4.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Doorzoeking van de woning
Op 21 april 2021 omstreeks 21:30 uur heeft de politie de woning van verdachte aan de [adres] doorzocht. Bij die doorzoeking heeft zij diverse soorten drugs aangetroffen en in beslag genomen. Nader onderzoek door politie en het Nederlands Forensisch Instituut heeft uitgewezen dat het ging om onder andere cocaïne en meerdere hoeveelheden MDMA en 2C-B. Ook trof de politie in de woning van verdachte aan en nam zij in beslag een portemonnee met daarin een geldbedrag, meerdere telefoons, goederen die kunnen worden aangemerkt als dealbenodigdheden en een kladblok met daarin drugsgerelateerde aantekeningen .
In de woning van verdachte trof de politie vijf telefoons aan, waaronder een Huawei Honor, een Huawei Y6 en een OPPO A5. De telefoons nam de politie in beslag en zij heeft die nader onderzocht. Op drie van de vijf telefoons werden belastende chatgesprekken aangetroffen.
In het proces-verbaal van bevindingen van 20 juli 2021 komt naar voren dat op de Huawei Honor vele gesprekken zijn aangetroffen die betrekking hebben op de handel in drugs. De startdatum van het eerste relevante gesprek is 21 december 2018. Het laatste gesprek heeft plaatsgevonden op 6 juni 2020. In totaal zijn ongeveer 313 zaak relevante gesprekken geteld. Van deze gesprekken zijn drie gesprekken uitgewerkt in het proces-verbaal van bevindingen van 6 juli 2021.
Een contact genaamd
[naam]heeft op 24 april 2020 twee gram MDMA besteld.
Een contact met de naam
[naam]heeft op 6 juni 2020 een bericht gestuurd waarin hij meldt XTC en 3MMC nodig te hebben. Als reactie ontving hij een zakelijk en standaard uitziend bericht met de tekst:
“In verband met de drukte kan ik niet altijd meteen reageren. Ik probeer zsm u te berichten. Laat al wat aantal zaken weten. Dat is stuk overzichtelijker voor mij en u.
-Wat heeft u nodig?
- Hoeveel gram en/of stuks?
-Voor wanneer heeft u het nodig?
-Waar ben u nu/of waar gaat u straks heen?
-Heeft u gepast?
MVG, [bijnaam] ”
3. Een contact genaamd
[naam]bestelde op 24 april 2020 verschillende drugs, waaronder één gram ‘sos’, zijnde cocaïne en één gram MDMA. Op 14 mei 2020 plaatste hij nogmaals een bestelling van, onder meer, tien gram MDMA.
In het proces-verbaal van bevindingen van 20 juli 2021 is te lezen dat op de Huawei Y6 vele gesprekken zijn aangetroffen die betrekking hebben op de handel in drugs. De startdatum van het eerste relevante gesprek is 3 april 2020. Het laatste gesprek heeft plaatsgevonden op 5 mei 2020. In totaal zijn ongeveer 78 zaak relevante gesprekken geteld. Van deze gesprekken zijn drie gesprekken uitgewerkt in het proces-verbaal van bevindingen van 6 juli 2021.
1. Een contact met de naam
[naam]ontving op 4 april 2020 het volgende bericht:
“Dit is nieuw nummer van [bijnaam] (oud nummer: [telefoonnummer] ). Voor alle stuff WhatsApp dit nummer! Wiet, Hasj, Speed, Lean en andere dingen in bedrijf!”
[naam]bestelde vervolgens 1 gram ‘snuifcoke’.
2. Een contact genaamd
[naam]bestelde op 11 april 2020 één gram cocaïne.
3. Datzelfde geldt voor een contact genaamd
[naam]op 4 april 2020.
[naam]bestelde vervolgens op 18 april 2020 tien gram wiet, één gram ‘sos’ en één gram ‘3m’, zijnde 3MMC.
In het proces-verbaal van bevindingen van 20 juli 2021 is te lezen dat op de Oppo A5 vele gesprekken zijn aangetroffen die betrekking hebben op de handel in drugs. Op
15 oktober heeft verdachte een bericht naar zijn contacten gestuurd dat hij weer
“terug en actief is”. Hij geeft hierbij zijn nieuwe telefoonnummer. De eerste gesprekken zijn vanaf
14 oktober 2020 en de laatste op 19 april 2021. In totaal zijn ongeveer 197 zaak relevante gesprekken geteld. Van deze gesprekken zijn acht gesprekken uitgewerkt in het proces-verbaal van bevindingen van 18 juli 2021. Het zijn een aantal korte gesprekken maar ook gesprekken die maanden duren. De rechtbank acht de volgende gesprekken voor de bewezenverklaring relevant.
1. Contactpersoon
[naam]ontvangt op 16 oktober 2020 het volgende bericht:
“Na paar maanden zijn we weer terug en actief! Sorry zat een tijd locked up. Dit is m'n nieuwe nummer! (Oude nummers: [telefoonnummer] en [telefoonnummer] ) Oude nummers kunnen weg! [bijnaam] ”
[naam]plaatste vervolgens in de periode van november 2020 tot en met januari 2021 meerdere bestellingen voor cocaïne.
