ECLI:NL:RBOVE:2021:3961

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
08-952133-20 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting via Marktplaats en identiteitsfraude door verdachte

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel zich gebogen over de strafzaak tegen een 31-jarige man die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van twaalf personen via Marktplaats. De verdachte presenteerde zich als een bonafide verkoper, sloot koopovereenkomsten en ontving betalingen voor goederen die hij nooit heeft geleverd. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan identiteitsfraude door gebruik te maken van valse namen en persoonsgegevens van anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 26 januari 2017 tot en met 14 februari 2017 en van 11 november 2018 tot en met 4 december 2019 meerdere mensen heeft opgelicht, waarbij hij hen heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 180 uur. Tevens moet hij ruim 4000 euro schadevergoeding betalen aan de slachtoffers en het wederrechtelijk verkregen voordeel van 6579,05 euro terugbetalen aan de Staat.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-952133-20 (P)
Datum vonnis: 5 oktober 2021
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 september 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J.W. Schouten.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
  • in de periode van 26 januari 2017 tot en met 14 februari 2017 drie personen (
  • in de periode van 11 november 2018 tot en met 15 november 2018 (
  • in de periode van 1 maart 2019 tot en met 3 juni 2019 drie keer (
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 januari 2017 tot en met 14 februari 2017 te Zwolle en/of 's-Gravenhage en/of Oss en/of Arnhem, in elk geval in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende geldbedragen:
1: [aangever 1] , tot de afgifte van 143,50 euro, althans een geldbedrag en/of
2: [aangever 2] , tot de afgifte van 75 euro, althans een geldbedrag en/of
3: [aangever 3] , tot de afgifte van 158,35 euro, althans een geldbedrag,
door:
- gebruik te maken van een (gedeeltelijk) valse naam, te weten [alias 1 verdachte] wonende te Amersfoort en/of
- ( vervolgens) met gebruikmaking van deze naam op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, een of meer advertenties te plaatsen waarin een of meer mobiele telefoons (van het merk: Samsung) en/of een ECU voor een Suzuki Vitara, te koop werden aangeboden,
- met een of meer van voornoemde personen via het telefoonnummer [telefoonnummer 1] een of meermalen contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te verschaffen over de wijze van en/of het tijdstip van levering en/of betaling van die aangeboden mobiele telefoons en/of die ECU voor een Suzuki Vitara en/of
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of geleverd en/of
- daarbij een bankrekening, te weten [rekeningnummer 1] ten name van [alias 1 verdachte] op/door te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en/of gestort en over welke rekening hij, verdachte, de beschikking had en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die mobiele telefoons en/of die ECU voor een Suzuki Vitara en/of
- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden/leveren;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 november 2018 tot en met 4 december 2019 te Zwolle en/of Arnhem en/of Leersum (gemeente Utrechtse Heuvelrug) en/of Wijchen en/of Hoornaar (gemeente Molenlanden) en/of Weesp en/of Gorinchem en/of Dieren (gemeente Rheden) en/of Almelo en/of Rosmalen (gemeente 's-Hertogenbosch), in elk geval in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende geldbedragen:
1: [aangever 4] , tot de afgifte van 1200 euro, althans een geldbedrag en/of
2: [aangever 5] , tot de afgifte van 356,50 euro, althans een geldbedrag en/of
3: [aangever 6] , tot de afgifte van 100 euro, althans een geldbedrag en/of
4: [aangever 7] , tot de afgifte van 625 euro, althans een geldbedrag en/of
5: [aangever 8] , tot de afgifte van 725 euro, althans een geldbedrag en/of
6: [aangever 9] , tot de afgifte van 160 euro, althans een geldbedrag en/of
7: [aangever 10] , tot de afgifte van 1697 euro, althans een geldbedrag en/of
8: [aangever 11] , tot de afgifte van 1233,30 euro, althans een geldbedrag en/of
9: [aangever 12] , tot de afgifte van 106,50 euro, althans een geldbedrag, door:
- gebruik te maken van een of meer (gedeeltelijk) valse namen, te weten [alias 2 verdachte] wonende te Zwolle en/of [alias 3 verdachte] wonende te Hoogeveen en/of [alias 4 verdachte] wonende te Heerlen en/of [alias 5 verdachte] wonende te Goes en/of [alias 6 verdachte] en/of [alias 7 verdachte] wonende te wieringerwerf en/of
- ( vervolgens) met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, een of meer advertenties te plaatsen waarin een of meer (printer)toners en/of (rollen) postzegels en/of concertkaarten, te koop werden aangeboden,
- met een of meer van voornoemde personen via de/het telefoonnummer(s) [telefoonnummer 2] en/of [telefoonnummer 3] een of meermalen contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te verschaffen over de wijze van en/of het tijdstip van levering en/of betaling van die aangeboden (printer)toners en/of (rollen) postzegels en/of concertkaarten en/of
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of geleverd en/of
- daarbij de/een bankrekening(en), te weten [rekeningnummer 2] en/of [rekeningnummer 3] en/of [rekeningnummer 4] en/of [rekeningnummer 5] ten name van: [alias 3 verdachte] en/of [alias 4 verdachte] en/of [alias 5 verdachte] en/of [verdachte] en/of [alias 6 verdachte] en/of [alias 7 verdachte] op/door te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en/of gestort en over welke rekening hij, verdachte, de beschikking had en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die (printer)toners en/of (rollen) postzegels en/of concertkaarten en/of
- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij/zij, verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden/leveren;
3.
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2018 tot en met 15 november 2018 te Zwolle en/of Hoogeveen en/of Leersum (gemeente Utrechtse Heuvelrug) en/of Wijchen, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de (achter)naam [alias 8 verdachte] -Otten en/of het adres [adres 2] heeft gebruikt door met gebruikmaking van voornoemde (achter)naam en/of voornoemd adres, althans een naam en/of een adres die gelijkenis vertonen met voornoemde (achter)naam en/of adres, op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, een of meer (nep)advertenties te plaatsen waarin goederen te koop werden aangeboden, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
4.
hij op of omstreeks 17 november 2018 te Zwolle en/of Assen, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de naam [alias 9 verdachte] heeft gebruikt door met gebruikmaking van voornoemde naam, althans een naam die gelijkenis vertoont met voornoemde naam, op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, een of meer (nep)advertenties te plaatsen waarin goederen te koop werden aangeboden, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
5.
