op € 447,21, en de nakosten tot op heden aan de zijde van Viverion begroot op € 93,50 (½ punt x liquidatietarief met een maximum van € 124,00), vermeerderd met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na dit vonnis,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten op 19 oktober 2021.