ECLI:NL:RBOVE:2021:3880

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
08-045026-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en uitbuiting van een kwetsbare vrouw door een 40-jarige man

Op 18 oktober 2021 heeft de Rechtbank Overijssel een 40-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden voor mensenhandel. De man had een drugsverslaafde vrouw met een persoonlijkheidsstoornis in zijn macht en maakte misbruik van haar kwetsbare positie. Hij dwong haar tot prostitutie en voorzag haar van drugs, waardoor zij niet in staat was om zich aan zijn controle te onttrekken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 30 juli 2019 tot en met 1 februari 2020, samen met anderen, zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel van de vrouw. De tenlastelegging omvatte het aanmaken en beheren van seksadvertenties, het maken van afspraken met klanten, het geven van instructies aan de vrouw, en het boeken van hotels. De rechtbank concludeerde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van de vrouw, die dakloos was en leed aan verschillende psychische aandoeningen. De rechtbank achtte de verklaringen van de vrouw betrouwbaar, ondanks de verdediging die stelde dat haar verklaringen inconsistent waren. De verdachte werd schuldig bevonden aan het werven, vervoeren en uitbuiten van de vrouw, en de rechtbank legde een gevangenisstraf op, rekening houdend met de ernst van het feit en de kwetsbaarheid van het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-045026-21 (P)
Datum vonnis: 18 oktober 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] ,
nu verblijvende in de P.I. Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 4 oktober 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. G.W.L.A.M. Koppen, advocaat in Eindhoven, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
zich in de periode van 30 juli 2019 tot en met 1 februari 2020 in Nederland samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel van [slachtoffer] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij in of omstreeks de periode van 30 juli 2019 tot en met 1 februari 2020 te Zwolle,
Deventer, Groningen en/of Utrecht en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging, althans alleen, (lid 3 sub 1)
een ander, genaamd [slachtoffer] ,
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1 van artikel 273f Wetboek van
Strafrecht genoemde dwangmiddelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een
andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door
misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door
misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven, vervoerd, overgebracht en/of gehuisvest met het oogmerk van
uitbuiting (lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen
waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en)
vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten (van seksuele aard) (lid 1 sub 4), en/of
3) heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te
bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer] met of voor
een derde tegen betaling (lid 1 sub 9),
immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s), handelingen verricht die (mede)
hebben bestaan uit:
- het aanmaken, onderhouden en beheren van seksadvertentie(s) van die [slachtoffer]

en/of

- het onderhouden van contacten en/of het maken van afspraken met

(prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer] en/of

- het geven van instructies aan die [slachtoffer] met betrekking tot de door die [slachtoffer] te

verrichten prostitutiewerkzaamheden en/of

- het boeken van hotels en/of het ter beschikking stellen van een (werk)telefoon,
condooms, sponsjes en/of glijmiddel voor de prostitutiewerkzaamheden van die
[slachtoffer] en/of
- het brengen en/of begeleiden van die [slachtoffer] bij/naar seksafspraken en/of
- het versturen van betaalverzoeken aan (prostitutie)klant(en) van die [slachtoffer] , welk
geld hij en/of zijn mededader(s) (vervolgens) onder zich heeft/hebben gehouden
en/of die [slachtoffer] haar opbrengsten van haar prostitutiewerkzaamheden te laten
afstaan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij die dwangmiddelen hebben bestaan uit:
- het bedreigen van die [slachtoffer] en/of
- het in stand houden van de verslaving van die [slachtoffer] door het (voortdurend) ter

beschikking stellen van drugs voor die [slachtoffer] en/of

- het voortdurend (telefonisch) contact te houden met die [slachtoffer] en/of zich
voortdurend in de nabijheid van die [slachtoffer] te bevinden en/of een aanhoudende
sfeer van intimidatie en controle heeft gecreëerd,
terwijl die [slachtoffer] een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was (lid 3 sub 2),
omdat zij dakloos was, een stoornis had in het gebruik van middelen, over beperkte
geestesvermogens beschikte, leed aan psychoses, onder bewind was gesteld, met
PTSS en borderline was gediagnosticeerd en (daardoor) erg beïnvloedbaar was,
door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer] een afhankelijksheidssituatie
is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge
waarvan zij geen weerstand heeft kunnen bieden aan verdachte en/of zijn
mededader(s);