hij in of omstreeks de periode van 16 april 2019 tot en met 1 mei 2019 te Zwolle en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de naam [alias 2 verdachte] en/of het adres [adres 3] heeft gebruikt door met gebruikmaking van voornoemde naam en/of voornoemd adres, althans een naam en/of een adres die gelijkenis vertonen met voornoemde naam en/of adres, op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, een of meer (nep)advertenties te plaatsen waarin goederen te koop werden aangeboden, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2019 tot en met 3 juni 2019 te Zwolle en/of Staphorst, in elk geval in Nederland,
-36,07 liter benzine, althans een hoeveelheid benzine en/of
-42 liter benzine, althans een hoeveelheid benzine en/of
-23,68 liter benzine, althans een hoeveelheid benzine
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan (een) ander(en) toebehoorde, te weten aan [tankstation 1] en/of [aangever 13] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 november 2019 tot en met 19 november 2019 te Zwolle en/of Deventer, in elk geval in Nederland,
-11,95 liter benzine, althans een hoeveelheid benzine en/of
-29,96 liter benzine, althans een hoeveelheid benzine
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan (een) ander(en) toebehoorde, te weten aan [tankstation 1] en/of [tankstation 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
4.2.1
Met betrekking tot het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Aan verdachte is onder 1 en 2 ten laste gelegd dat hij de twaalf genoemde personen heeft bewogen tot afgifte van een geldbedrag.
De bewijsoverwegingen met betrekking tot de feiten 1 en 2
Aangever [aangever 1] heeft op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin hij op zoek was naar een smartphone Oneplus 3. Op 26 januari 2017 is aangever benaderd door een persoon die zich [alias 1 verdachte] wonende te Amersfoort noemde, met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [aangever 1] heeft € 142,50 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 1] , als betaling voor een smartphone Oneplus 3 die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 2] heeft op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin hij op zoek was naar een Samsung smartphone. Op 27 januari 2017 is aangever benaderd door een persoon die zich [alias 1 verdachte] wonende te Amersfoort noemde, met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [aangever 2] heeft € 75,-- overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 1] , als betaling voor een Samsung die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 3] heeft op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin hij op zoek was naar een ECU Suzuki Vitara. Op 15 februari 2017 is aangever benaderd door een persoon die zich [alias 1 verdachte] wonende te Amersfoort noemde, met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [aangever 3] heeft € 158,35 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 1] , als betaling voor een ECU Suzuki Vitara die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 4] heeft op Marktplaats gereageerd op een advertentie van [alias 2 verdachte] wonende te Zwolle en met telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [aangever 4] heeft op
26 april 2019 € 1.200,-- overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 6] , als betaling voor een partij toners die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 5] heeft op 13 november 2018 [1] op Marktplaats twee rollen postzegels gekocht van [alias 3 verdachte] , wonende aan [adres 2] en met telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [aangever 5] heeft € 356,50 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 2] , als betaling voor twee rollen postzegels die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 6] heeft op 11 november 2018 op Marktplaats toners gekocht van [alias 3 verdachte] , wonende aan [adres 2] en met telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [aangever 6] heeft als aanbetaling € 100,-- overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 2] , voor toners die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 7] heeft op 26 december 2018 op Marktplaats postzegels gekocht van [alias 4 verdachte] wonende te Heerlen en met telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [aangever 7] heeft
€ 625,-- overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 3] , als betaling voor postzegels die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 8] heeft op 7 januari 2019, 10 januari 2019 en 11 januari 2019 op Marktplaats toners gekocht van [alias 5 verdachte] wonende te Goes en met telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [aangever 8] heeft in totaal € 725,-- overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 4] , als betaling voor toners die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 9] heeft op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin hij op zoek was naar drie concertkaarten. Op 4 december 2019 is aangever benaderd door [verdachte] , wonende aan [adres 1] en met telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [aangever 9] heeft 160,-- overgemaakt naar bankrekening [rekeningnummer 5] , als betaling voor concertkaarten die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 10] heeft op 24 september 2019, 7 november 2019, 10 november 2019 en 11 november 2019 op Marktplaats toners gekocht van [alias 6 verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer 3] . [aangever 10] heeft in totaal € 1.696,95 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 5] , als betaling voor toners die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 11] heeft op 23 oktober 2019 op Marktplaats toners gekocht van [verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer 3] . [aangever 11] heeft in totaal € 1.233,25 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 5] , als betaling voor toners die hij niet heeft ontvangen.
Aangever [aangever 12] heeft op 22 september 2019 op Marktplaats toners gekocht van [alias 7 verdachte] . [aangever 12] heeft in totaal € 106,50 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 5] ten name van [verdachte] , als betaling voor toners die hij niet heeft ontvangen.
Twee van de zes personen van wie de naam gebruikt is, te weten [aangever 14] en [aangever 15] , hebben aangifte gedaan van identiteitsfraude.
De rechtbank stelt vast dat:
- in drie zaken de door verdachte geopende en op zijn naam gestelde bankrekening met nummer [rekeningnummer 1] is gebruikt; (feit 1)
- op 7 december 2016 op de website www.marktplaats.nl een advertentie is geplaatst waarbij gebruik is gemaakt van het e-mailadres [mailadres 1] , gebruikersnaam [gebruikersnaam] , plaats Amersfoort vanaf het IP adres [IP adres] , het adres behorende bij [adres 1] , het adres waarop verdachte is ingeschreven; (feit 1)
- in twee zaken de door verdachte op 9 november 2018 geopende en op zijn naam gestelde bankrekening met nummer [rekeningnummer 2] is gebruikt; (feit 2)
- in één zaak de door verdachte op 3 oktober 2017 geopende en op zijn naam gestelde bankrekening met nummer [rekeningnummer 3] is gebruikt; (feit 2)
- verdachte ter identificatie van de bankrekeningen [rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 3] een foto van zijn paspoort heeft moeten maken en een foto van zichzelf, ook is er een geluidsfragment opgenomen; (feit 2)
- verbalisant de stem van verdachte heeft herkend op het geluidsfragment; (feit 2)
- in vier zaken de door verdachte geopende en op zijn naam gestelde bankrekening met nummer [rekeningnummer 5] is gebruikt; (feit 2)
- in één zaak het rekeningnummer [rekeningnummer 6] van [aangever 15] is gebruikt. Zij heeft verklaard dat verdachte haar had verteld dat een vriend van verdachte geld op haar rekening zou storten, omdat verdachte zijn bankpas kwijt was. Zij heeft op verzoek van verdachte in totaal € 900,-- van haar bankrekening opgenomen en aan hem gegeven; (feit 2)
- verdachte in twee zaken zijn eigen naam heeft gebruikt; (feit 2)
- telefoonnummer [telefoonnummer 2] , dat in zes zaken is opgegeven door de ‘verkoper’, op naam staat van [adres 1] . Verdachte op dit adres ingeschreven staat; (feit 2)
- verdachte heeft verklaard dat [telefoonnummer 2] zijn telefoonnummer is; (feit 2)
- in de periode 4 januari 2019 tot en met 28 juni 2019 op de website www.marktplaats.nl advertenties zijn geplaatst waarbij gebruik is gemaakt van gebruikersnamen [alias 5 verdachte] uit Goes en [alias 7 verdachte] vanaf het IP adres [IP adres] , het adres behorende bij [adres 1] , het adres waarop verdachte is ingeschreven; (feit 2).
De verklaring van verdachte
Verdachte is ten tijde van de inhoudelijke behandeling niet ter terechtzitting verschenen en heeft aldaar dus geen verklaring afgelegd. In zijn verhoren bij de politie heeft hij, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij geen advertenties op Marktplaats heeft geplaatst. Verdachte heeft ontkend ooit goederen via Marktplaats verkocht te hebben die hij vervolgens niet leverde. Verder heeft hij verklaard dat het mogelijk is dat een ander op zijn naam bankrekeningen heeft geopend en zijn telefoonnummer onder advertenties op Marktplaats heeft gezet.
De rechtbank stelt de verklaring van verdachte dat een ander op verdachtes naam bankrekeningen heeft geopend, als ongeloofwaardig terzijde. Het dossier bevat geen enkele aanwijzing dat een ander heeft gehandeld uit naam van verdachte. In elf zaken is een bankrekening gebruikt die op naam van verdachte staat en waarvoor verdachte zich ook heeft moeten identificeren. Daarnaast is in zes zaken het telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruikt waarvan verdachte heeft verklaard dat dat zijn telefoonnummer is.
Tussenconclusie
Op basis van het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat het verdachte is geweest die advertenties heeft geplaatst op Marktplaats en de contacten met de aangevers heeft onderhouden over de wijze van leveren en betaling van de betreffende goederen, alsmede dat de gelden veelal zijn overgeboekt naar rekeningen die op naam van verdachte staan.
Oplichtingsmiddelen
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of verdachte de aangevers door aanwending van een of meer oplichtingsmiddelen (te weten het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid, het toepassen van listige kunstgrepen en/of het gebruik maken van een samenweefsel van verdichtsels) heeft bewogen tot de afgifte van een of meerdere geldbedragen (feiten 1 en 2).
Dit betekent dat de rechtbank moet kunnen vaststellen dat de aangevers zijn overgegaan tot de afgifte van een geldbedrag doordat verdachte bij hen – door een specifieke, voldoende ernstige mate van bedrieglijk handelen – een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen teneinde daar misbruik van te maken.
De rechtbank acht met betrekking tot de feiten 1 en 2 bewezen dat verdachte:
- zich heeft voorgedaan als [alias 1 verdachte] , [alias 2 verdachte] , [alias 3 verdachte] , [alias 4 verdachte] , [alias 5 verdachte] , [alias 6 verdachte] en [alias 7 verdachte] (en daarmee gebruik heeft gemaakt van een valse, in de zin van onrechtmatig gebruikte, naam);
- zich heeft voorgedaan als een verkoper die woonachtig is in Amersfoort (feit 1), Zwolle, Hoogeveen, Goes, Heerlen en Wieringerwerf (feit 2) (en daarmee een valse woonplaats heeft opgegeven);
- te kennen heeft gegeven het door aangevers gevraagde artikel te kunnen leveren (zijnde een leugen, want verdachte was daartoe op dat moment niet in staat);
- aan de aangevers heeft laten weten deze artikelen direct na de betaling op te sturen (zijnde een leugen, want verdachte was dat niet van zins en kon dat op dat moment ook niet).
Dit betreft naar het oordeel van de rechtbank telkens oplichtingsmiddelen (het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels) waardoor de aangevers zijn bewogen tot de overboeking van een geldbedrag.
De conclusie met betrekking tot het onder 1 en 2 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is, zoals hiervoor overwogen.
4.2.2
Met betrekking tot het onder 3 tot en met 5 ten laste gelegde
Onder 3 tot en met 5 is aan verdachte identiteitsfraude, strafbaar gesteld in artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht (Sr), ten laste gelegd.
In artikel 231b Sr is het opzettelijk en wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van een ander strafbaar gesteld, indien dat gebruik plaatsvindt met het oogmerk om zijn identiteit te verhullen en/of de identiteit van de ander te verhullen of misbruiken waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan.
Identificerende persoonsgegevens zijn gegevens waarmee een persoon kan worden geïdentificeerd, zoals naam, adres, woonplaats, postadres, geboortedatum, geslacht en administratieve kenmerken.
Het nadeel dat uit het gebruik kan ontstaan, moet betrekking hebben op degene wiens persoonsgegevens zijn misbruikt.
De aan verdachte ten laste gelegde identiteitsfraude ziet op het gebruik van de voor- en/of achternamen, adres en woonplaats van drie personen, te weten (1) [alias 8 verdachte] , [adres 2] , (2) [alias 9 verdachte] en (3) [alias 2 verdachte] , [adres 3] . Deze namen en adressen heeft verdachte naar kopers gestuurd, met als doel om zijn eigen identiteit voor die personen verborgen te houden.
De bewijsoverwegingen met betrekking tot feiten 3, 4 en 5
Feit 3
[alias 8 verdachte] -Otten heeft aangifte gedaan van identiteitsfraude. Zonder haar toestemming is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: [alias 8 verdachte] , [adres 2] en telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Op 12 november 2018, 13 november 2018 en 15 november 2018 is er telefonisch contact opgenomen met aangeefster over een advertentie op Marktplaats alwaar haar gegevens waren vermeld.
De rechtbank heeft hiervoor reeds bewezenverklaard dat verdachte in het contact met de aangevers [aangever 5] en [aangever 6] de persoonsgegevens [alias 3 verdachte] , [adres 2] heeft gebruikt.
Feit 4
[aangever 16] heeft eveneens aangifte gedaan van identiteitsfraude. Op 17 november 2018 werd aangever gebeld door [naam 1] . Hij vertelde dat het telefoonnummer van aangever vermeld stond onder een advertentie op Marktplaats.