2. Ook een contact genaamd
[naam]ontving op 15 oktober het bericht:
“Na paar maanden zijn we weer terug en actief! Sorry zat een tijd locked up. Dit is m'n nieuwe nummer! (Oude nummers: [telefoonnummer] en [telefoonnummer] ) Oude nummers kunnen weg! [bijnaam] ”
[naam]heeft vervolgens op 21 november 2020 één gram ‘sos’ besteld. Op
22 december 2020 ontving ook
[naam]een aanbieding, waarin onder meer twee gram cocaïne voor € 80,00 wordt aangeboden (normaal € 100,00), tien stuks 2C-B voor € 25,00 en vijf gram MDMA voor € 30,00.
3. Een contact genaamd
[naam]ontving op 15 oktober 2020 hetzelfde bericht als
[naam]en
,waarin
[bijnaam]meldt dat hij een nieuw nummer heeft en dat hij weer terug en actief is.
[naam]bestelde vervolgens op 18, 24 en 30 december 2020 verschillende hoeveelheden ‘sos’. Ook in januari en februari 2021 bestelde hij verschillende malen diverse drugs, die hij steeds “bij de deur” of bij
[bijnaam]kon komen afhalen.
De verklaringen van afnemers
Tijdens het onderzoek heeft de politie de gebruikers gehoord van een aantal telefoonnummers die uit het onderzoek naar voren kwamen. Deze getuigen werden, op
[getuige] na, gehoord op 29 april 2021. Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij drugs kocht van
‘ [naam] ’. Die [naam] had de bijnaam
‘ [bijnaam] ’. Op 3 juli 2021 heeft getuige [getuige] verklaard dat hij sinds twee jaar ongeveer eens in het halfjaar cocaïne gebruikt dat hij dat altijd bij dezelfde persoon kocht, via Whatsapp. Hij heeft geen naam genoemd en kon zich het chatgesprek van 6 maart 2021 tussen verdachte en een afnemer, waarmee hij tijdens het verhoor werd geconfronteerd, niet meer voor de geest halen, maar denkt wel dat hij dat is geweest.
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft, nadat hij zich in eerste instantie op zijn zwijgrecht beriep, bij de politie verklaard dat hij zich van de periode van 7 april tot en met 8 juni 2020 niets kan herinneren. Hij heeft verder verklaard dat de telefoons die in beslag werden genomen, waaronder de Oppo A5, de Huawei Honor en de Huawei Y6, van hem zijn, dat alleen hij gebruik maakt van die telefoons en dat zijn gebruikersnaam op Snapchat ‘ [bijnaam] ’ is. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat de in zijn woning aangetroffen drugs, te weten cocaïne, MDMA en 2C-B, van hem waren. Ten aanzien van de tweede ten laste gelegde dealperiode, van 9 oktober 2020 tot en met april 2021, heeft verdachte verklaard dat hij inderdaad harddrugs heeft gedeald, maar niet vanaf 9 oktober 2020, maar vanaf december 2020. Over het Whatsapp bericht dat hij op 15 en 16 oktober 2020 met een van zijn telefoonnummers naar meerdere personen stuurde, te weten:
“Na paar maanden zijn we weer terug en actief! Sorry zat een tijd locked up. Dit is m'n nieuwe nummer! (Oude nummers: [telefoonnummer] en [telefoonnummer] ) Oude nummers kunnen weg! [bijnaam] ”,heeft verdachte verklaard dat hij daarmee mensen liet weten dat hij weer terug was en dat hij dus weer kon chillen. Verdachte heeft verklaard dat het in de woning aangetroffen geldbedrag van hem was en dat hij dat heeft verdiend met de handel in drugs.
Ter terechtzitting heeft verdachte overeenkomstig zijn verklaring bij de politie verklaard.
Overwegingen en conclusies
Niet ter discussie staat dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de handel in harddrugs. Vaststaat dan ook dat verdachte, mede gelet op zijn bekennende verklaring, zich daaraan in de periode vanaf december 2020 tot en met 21 april 2021 schuldig heeft gemaakt.
Gelet op de hiervoor weergegeven bevindingen in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank echter ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 7 april tot en met 8 juni 2020 schuldig heeft gemaakt aan het dealen van harddrugs. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat de telefoons waarop de chatgesprekken werden aangetroffen van hem zijn en dat alleen hij daarvan gebruik maakte. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat verdachte degene is die de drugsdeals heeft gesloten via Whatsapp. Gelet op de periode waarin de chatgesprekken werden gevoerd en op de getuigenverklaring van [getuige] , die in juli 2021 heeft verklaard ongeveer twee jaar geleden voor het eerst drugs te hebben gekocht, kan het niet anders dan dat verdachte in de periode van 7 april tot en met
8 juni 2020 harddrugs heeft gedeald.
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de handel in harddrugs in de maanden oktober en november 2020, met dien verstande dat die periode niet eerder is aangevangen dan op 15 oktober 2020. De rechtbank leidt dat af uit de inhoud van verschillende chatgesprekken die werden gevoerd tussen verdachte en afnemers in oktober en november 2020, die veelal doorliepen tot januari of februari 2021. Uit het bericht dat verdachte op 15 en 16 oktober 2020 aan meerdere personen heeft verzonden, leidt de rechtbank bovendien af dat verdachte zich vanaf 15 oktober 2020 opnieuw beschikbaar stelde als leverancier van verschillende verdovende middelen. De rechtbank acht de verklaring van verdachte over de reden waarom hij dat betreffende bericht heeft verzonden, mede in het licht van de overige chatberichten en de verklaringen van de afnemers, ongeloofwaardig.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2, 3, en 4 ten laste gelegde feiten op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.