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich – overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegd op schrift gesteld requisitoir –op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman is – gelijk een door hem overgelegde pleitnota – betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden. Daartoe heeft hij onder meer aangevoerd dat de verklaring van aangeefster niet consistent is. Zij wordt bovendien door getuigen beschreven als een persoon die liegt en bedriegt. Daarnaast heeft de raadsman betoogd dat er geen sprake is geweest van enig dwangmiddel. Het door verdachte in stand houden van een verslaving is niet waar. Verdachte heeft juist geprobeerd haar drugsgebruik te minderen. Voorts heeft de raadsman betoogd dat er sprake is van een korte periode van prostitutie namelijk 3 weken, dat verdachte alle handelingen erkent, maar het ten laste gelegde afstaan van opbrengsten ontkent als ook het oogmerk tot seksuele uitbuiting. Aangeefster heeft juist vrijwillig haar opbrengsten aan verdachte afgestaan omdat hij goed was in sparen. Zij was daartoe niet verplicht.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Op 27 januari 2020 krijgt de politie een melding vanuit het [hotel] in Zwolle van gedwongen prostitutie. Daar treffen zij een vrouw: [slachtoffer] (verder: [slachtoffer] ), Zij verklaart onder meer dat:
- zij sinds 3 weken werkt voor [bijnaam] als prostituee. Dat is niet zijn echte naam, zij is
er van de week pas achter gekomen dat hij [verdachte] heet;
- zij doet dit werk gedwongen, omdat zij verslaafd is aan base coke;
- zij al haar geld aan haar pooier moet afstaan;
- zij meerdere klanten op een dag heeft;
- zij telkens in verschillende hotels werkt, gisteren toevallig in [hotel] in Zwolle, maar het is ook op andere plaatsen door heel Nederland;
- ze heel bang is voor [bijnaam] ;
- hij vuurwapengevaarlijk is;
- hij heeft gezegd dat hij en zijn vrienden haar overal weten te vinden mocht ze weglopen;
- dat zij vandaag gebracht was door een zilverkleurige Volkswagen TDI;
- dat hij haar telkens belt, om door te geven dat er weer een klant komt of om te controleren wat ze aan het doen is;
- dat klanten haar ook berichten sturen en dat [bijnaam] deze meestal voor haar beantwoordt
en dat ze zelf alleen de telefoon opneemt als de klant belt; [2]
- zij vandaag een nieuwe telefoon, Samsung Galaxy A2 blauw van kleur, van hem gekregen
had;
- deze telefoon mocht ze alleen gebruiken om een email te sturen naar haar hulpverlening. Daarin moest ze aangegeven dat alles goed met haar ging en dat ze bij een vriendin zat. Dit omdat de hulpverlening zich zorgen om haar maakte, omdat ze niet bereikbaar was;
- zij via de sekswebsite [website] aangeboden wordt. [3]
Op de hotelkamer wordt een sporttas met daarin onder meer glijmiddel en sponsjes en een telefoon met nummer [telefoonnummer] aangetroffen. [4]
Tijdens een op 27 januari 2020 gehouden informatief gesprek verklaart [slachtoffer] vervolgens dat zij in december 2019 haar huis kwijtraakte en daarna op verschillende locaties verbleef. Ook verklaarde zij dat zij in de tijd dat zij “ [bijnaam] ” leerde kennen nog niet zo veel drugs gebruikte, maar vanaf het moment dat zij met hem samen ging werken dagelijks drugs gebruikte. Hij regelde een bed voor haar, voorzag haar van drugs en maakte een [website] account aan. [slachtoffer] verklaarde dat zij niets van het verdiende geld kreeg en “ [bijnaam] ” aangaf wat zij moest doen. [5]
Op 4 maart 2021 verklaart [slachtoffer] onder meer het navolgende:
(…) Bij deze doe ik aangifte van mensenhandel tegen [verdachte] , [bijnaam] . Ik wil dat hij
wordt gestraft voor datgene wat hij mij heeft aangedaan. [6]
(…) We hadden niet regelmatig contact, maar als het even stil was kreeg ik een mailtje of appje, ‘hej alles goed? Ben je al vrij uit de kliniek? Nee ik kan wel weglopen zei ik’.
