Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
- een volwassen man die een (zwarte) hond aan het penetreren is en/of
- een volwassen man die anaal door (vermoedelijk) een paard, althans een hoefdier, wordt gepenetreerd en/of
- het vasthouden door een mens van een in erectie zijnde penis van een paard en/of
- een volwassen man die een hond (bruin kortharige vacht) penetreert waarbij eveneens een volwassen vrouw is betrokken die eveneens seksuele handelingen verricht bij de hond en/of de volwassen man en/of
- een volwassen man die staand achter een hond (zwartkleurige vacht), voornoemde hond penetreert;
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
- “vervaardigen”;
- “verspreiden” in de periode van 1 maart 2019 tot en met 16 november 2020 en,
- “gewoonte maken” van zowel het verspreiden als het in bezit hebben van dierenpornografische afbeeldingen en/of videofragmenten.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de dierenpornografische afbeeldingen een vrij lange periode op zijn telefoons hebben gestaan, in ieder geval op één telefoon. De rechtbank is, gelet op deze verklaring en de constatering van verbalisant [verbalisant 4] , van oordeel dat verdachte in ieder geval in de periode van 1 maart 2019 tot en met 22 maart 2021 in het bezit was van verschillende gegevensdragers met daarop dierenpornografische afbeeldingen en videofragmenten. Voorts overweegt de rechtbank dat verdachte in de tien dagen vóór zijn aanhouding, veelvuldig websites heeft bezocht en/of zoektermen op het internet heeft ingevoerd die betrekking hebben op seksuele handelingen tussen mens en dier. De rechtbank stelt vast dat aan de handelswijze van verdachte slechts door ingrijpen van politie en justitie een einde is gekomen. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte in de ten laste gelegde periode van 1 maart 2019 tot en met 21 maart 2021 van zowel het verspreiden als het in bezit hebben van dierenpornografische afbeeldingen en videofragmenten een gewoonte heeft gemaakt in de zin van artikel 254a lid 2 Sr. Dat bepaalde afbeeldingen in meervoud in de verzameling van verdachte voor kwamen maakt dit niet anders.
- een volwassen man die een (zwarte) hond aan het penetreren is,
- een volwassen man die anaal door een paard, wordt gepenetreerd,
- het vasthouden door een mens van een in erectie zijnde penis van een paard,
- een volwassen man die een hond (bruin kortharige vacht) penetreert waarbij eveneens een volwassen vrouw is betrokken die eveneens seksuele handelingen verricht bij de hond en de volwassen man, en,
- een volwassen man die staand achter een hond (zwartkleurige vacht), voornoemde hond penetreert;
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, verspreiden en in bezit hebben, terwijl van het plegen van deze misdrijven een gewoonte wordt gemaakt;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- een voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden met een proeftijd van vijf jaren, met daarbij de oplegging van bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd, zijnde: een meldplicht, een ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), een drugsverbod, een alcoholverbod en een houdverbod van honden of paarden, en;
- een onvoorwaardelijke taakstraf van honderdvijftig uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door vijfenzeventig dagen hechtenis.
De rechtbank ziet in de persoon van verdachte, in het bijzonder dat verdachte spijt heeft betuigd en al is begonnen met het werken aan zijn verslavings- en gedragsproblemen aanleiding om een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden op te leggen om verdachte te weerhouden opnieuw de fout in te gaan. De rechtbank zal daarbij de bijzondere voorwaarden opleggen zoals de reclassering deze heeft geadviseerd, teneinde het recidiverisico (zoveel mogelijk) in te perken. De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van een proeftijd van drie jaren. De rechtbank zal verdachte daarnaast een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van zestig uren opleggen. De rechtbank zal daarbij bepalen dat de door verdachte in voorarrest doorgebrachte detentie – naar de maatstaf van twee uren per dag - in mindering wordt gebracht op de taakstraf.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, verspreiden en in bezit hebben, terwijl van het plegen van deze misdrijven een gewoonte wordt gemaakt;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden,
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte zich gedurende de proeftijd:
- meldt bij de reclassering op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en zolang deze instelling dat nodig vindt;
- (of zoveel korter als de reclassering nodig vindt) ambulant laat behandelen door JusTact en/of Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, indien en zolang als de reclassering dit noodzakelijk vindt. Verdachte zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor detoxificatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- geen drugs zal gebruiken en zal meewerken aan controle op dit verbod door middel van urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- geen alcohol zal gebruiken en zal meewerken aan controle op dit verbod door middel van urineonderzoek en/of ademonderzoek (blaastest). De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- geen honden of paarden zal houden en zal meewerken aan controle op dit verbod in de vorm van huisbezoeken door de Landelijke Inspectie Dierenbescherming, de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en/of de politie;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
60 (zestig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen;