In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, betreft het een tussenvonnis in een civiele procedure tussen Podo Pro B.V. en de gedaagden Manderijn B.V. en Beter Lopen B.V. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 11 maart 2020 een deskundigenonderzoek bevolen om de waarde van de aandelen van Podo Pro in Beter Lopen per 2 december 2016 vast te stellen. De deskundige, Hans Bredewoud, heeft in zijn rapport van 21 mei 2021 geconcludeerd dat de waarde van de aandelen op basis van de asset-based methode op een symbolisch bedrag van € 1,00 moet worden vastgesteld. Podo Pro heeft echter vragen en bezwaren geuit over de onderbouwing van het deskundigenrapport, met name over de berekening van de verwachte geldstromen en de afschrijving van goodwill.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Podo Pro nieuwe vragen heeft opgeworpen die niet eerder aan de deskundige zijn voorgelegd, en heeft deze vragen niet in behandeling genomen. De rechtbank oordeelt dat de deskundige voldoende inzicht heeft gegeven in zijn conclusies, maar dat er behoefte is aan nadere toelichting op bepaalde punten, zoals de intrinsieke waarde van de activa en de afschrijving van goodwill. De rechtbank heeft de deskundige verzocht om deze toelichting te geven voor de zitting van 3 november 2021. De verdere beslissing over de kosten van het deskundigenbericht en andere zaken is aangehouden.