(…) Het leek nog niet eens een maand en begon hij al agressief naar mij te doen. Met schreeuwen, hoe het wel moet, hoe het niet moet. ‘Blijf van mijn werktelefoon af want jij kan dat niet’ zei hij. (…) Hij maakte een advertentie aan bij [website] en [website] . Hij deed het appwerk van de klanten, als ik een memo moest inspreken moest ik wel mijn stem laten horen. De rest regelde hij alles, wanneer/hoelaat/waar. Ik wou het wel samen doen, maar
hij wou niet samen. Ik kreeg geen geld van hem. Ja af en toe wat coke. Hij deed de deur altijd op slot en ging hij de sleutel verstoppen omdat ik anders misschien ging weglopen volgens hem. [7] (…)
V: Wie regelde die klantafspraken?
A: [bijnaam] . Ik heb 1 keer gezegd dat ik geen klik had met een klant, dat vond hij niet leuk dat ik dat zei. Het is je werk zei hij, je moet gewoon. En dan deed ik dat ook, anders kreeg ik geen coke. (…)
Hij betaalde ook de lingerie voor de foto’s, advertenties betaalde hij ook. Ik hoefde zelf niets te betalen, [bijnaam] regelde het en betaalde het. ik hoefde alleen op de afspraken aanwezig te zijn. [8] (…)
V: Hoe betaalden de klanten?
A: Cash en tikkie, tikkie ging naar de mobiel van [bijnaam] . Cash gaf de klant vooraf. Ik bewaarde het, en als ik in de auto kwam dan gaf ik het aan [bijnaam] . Hij controleert het ook nog, of er geen tientje minder of meer in zit. [9]
Op 23 december 2020 verklaart getuige [getuige] , onder meer, het navolgende over de persoon van [slachtoffer] :
(…) [slachtoffer] heeft financiële problemen, ze heeft een bewindvoerder. [10] (…) Een van haar diagnoses is PTSS voor haar zestiende levensjaar, inclusief PTSS voor haar zesde jaar. Daarnaast borderline stoornis en stoornis in gebruik van verdovende middelen. Haar IQ niet hoog, ze overziet de gevolgen van haar handelen niet. Van alles wat ze doet, overziet ze niet wat dit te weeg brengt, Haar EQ is laag. Ze overziet consequenties niet. [11] (…) Als zij er wat voor krijgt, dan doet ze het. Ze is heel gevoelig voor kadootjes en drugs. [12]
Na contact met het [hotel] en [hotel] in Zwolle en het [hotel] in Deventer bevestigde baliemedewerkers dat:
-de kamers op 20, 21 en 27 januari 2020 in het [hotel] geboekt waren door een persoon genaamd [verdachte] , met telefoonnummer [telefoonnummer] ;
- de kamers op 22 januari 2020 in het [hotel] en Deventer geboekt was door een persoon genaamd [verdachte] , met telefoonnummer [telefoonnummer] ;
- de kamers op 23 t/m 26 januari 2020 in het [hotel] geboekt waren door een persoon genaamd [verdachte] , met telefoonnummer [telefoonnummer] . [13]
Op 30 juli 2019 vindt er via Facebook Messenger een gesprek plaats tussen verdachte en [slachtoffer] :
100004638420113 [bijnaam] (owner) -100039143496544 [slachtoffer] .
100004638420113 [bijnaam]
Bel me eens30-7-2019 21:50:50
100004638420113 [bijnaam]
Leef je nog30-7-2019 21:52:08
100004638420113 [bijnaam]
Ik heb je nodig make money30-7-2019 21:52:45
100004638420113 [bijnaam]
Wil je dat ik je uit zn handen haal26-9-2019 20:53:03
100004638420113 [bijnaam]
Je weet ik kan voor je zorgen26-9-2019 20:53:21 [14]
Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij [verdachte] en het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij [slachtoffer] . [15]
Op 31 juli 2019 vindt er via Whats App een gesprek plaats tussen verdachte en ‘ [bijnaam] ’:
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Heey zie jij die chick [slachtoffer] ?31-7-2019 20:17:27
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
ken je dr misschien31-7-2019 20:18:34
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Uit Driebergen, die is niceeee31-7-2019 20:18:51
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Ja31-7-2019 20:19:00
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
waar zit ze nu met wie is ze nu31-7-2019 20:19:17
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
moet dr ff meeten31-7-2019 20:19:40 [16]