De rechtbank zal verdachte van het onder 4 tenlastegelegde vrijspreken nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte op 17 november 2018 de naam van
[aangever 16] heeft gebruikt om zijn eigen identiteit te verhullen. Onder 1 en 2 is niet tenlastegelegd dat [naam 1] is opgelicht. In de onder 2 tenlastegelegde zaak van aangever [aangever 11] komt de naam [alias 9 verdachte] wel voor, maar die is niet gebruikt op
17 november 2018, zoals onder feit 4 tenlastegelegd. De rechtbank zal verdachte om die reden van dit feit vrijspreken.
Feit 5
Ook [aangever 15] heeft aangifte gedaan van identiteitsfraude. Op 27 april 2019 kwam een onbekende man aan de deur van aangevers woning aan [adres 3] om toners op te halen die hij had gekocht via Marktplaats.
De rechtbank heeft hiervoor reeds bewezenverklaard dat verdachte in het contact met de aangever [aangever 4] de persoonsgegevens [aangever 15] , [adres 3] heeft gebruikt.
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft, zakelijk weergegeven, ontkend dat hij identiteitsfraude heeft gepleegd. De rechtbank stelt deze verklaring op grond van het hiervoor overwogene als kennelijk leugenachtig terzijde.
Conclusie
Verdachte heeft de namen en adresgegevens van [alias 3 verdachte] , [adres 2] en [aangever 15] , [adres 3] zonder hun toestemming gebruikt in het contact met andere aangevers. Deze namen en adresgegevens zijn identificerende persoonsgegevens.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de genoemde aangevers telkens het idee heeft gegeven dat zij daadwerkelijk te maken hadden met [alias 3 verdachte] , [adres 2] en [aangever 15] , [adres 3] , teneinde te verhullen dat zij in werkelijkheid met hem, verdachte, contact hadden. Daarnaast acht de rechtbank op grond van het hiervoor overwogene bewezen dat hierdoor enig nadeel voor [aangever 14] en [aangever 15] is ontstaan. Zij zijn immers ongevraagd telefonisch en in persoon geconfronteerd met personen die slachtoffer zijn geworden van het handelen van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat het onder 3 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is, zoals hiervoor overwogen.
4.2.3
Met betrekking tot het onder 6 en 7 ten laste gelegde
[naam 2] heeft namens [tankstation 1] aangifte gedaan van tanken zonder te betalen op
1 maart 2019 en op 30 april 2019 te Zwolle. Op 1 maart 2019 heeft de bestuurder van een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken] een hoeveelheid van 37,06 liter benzine weggenomen en op 30 april 2019 heeft deze bestuurder 42 liter benzine weggenomen.
Ook [aangever 13] heeft aangifte gedaan van tanken zonder te betalen op 3 juni 2019 te Staphorst. Er is 23,68 liter benzine weggenomen. De bestuurder is een man met een baardje van ongeveer 30 à 40 jaar oud en hij reed in een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken] .
[naam 3] heeft namens [tankstation 2] aangifte gedaan van tanken zonder te betalen op 5 november 2019 in Deventer. Er is 11,95 liter weggenomen. De bestuurder is een man met een baard en hij reed in een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken] .
[naam 4] heeft namens [tankstation 1] aangifte gedaan van tanken zonder te betalen op
19 november 2019 in Zwolle. Er is 29,96 liter benzine weggenomen. De bestuurder is een man en hij reed in een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken] .
De verklaring van verdachte
Verdachte is ten tijde van de inhoudelijke behandeling niet ter terechtzitting verschenen en heeft aldaar dus geen verklaring afgelegd. In zijn verhoren bij de politie heeft hij, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij gebruik maakt van een blauwe Opel Corsa met kenteken
[kenteken] . Verdachte heeft verklaard dat hij op 1 maart 2019, 30 april 2019, 3 juni 2019,
5 november 2019 en 19 november 2019 heeft getankt zonder te betalen. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij is vergeten te betalen en dat hij inmiddels een betalingsregeling heeft getroffen met de tankstations en dat hij die betalingsregeling aan verbalisanten zal doen toekomen.
De rechtbank stelt de verklaring van verdachte dat hij is vergeten te betalen en een betalingsregeling heeft getroffen, als ongeloofwaardig terzijde nu zijn verklaring hierover in tegenspraak is met zijn gedrag kort na het tanken.
Niet valt in te zien dat een persoon die te goeder trouw is en getankt heeft, zonder meer wegrijdt zonder te betalen en zonder zijn gestelde plan om later af te rekenen te bespreken met een medewerker van het tankstation. Ook kan in het gedrag van verdachte na het tanken geen enkel concreet aanknopingspunt worden gevonden dat erop wijst dat verdachte bij het tanken al van plan was te betalen; hij stapt na het tanken direct in zijn auto en hij rijdt weg. Verdachte heeft op 3 juni 2019 wel eerst sigaretten afgerekend - waaruit blijkt dat verdachte zich er wel van bewust is dat hij dient te betalen - waarna hij benzine heeft getankt en is weggereden zonder die te betalen. Voorts blijkt uit het dossier dat er geen betalingsregeling is getroffen met het BP tankstation aan de IJsselallee. Ook heeft verdachte geen stukken van een betalingsregeling overgelegd aan verbalisanten.
Gelet op het voorgaande, bezien in het licht van de te bezigen bewijsmiddelen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte reeds bij het tanken niet van plan was te betalen en zich dus op dat moment de getankte benzine wederrechtelijk toe-eigende.
De conclusie met betrekking tot het onder 6 en 7 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat het onder 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is, zoals hiervoor overwogen.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in en omstreeks de periode van 26 januari 2017 tot en met 14 februari 2017 in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende geldbedragen:
1: [aangever 1] , tot de afgifte van 142,50 euro, en
2: [aangever 2] , tot de afgifte van 75 euro, en
3: [aangever 3] , tot de afgifte van 158,35 euro,
door:
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [alias 1 verdachte] wonende te Amersfoort en
- met voornoemde personen via het telefoonnummer [telefoonnummer 1] contact te onderhouden en overleg te voeren en informatie te verschaffen over de wijze van en het tijdstip van levering en betaling van die aangeboden mobiele telefoons en/of die ECU voor een Suzuki Vitara en
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en geleverd en
- daarbij een bankrekening, te weten [rekeningnummer 1] ten name van [alias 1 verdachte] door te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en over welke rekening hij, verdachte, de beschikking had en
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en als bonafide/betrouwbare verkoper van die mobiele telefoons en die ECU voor een Suzuki Vitara en
- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden/leveren;
2.
hij in de periode van 11 november 2018 tot en met 4 december 2019 in Nederland telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende geldbedragen:
1: [aangever 4] , tot de afgifte van 1200 euro, en
2: [aangever 5] , tot de afgifte van 356,50 euro, en
3: [aangever 6] , tot de afgifte van 100 euro, en
4: [aangever 7] , tot de afgifte van 625 euro, en
5: [aangever 8] , tot de afgifte van 725 euro, en
6: [aangever 9] , tot de afgifte van 160 euro, en
7: [aangever 10] , tot de afgifte van 1696,95 euro, en
8: [aangever 11] , tot de afgifte van 1233,25 euro, en
9: [aangever 12] , tot de afgifte van 106,50 euro,
door:
- gebruik te maken van valse namen, te weten [alias 2 verdachte] wonende te Zwolle of [alias 3 verdachte] wonende te Hoogeveen of [alias 4 verdachte] wonende te Heerlen of [alias 5 verdachte] wonende te Goes of [alias 6 verdachte] of [alias 7 verdachte] wonende te Wieringerwerf of
- met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, advertenties te plaatsen waarin (printer)toners of rollen postzegels, te koop werden aangeboden, of
- met voornoemde personen via het telefoonnummer [telefoonnummer 2] of [telefoonnummer 3] contact te onderhouden en overleg te voeren en informatie te verschaffen over de wijze van en het tijdstip van levering en betaling van die aangeboden (printer)toners of rollen postzegels of concertkaarten en
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en geleverd of
- daarbij een bankrekening, te weten [rekeningnummer 2] of [rekeningnummer 3] of [rekeningnummer 4] of [rekeningnummer 5] ten name van: [alias 3 verdachte] of [alias 4 verdachte] of [alias 5 verdachte] of [verdachte] of [alias 6 verdachte] door te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en over welke rekening hij, verdachte, de beschikking had en
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en als bonafide/betrouwbare verkoper van die (printer)toners of rollen postzegels of concertkaarten en
- de indruk en het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden/leveren;
3.
hij in de periode van 11 november 2018 tot en met 15 november 2018 in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de (achter)naam [alias 8 verdachte] en/of het adres [adres 2] heeft gebruikt door met gebruikmaking van voornoemde (achter)naam en/of voornoemd adres, op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, advertenties te plaatsen waarin goederen te koop werden aangeboden, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
5.
hij in de periode van 16 april 2019 tot en met 1 mei 2019 in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de naam [alias 2 verdachte] en het adres [adres 3] heeft gebruikt door met gebruikmaking van voornoemde naam en voornoemd adres, op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl advertenties te plaatsen waarin goederen te koop werden aangeboden, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
6.
hij in de periode van 1 maart 2019 tot en met 3 juni 2019 te Zwolle of Staphorst,
-een hoeveelheid benzine, en
-42 liter benzine, en
-23,68 liter benzine,
die aan anderen toebehoorde, te weten aan [tankstation 1] of [aangever 13] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7.
hij in de periode van 5 november 2019 tot en met 19 november 2019 in Nederland,
-11,95 liter benzine, en
-29,96 liter benzine,
die aan anderen toebehoorde, te weten aan [tankstation 1] of [tankstation 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 231b, 310 en 326 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feiten 1 en 2
het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, meermalen gepleegd;
feit 5
het misdrijf: identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen;
feiten 6 en 7
het misdrijf: diefstal, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte voor het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis.
7.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft twaalf personen opgelicht door zich op Marktplaats als bonafide verkoper te presenteren, koopovereenkomsten te sluiten, kopers te bewegen tot betaling van (een aanbetaling op) de koopsom en de goederen vervolgens niet te leveren. Verdachte heeft op deze wijze de betrokkenen honderden euro’s afhandig gemaakt, waardoor zij in teleurstelling werden achtergelaten. Aangevers van wie persoonsgegevens bij de oplichtingen zijn misbruikt, zijn door onder andere aangevers benaderd en onheus bejegend omdat zij ten onrechte werden aangezien voor oplichters.
Door zo te handelen heeft verdachte niet alleen op grove wijze het vertrouwen geschaad dat aangevers in hem als verkoper hadden, maar ook het vertrouwen van mensen in websites zoals Marktplaats waar zij elkaar digitaal ontmoeten om zaken te doen.
Kortom, verdachte heeft door zijn handelen een spoor van ellende achtergelaten en hij heeft enkel oog gehad voor zijn eigen gewin.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een vijftal diefstallen. Diefstal is een ergerlijk en overlast veroorzakend feit. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Bij de bepaling van de strafmaat weegt de rechtbank mee dat verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 28 juli 2021, op 11 juni 2019 reeds eerder is veroordeeld voor witwassen. Een deel van de thans bewezenverklaarde feiten is nadien gepleegd. Van deze eerdere veroordeling is kennelijk geen preventieve werking uitgegaan. Daarnaast is gelet op deze veroordeling artikel 63 Sr van toepassing.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de soort en de omvang van de aan de verdachte op te leggen straf gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd en die hun weerslag hebben gevonden in de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarin wordt voor gevallen met een benadelingsbedrag tot
€ 10.000,-- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één week tot twee maanden in combinatie met een taakstraf als oriëntatiepunt genoemd.
Verder houdt de rechtbank rekening met de tijd die is verstreken tussen het strafbare feit en de berechting daarvan, als gevolg waarvan verdachte langere tijd in onzekerheid heeft verkeerd. Gelet daarop acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf nu niet meer passend.
Gelet op de lange periode waarin verdachte zich met deze oplichtingspraktijken bezig heeft gehouden, acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste straf evenmin passend. De rechtbank acht een taakstraf van 180 uren, bij niet of niet volledig verrichten te vervangen door 90 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met een proeftijd van drie jaren passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
Feit 1
[aangever 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.142,50, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 142,50 aan materiële schade en
€ 2.000,-- aan immateriële schade.
[aangever 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 158,35, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Alle benadeelden hebben geld overgeboekt naar een bankrekening maar geen product geleverd gekregen.
Feit 2
[aangever 4] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.700,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 1.200,-- aan materiële schade en
€ 500,-- aan immateriële schade.
[aangever 6] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 100,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[aangever 7] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 625,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[aangever 9] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 160,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[aangever 10] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.515,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
[aangever 12] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 106,50, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Alle benadeelden hebben geld overgeboekt naar een bankrekening maar geen product geleverd gekregen.
