ECLI:NL:RBOVE:2021:3890
Rechtbank Overijssel
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging uithuisplaatsing van minderjarigen met gefaseerde terugplaatsing bij de moeder
In deze zaak heeft de kinderrechter op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen gefaseerd bij hun moeder teruggeplaatst moeten worden, ondanks de bezwaren van de gecertificeerde instelling (GI) die stelde dat de moeder niet in staat zou zijn om de kinderen de benodigde zorg te bieden. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. P.H.K. Ruding, heeft tijdens de procedure betoogd dat zij voldoende groei heeft laten zien en dat er geen trauma of traumagerelateerde stoornis is die haar opvoedkwaliteiten in de weg staat. De kinderrechter heeft de rapportages van verschillende deskundigen in overweging genomen en geconcludeerd dat de moeder in staat is om de kinderen te verzorgen en dat de hechting van de kinderen aan de pleegouders niet van doorslaggevende betekenis is voor de beslissing. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 10 februari 2022, zodat de moeder de kans krijgt om haar ontwikkeling voort te zetten en de adviezen van de betrokken instanties in de praktijk te brengen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.