Verdachte voert een aantal gesprekken via Whats App met ‘ [bijnaam] ”:
- op 1 en 2 augustus 2019:
[telefoonnummer] @s.wh3tsapp.net [bijnaam] 1 -8-2019 15:51:19
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Kan je me connecte [bijnaam] hier1-8-2019 15:55:18
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam] Incoming Call 1-8-2019 16:03:28
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Heb jij [slachtoffer] dr nummer2-8-2019 12:39:59
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
nee die is sporlloos2-8-2019 22:46:41
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Spoorloos ?2-8-2019 22:47:34
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Das Apart2-8-2019 22:47:40(UTC+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
,e belde me twee weken gelede op of ik dr wilde escorten2-8-2019 22:48:03
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Ze zei ze doet het goed op [website]2-8-2019 22:48:17 [17]
- op 13 januari 2020:
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
[e-mailadres]13-1-2020 12:55:30
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
[bijnaam] @1313-1-2020 12:55:37
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Verander die nummer13-1-2020 12:55:44
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Yow13-1-2020 13:55:07
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Heb je die nummer veranderd13-1-2020 13:55:17 [18]
- op 17 januari 2020:
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Juist kom ik met je op terug naar dr komt iets broer maak je daar echt geen zorgen om trouwens he heb dr ongestelt afgezet ze is deze fucking
dagen niwt honderd inzet©baar17-1-2020 19:06:25
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Ja dat ruik ik toch niet17-1-2020 19:06:49
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Ze werkt sws door broer17-1-2020 19:06:55
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Kom op17-1-2020 19:06:57
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Ik heb der ook paar x laten djoenen17-1-2020 19:07:07
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Ik weet wat ze kan opbrengen17-1-2020 19:07:12
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Niet sis paar klanten lang blord ondervinden17-1-2020 19:07:18
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Niet zo broer17-1-2020 19:07:35
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Dus ze hebt niks verdient17-1-2020 19:07:49
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Schij uit bro17-1-2020 19:07:53
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Maar bel me ff als je rustig ben zonder je vrouwtje
17-1-2020 19:08:12
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Is goed17-1-2020 19:08:19
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam]
Doe niet zo bradda17-1-2020 19:08:40
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Ja jij doet zo neef QQQ kom op17-1-2020 19:09:32
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Ik stress niet17-1-2020 19:09:40
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Ik heb me aan me afspraak gehouden17-1-2020 19:09:47
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Ik heb der gevonden en gebracht17-1-2020 19:09:54 [19]
[verbalisant] relateert in een proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van de analyse van de onder verdachte in beslag genomen Samsung telefoon, onder meer het navolgende:
(…) Verder zag ik dat [verdachte] ( [bijnaam] ) aan [slachtoffer] ( [bijnaam] ) vraagt of hij (de klant) er al is. [slachtoffer] zegt dat hij bij de lift staat maar vraagt zich af waar hij blijft. (…) Kennelijk staat [verdachte] op afstand op uitkijk.(…) even later vraagt [verdachte] of de klant al weg is en (…)