Feit 5
[aangever 15] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Feit 6
[tankstation 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 40,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing van de gehele vorderingen van de benadeelde partijen bepleit met uitzondering van de gevorderde immateriële schade. Ten aanzien van deze schade dienen de benadeelden [aangever 1] , [aangever 4] en [alias 2 verdachte] niet-ontvankelijk te worden verklaard. Verder dienen alle toe te wijzen vorderingen te worden vermeerderd met de wettelijke rente en vordert de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, met uitzondering van de benadeelden [naam 5] en [tankstation 3] , nu zij in de uitoefening van hun beroep of bedrijf werden benadeeld.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
[aangever 1]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde onder feit 1 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 142,50, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De door de benadeelde partij opgevoerde immateriële schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Aantasting van de persoon of geestelijk letsel is niet vastgesteld, zij het dat het handelen van verdachte (veel) overlast en ellende heeft veroorzaakt.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dit deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[aangever 3]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde onder feit 1 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van
€ 158,35, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
Ten aanzien van feit 2
[aangever 4]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde onder feit 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.200,-- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De door de benadeelde partij opgevoerde immateriële schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Aantasting van de persoon of geestelijk letsel is niet vastgesteld, zij het dat het handelen van verdachte (veel) overlast en ellende heeft veroorzaakt.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dit deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[aangever 6] , [aangever 7] , [aangever 9] , [aangever 10] , [aangever 12]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde onder feit 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot de navolgende bedragen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd:
  • [aangever 6] : €100,--;
  • [aangever 7] : € 625,--;
  • [aangever 9] : € 160,--;
  • [aangever 10] : € 1.515,--;
  • [aangever 12] : € 106,50.
Feit 5
[aangever 15]
De door de benadeelde partij opgevoerde immateriële schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Aantasting van de persoon of geestelijk letsel is niet vastgesteld, zij het dat het handelen van verdachte (veel) overlast en ellende heeft veroorzaakt.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Feit 6
[tankstation 3]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde onder feit 6 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van
€ 40,-- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.4
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal – anders door de officier van justitie is betoogd – in alle gevallen de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 2
het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, meermalen gepleegd;
feit 5
het misdrijf: identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen;
feiten 6 en 7
het misdrijf: diefstal, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de hierna genoemde benadeelde partijen van het hierna volgende bedrag:
[aangever 1] (feit 1):
€ 142,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2017;
[aangever 3] (feit 1):
€ 158,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2017;
[aangever 4] (feit 2):
€ 1.200,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 april 2019;
[aangever 6] (feit 2):
€ 100,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 november 2018
[aangever 7] (feit 2):
€ 625,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 250,-- vanaf 26 december 2018 en over € 375,-- vanaf 27 december 2018;
[aangever 9] (feit 2):
€ 160,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 december 2019;
[aangever 10] (feit 2):
€ 1.515,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 465,-- vanaf 7 november 2019, over € 800,-- vanaf 10 november 2019 en over € 250,-- vanaf 11 november 2019;
[aangever 12] (feit 2):
€ 106,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 september 2019;
[tankstation 3] (feit 6)
€ 40,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2019;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van de hierna te noemen bedragenten behoeve van de benadeelden, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[aangever 1] (feit 1):
€ 142,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2017 / gijzeling voor de duur van
twee (2) dagen;
[aangever 3] (feit 1):
€ 158,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2017 / gijzeling voor de duur van
drie (3) dagen;
[aangever 4] (feit 2):
€ 1.200,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 april 2019 / gijzeling voor de duur van
tweeëntwintig (22) dagen;
[aangever 6] (feit 2):
€ 100,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 november 2018 / gijzeling voor de duur van
twee (2) dagen;
[aangever 7] (feit 2):
€ 625,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 december 2018 / gijzeling voor de duur van
twaalf (12) dagen;
[aangever 9] (feit 2):
€ 160,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 december 2019 / gijzeling voor de duur van
drie (3) dagen;
[aangever 10] (feit 2):
€ 1.515,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 november 2019 / gijzeling voor de duur van
vijfentwintig (25) dagen;
[aangever 12] (feit 2):
€ 106,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 september 2019 / gijzeling voor de duur van
twee (2) dagen;
[tankstation 3] (feit 6):
€ 40,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2019 / gijzeling voor de duur van
één (1) dag;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [aangever 1]
voor het overige niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [aangever 4]
voor het overige niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever 15]
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en
mr. M.S. de Waard, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2021.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2020034094. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 30 januari 2017, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 201 en 202:
Ik had op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin ik een Oneplus 3 (smartphone) zocht. Ik werd door [alias 1 verdachte] te Amersfoort benaderd met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Hij zou de telefoon naar mij opsturen, maar ik heb na betaling van € 142,50 op rekeningnummer [rekeningnummer 1] op 26 januari 2017 niets ontvangen.
Het proces-verbaal van afschrift van aangifte van [aangever 2] , zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 128 en 129:
Ik had een advertentie geplaatst op Marktplaats met de vraag naar een telefoon. Ik werd benaderd door een man [alias 1 verdachte] uit Amersfoort met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Nadat ik op 27 januari 2017 € 75,-- had overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 1] , heb ik niets ontvangen.