Vervolgens zag ik dat er zich een tweede klant aandient. [verdachte] belt met [slachtoffer] waarna even later [slachtoffer] antwoord dat hij (de klant) binnen is. (…) Vervolgens zag ik dat [verdachte] opnieuw [slachtoffer] belde om kennelijk te vertellen dat er een klant aan komt. (…) De volgende dag (22-01-2020) zag ik dat [slachtoffer] aan [verdachte] vroeg om voor haar scheermesjes en condooms mee te nemen. [verdachte] zegt dit te doen. (…) Vervolgens zag ik dat [slachtoffer] tegen [verdachte] zegt: “Hij is op de parkeerplaats”. [verdachte] zegt “Oké top” en wenst [slachtoffer] succes. (…) [slachtoffer] vraagt of zij eerst de deur open moet maken of eerst douchen. [verdachte] zegt haar eerst te gaan douchen en dat ze moet zeggen dat ze klaar is. [slachtoffer] is klaar met douchen en vraagt of zij naar buiten moet komen. (…) [slachtoffer] zegt [verdachte] hem een tikkie van 130 euro moet sturen, voor een uurtje. [verdachte] zegt dat hij het nu heeft en [slachtoffer] vraagt of het gelukt is. [verdachte] bevestigd dit. Op 25-01-2020 te 05.42 uur vraagt [slachtoffer] aan [verdachte] om te komen. Kennelijk heeft zij dan de klant gehad en is deze weggegaan.
Vervolgens wordt [slachtoffer] door [verdachte] gebeld. Op 25-01-2020 te 18.28 uur appt [slachtoffer]
het volgende: “Alles ok hier en kom er nu aan”. Op 25-01-2020 te 20.50 uur appt [slachtoffer] het volgende: “Ik klop aan zijn deur nu maar hij doet niet open”. (…) Op 25-01-2020 te 23.00 uur vraagt [slachtoffer] hoe laat zij buiten moet staan. [verdachte] antwoord over 10 minuten en dat hij al links van de poort buiten staat te wachten. (…) Op 26-01-2020 te 01.35 uur appt [slachtoffer] dat een “kale turk” kennelijk bij haar binnen is. [verdachte] belt [slachtoffer] en appt even later dat hij, mogelijk die “kale turk” een tikkie moet betalen. Kort daarop antwoord [verdachte] dat er betaald is. (…) Op 26-01-2020 te 21.32 uur appt [slachtoffer] aan [verdachte] dat ene [naam] onderweg is (…) [verdachte] belt vervolgens met [slachtoffer] en [slachtoffer] appt [verdachte] even later met de tekst: “Hij heeft 100 voor 3 kwartier”. [20]
Ten tijde van het informatieve gesprek is er door verbalisanten Van Dijk en [verbalisant] aan [slachtoffer] gevraagd wat de inloggegevens waren van haar account op de website van [website] . Zij verklaarde deze niet te hebben, omdat verdachte deze beheert, maar liet de advertenties op de site zien met de naam Mercedes. Verbalisant [verbalisant] heeft de website van [website] bezocht en zag een advertentie genaamd Mercedes Zwolle. De foto’s bij deze advertenties leken op foto’s van [slachtoffer] . Op de website stond een grote groene knop waarop de tekst stond “Toon nummer”. Het telefoonnummer, [telefoonnummer] , verscheen. [21] Voor advertentie [nummer] (de advertentie van [slachtoffer] met onder meer de namen [bijnaam] en Mercedes) werd op 20 januari 2020, 21:50 een credit bundle 10 aangekocht met order nummer # [ordernummer] en betaald middels de betaalmethode iDEAL. [22] Het ordernummer [ordernummer] met een betaling gedaan van 33,95 euro is door de gebruiker [verdachte] , betaald met bankrekeningnummer [rekeningnummer] . [23]
Op 25 maart 2021 verklaart [naam] , onder meer, het navolgende:
(…) Ik heb met [bijnaam] inderdaad WhatsApp gesprekken gevoerd over een advertentie op sekssite [website] . [bijnaam] heef aan mij gevraagd om seksadvertentie aan te maken. Dit heb ik inderdaad voor hem gedan. [bijnaam] zei dat hij niet kon inloggen. Ik heb dit voor hem gedaan omdat [bijnaam] het wachtwoord niet meer wist. Toen heb ik hem het wachtwoord gegeven. (…) Ik heb hem dus geholpen met het aanmaken van een account op [website] . [bijnaam] heeft mij inderdaad ook die foto’s gestuurd van die vrouw en deze foto’s heb ik in inderdaad op die sekssite [website] geplaatst. [24]
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 4 oktober 2021, zakelijk weergegeven:
(…) Ik wist dat [slachtoffer] drugs gebruikte. (…) Ik weet dat ze in de Utrechtse scene zat. Zij kwam vaak in rare situaties. (…) Ik heb haar een telefoon gegeven. (…)