Het proces-verbaal van afschrift van aangifte van [aangever 3] , zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 133 - 135:
Ik had een advertentie op Marktplaats geplaatst waarin ik een ECU Suzuki Vitara zocht. Via WhatsApp werd ik benaderd door [alias 1 verdachte] te Amersfoort met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Nadat ik op 15 februari 2017 € 158,35 had overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 1] , heb ik niets ontvangen.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] van 2 mei 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 32 en 33:
Via Marktplaats had ik op 26 april 2019 een partij toners gekocht voor € 1.200,-- en vooraf betaald op rekeningnummer [rekeningnummer 6] . Toen ik de toners wilde ophalen bleek het adres niet te kloppen. Het gaat om [alias 2 verdachte] te Zwolle met telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] van 22 november 2018, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 52 en 53 in combinatie met pag. 55:
Op 13 september 2018 (
de rechtbank begrijpt: 13 november 2018)heb ik op Marktplaats twee rollen postzegels gekocht van [alias 3 verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Ik heb € 356,50 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 2] , maar heb niets ontvangen.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] van 26 november 2018, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 58 en 59:
Op 11 november 2018 heb ik een aanbetaling gedaan voor Canon toners ter waarde van
€ 100,--. Ik heb dit geld overgemaakt op rekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van [alias 3 verdachte] . Het restantbedrag zou ik overmaken bij ontvangst van de goederen. De toners heb ik echter nooit ontvangen, waarop ik voorstelde om ze op te halen. Hij gaf mij de volgende adresgegevens: [adres 2] , telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] van 4 januari 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 101 en 102 in combinatie met pag. 103:
Op 25 december 2018 heb ik op Marktplaats 6 rollen postzegels gekocht van [alias 4 verdachte] , gebruikmakend van telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Ik heb op 26 en 27 december 2018 in totaal € 625,-- overgemaakt naar [rekeningnummer 3] , maar niets ontvangen.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 8] van 1 februari 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 109 en 110:
Op 7, 10 en 11 januari 2019 heb ik op Marktplaats toners gekocht van [alias 5 verdachte] uit Goes, gebruikmakend van telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Ik heb in totaal € 725,-- overgemaakt naar [rekeningnummer 4] , maar niets ontvangen.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 9] van 10 december 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 149 en 150:
Op 4 december 2019 had ik op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin ik op zoek was naar 3 concertkaarten. Ik werd door [verdachte] gebeld met telefoonnummer [telefoonnummer 2] dat hij 4 concertkaarten had voor € 160,--. Ik heb € 160,-- overgemaakt naar [rekeningnummer 5] , maar niets ontvangen.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 10] van 12 november 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 156 en 157:
Ik had op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin ik op zoek was naar toners. Ik werd benaderd door [alias 6 verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Ik heb op 24 september 2019 € 106,95 en € 75,-- overgemaakt, op 7 november 2019 € 465,--, op 10 november 2019 € 800,-- en op 11 november 2019 € 250,--. Ik heb in totaal € 1.696,95 overgemaakt naar rekening [rekeningnummer 5] , maar niets ontvangen.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 11] van 22 januari 2020, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 166 en 167:
Op 23 en 24 oktober 2019 heb ik toners gekocht via Marktplaats van [verdachte] .
Ik heb in totaal € 1.233,25 overgemaakt naar [rekeningnummer 5] , maar niets ontvangen.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 12] van 9 oktober 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 190 en 191:
Op 22 september 2019 heb ik op Marktplaats toners gekocht van [alias 7 verdachte] . Ik heb in totaal € 106,50 overgemaakt naar [rekeningnummer 5] , maar niets ontvangen.
Het proces-verbaal van verdenking van verbalisant [verbalisant 1] , van 12 februari 2020, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 331:
[verdachte] , wonende aan [adres 1] heeft de volgende bankrekeningen op zijn naam. Dit betroffen drie bankrekeningen bij de Bunqbank te weten, [rekeningnummer 2] , [rekeningnummer 3] , [rekeningnummer 4] en een rekening bij de ABN/AMRO, te weten [rekeningnummer 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , van 24 februari 2020, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 279:
Vanaf het IP adres [IP adres] , het adres behorende bij [adres 1] , het adres waar verdachte [verdachte] sinds 2017 staat ingeschreven, is:
  • op 7 december 2016 een advertentie geplaatst met het e-mailadres [mailadres 1] , gebruikersnaam [gebruikersnaam] , plaats Amersfoort;
  • op 4 januari 2019 en 20 januari 2019 zijn advertenties geplaatst met email [mailadres 2] met als gebruikersnaam [alias 5 verdachte] , plaats Goes;
  • op 28 juni 2019 en 29 september 2019 zijn advertenties geplaatst met email [mailadres 3] met als gebruikersnaam respectievelijk [verdachte] , [alias 7 verdachte] , plaats Wieringerwerf;
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, van verbalisant [verbalisant 1] , van 18 maart 2020, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 303, 309, 310:
Uit de met vordering bij de Bunqbank verkregen informatie blijkt dat verdachte
[verdachte] zelf de aanvrager voor de rekeningen was en dus de rekeningen bij de Bunq bank geopend heeft. Door de Bunqbank werd een geluidsfragment meegestuurd waarbij ik verbalisant de stem van [verdachte] herkende als degene die in het Engels de instructie kreeg zich te identificeren, waarbij hij voor de camera een foto van zijn paspoort en van zichzelf moest maken.
Uit de verkregen bankafschriften bleek dat rekening [rekeningnummer 3] op
3 oktober 2017 door [verdachte] voor het eerst werd gebruikt en dat er tot eind
december 2018 naast zeven Marktplaats stortingen door verschillende personen geen financiële activiteiten met deze rekening gepleegd werden.
Uit de verkregen bankafschriften bleek dat rekening [rekeningnummer 2] op
9 november 2018 door [verdachte] voor het eerst werd gebruikt en dat er tot
16 november 2018 naast drie Marktplaats stortingen door drie personen geen financiële activiteiten met deze rekening gepleegd werden.
Een, als bijlage bij het proces-verbaal van aanvraag vordering verstrekking historische financiële gegevens van 3 maart 2020 gevoegd geschrift, te weten een overzicht van de transactiegegevens van het bankrekeningnummer [rekeningnummer 7] van
[verdachte] in de periode van 3 oktober 2017 tot en met 28 december 2018 en van het bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] van [verdachte] in de periode van
9 november 2018 tot en met 16 november 2018, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 311, 312, 314 en 315:
Bij
Boekdatum
Omschrijving
Naam
Tegenrekeningnummer
€ 250,--
27-12-2018
Aanbetaling postzegels
[aangever 7]
[rekeningnummer 7]
€ 375,--
28-12-2018
[aangever 7]
[rekeningnummer 7]
Bij
Boekdatum
Omschrijving
Naam
Tegenrekeningnummer
€ 100,--
11-11-2018
[aangever 6]
[rekeningnummer 2]
€ 365,50
13-11-2018
[aangever 5]
[rekeningnummer 2]
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 26 april 2020, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 316:
Uit de met vordering verstrekking historische gegevens van de Rabobank op het
rekeningnummer [rekeningnummer 5] verkregen gegevens over de periode 1 juni 2019 tot 1 februari 2020 bleek dat de rekening op naam stond van [verdachte] .
Dat er de volgende stortingen gedaan waren die de relateren waren aan een Marktplaats
aankoop:
Op 23 september 2019 stortte [aangever 12] een bedrag van € 106,50 voor de aankoop van toner.
Op 24 september, 7 november en 11 november 2019 stortte [aangever 10] in totaal
€ 1.696,95 voor de aankoop van toners.
Op 24 en 28 oktober 2019 stortte [aangever 11] in totaal € 1.233,25 voor de aankoop van toners.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [aangever 15] , van 29 januari 2020, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 353 en 354:
V=Op welke rekening komen je inkomsten binnen?
A= [rekeningnummer 6]
OV=Wij hebben de gegevens van je bankrekening opgevraagd. Op 26 april 2019 werd er
door [aangever 4] een bedrag van 1200 euro gestort met als omschrijving Canon cartridges 45 stuks.
V=Leg mij dat eens uit?
A= Zijn volledige naam is: [verdachte] . Ik moest een bedrag van 900,- euro in 2 bedragen van 400,- euro en 500,-euro pinnen. Er was 1200,- euro naar mijn rekening overgemaakt en er bleef voor mij 300,- euro over. Dit was omdat ik zo lang op mijn geld heb moeten wachten. Ik zag dat het een Marokkaanse naam was, [verdachte] zei dat hij zijn bankpas kwijt was en een vriend van hem het geld op mijn rekening zou storten.
V= Van wie is het nummer [telefoonnummer 2] ?
A= Dit nummer is van [verdachte] .
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 9 september 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 275:
Ik, verbalisant, heb een onderzoek ingesteld naar het mobiele telefoonnummer, te weten:
[telefoonnummer 5] . Het mobiele telefoonnummer bleek te staan op naam van: [adres 1] . Op hetzelfde adres staat ingeschreven: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] .
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, van 11 februari 2020, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 370:
Het nummer [telefoonnummer 2] is mijn nummer.
Ten aanzien van de feiten 3 en 5
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 14] van 19 november 2018, met bijlagen, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 90, 91 en 95:
Ik doe aangifte van identiteitsfraude. Er zijn zonder mijn toestemming de volgende gegevens van mij gebruikt: achternaam [aangever 14] , adres [adres 2] en mijn telefoonnummer [telefoonnummer 4] .
Op 13 november 2018, omstreeks 14.00 uur, werd ik gebeld over een advertentie op Marktplaats. De man die belde vroeg aan mij of ik [alias 3 verdachte] was. Ik zei tegen de man dat hij waarschijnlijk werd opgelicht. De man zei tegen mij dat hij een toner had besteld en hij had hiervoor een aanbetaling gedaan van 110 euro. Daarna ben ik nog drie maal gebeld telkens met vragen over te koop aangeboden postzegels. Van de personen die mij hebben gebeld heb ik allemaal de namen en telefoonnummers gevraagd en genoteerd.
13 november 2018: [aangever 6] te Wijchen;
kocht toner voor de printer, betaalde € 100,--
14 november 2018: [aangever 5] te Leersum;
kocht rollen postzegels voor € 350,--
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 15] van 8 mei 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 23 en 24:
Op 27 april 2019 hoorde ik dat er geklopt werd op het raam van mijn woning aan [adres 3] . Ik liep naar de voordeur en bij het openen van mijn voordeur zag ik een voor mij onbekende man staan. Ik hoorde dat hij zei: 'ik kom voor de toners.' Ik vertelde de man dat ik geen toners had. Ik hoorde dat ze man zei: 'Ik heb een afspraak gemaakt met [alias 2 verdachte] , ik heb dit adres doorgekregen en ik heb ook al 1200 euro betaald!'
Door de rechtbank wordt ten aanzien van deze feiten verder verwezen naar de hiervoor onder 4, 5 en 6 genoemde bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de feiten 6 en 7
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] namens [tankstation 1] van 2 juli 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 209 - 211:
Op 1 maart 2019 te Zwolle is 37,06 liter benzine getankt en zonder dat de bestuurder is binnengekomen, is de auto weer weggereden. Auto betreft een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken] .
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] namens [tankstation 1] van 9 juli 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 215, 216 en 218:
Op 30 april 2019 te Zwolle is 42 liter benzine getankt en zonder dat de bestuurder is binnengekomen is de auto weer weggereden. Auto betreft een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken] .
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 13] van 3 juni 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 235 en 238:
Ik doe aangifte van diefstal van brandstof op 3 juni 2019 te Staphorst. De man ging tanken en reed vervolgens weg zonder te betalen. Op de camerabeelden zag ik dat het een man was, ongeveer 30-40 jaar oud en een baardje. Het voertuig waar de man in reed, betrof een blauwe Opel Corsa voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik zag dat de man 23,68 liter benzine had getankt.
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] namens [tankstation 1] van 29 november 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 222 - 224:
Op 19 november 2019 te Zwolle is door een man 29,96 liter benzine getankt. Hij is zonder te betalen weggereden. Auto betreft een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken] .
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] namens [tankstation 2] van 14 november 2019, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 229, 230, 232:
Op 5 november 2019 te Deventer is door een man 11,95 liter benzine getankt. Hij is zonder te betalen weggereden. Auto betreft een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken] .
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 februari 2020, zakelijk weergegeven, inhoudende op pag. 375 en 376:
OV=Op 1 maart 2019 werd er te Zwolle aan de IJsselallee bij de BP voor 60,00 euro getankt zonder te betalen. V=De kentekenplaat van de Opel Corsa staat op de camerabeelden. Was het [naam 6] of jij die getankt heeft zonder te betalen?
A=Dat was ik.
OV=Op 30 april 2019 te Zwolle aan de IJsselallee werd er voor 73,73 euro getankt zonder te betalen bij de BP. V=De kentekenplaat en de Opel Corsa staan op de camerabeelden en het was een manspersoon die tankte.
A=Dat ben ik wel geweest.
OV=Op 3 juni 2019 te Staphorst werd er voor 40 euro getankt zonder te betalen.
V=Er is een printscreen bij de aangifte gevoegd.
A=dat ben ik.
OV=Op 5 november 2019 te Deventer werd er voor 20 euro getankt bij de Gulf zonder te betalen. OV=De Opel Corsa en een manspersoon staan op de camerabeelden.
A=Ja dat ben ik.
OV=Op 19 november 2019 werd er voor 50 euro getankt bij de BP aan de IJsselallee te Zwolle. OV=De Opel Corsa en een manspersoon staat op de camerabeelden.
A=Ja dat ben ik nu in de prints zie.

Voetnoten

1.In de aangifte is als pleegdatum 13 september 2018 vermeld. De rechtbank gaat uit van een kennelijke verschrijving, nu aangever de betaling volgens een bij de aangifte gevoegd rekeningoverzicht op 13 november 2018 heeft verricht. De rechtbank zal laatstgenoemde datum als pleegdatum aanhouden.