In het begin had zij een profiel voor seksadvertenties, maar dat zag er niet uit. Ik heb haar daarmee geholpen. (…)
Ik heb haar ook geholpen met klanten. (…) Ik had een leuke klant voor haar. (…) Ik boekte meestal de hotelkamers. Ik had dat de eerste keer ook gedaan. (…) Het klopt dat [naam] mij geholpen heeft. (…) Ik verstuurde wel eens betalingssms-berichten naar klanten. (…) Omdat ik een tijdje geen rijbewijs had, was ik afhankelijk wie mij kon rijden. [naam] heeft mij wel eens vervoerd. [25]
Betrouwbaarheid verklaring [slachtoffer]
De raadsman heeft betoogd dat de verklaringen van [slachtoffer] niet consistent zijn en mogelijk – gelet op hetgeen getuigen over haar persoon verklaren – leugenachtig zodat deze niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd
De rechtbank is echter van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] grotendeels en op essentiële punten wel betrouwbaar zijn nu zij ondersteund worden door andere bewijsmiddelen en derhalve niet op zichzelf staan. Haar verklaringen over de periode van drie weken voorafgaand aan het informatieve gesprek vindt met name steun in de inhoud van de hiervoor genoemde Whats Appgesprekken. Dat, zoals zou blijken uit de door de raadsman ingebrachte stukken, aangeefster gepusht zou zijn door de politie dan wel de kliniek om een belastende verklaring tegen verdachte af te leggen, maken dit oordeel niet anders nu de rechtbank aan die stukken niet kan zien door wie en onder welke omstandigheden de inhoud van die stukken tot stand is gebracht.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank heeft hiervoor al uiteengezet dat zij geconstateerd heeft dat het bewijs niet enkel gestoeld is op de verklaring van [slachtoffer] , maar ook op objectieve technische gegevens zoals Whats Appgesprekken, bankgegevens, gegevens van hotels en [website] . De rechtbank overweegt ten aanzien van het wettige en overtuigende bewijs het volgende.
Misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
Uit de aangifte van [slachtoffer] en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting
blijkt dat [slachtoffer] drugsverslaafd was/is en geen vaste woon- of verblijfplaats had. Ze is gediagnosticeerd met PTSS en er is sprake van persoonlijkheidsproblematiek, onder meer bestaande uit een borderline stoornis. Ze is matig tot zwak begaafd en overziet de gevolgen van haar handelen niet. Gelet op deze verslaving en stoornis is de rechtbank van oordeel dat [slachtoffer] een kwetsbare positie had. Verdachte wist dit ook. Hij wist immers dat [slachtoffer] in een zorginstelling verbleef en stimuleerde haar daar weg te gaan en om bij hem te komen. Verdachte heeft door [slachtoffer] van drugs te blijven voorzien haar verslaving in stand gehouden en een afhankelijkheidspositie gecreëerd. Als [slachtoffer] zich niet wilde prostitueren, kreeg zij ook geen drugs. Onder deze omstandigheden had zij niet de mogelijkheid om eigen keuzes te maken hoe, wanneer, met wie, tegen welke prijs en onder welke omstandigheden zij haar prostitutiewerk wilde verrrichten dan wel om zich hieraan te onttrekken. Dat [slachtoffer] aanvankelijk heeft ingestemd met de prostitutie en dat [slachtoffer] zich al eerder heeft geprostitueerd, doen daarbij – nu er sprake is van de dwangmiddelen misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van het uit feitelijke omstandigheden voorvloeiend overwicht - niet ter zake.
Handelingen
Uit voorgaande bewijsmiddelen volgt dat verdachte:
* samen met een ander seksadvertenties voor [slachtoffer] via [website] heeft aangemaakt, beheerd en onderhouden;
* afspraken met (prostitutie)klanten heeft gemaakt;
* instructies aan [slachtoffer] gaf hoe zij haar prostitutiewerk moest uitoefenen;
* hotelkamers boekte en [slachtoffer] een (werk)telefoon, sponsjes en glijmiddel gaf en
* [slachtoffer] vervoerde naar hotelkamers.
Door verdachte worden deze handelingen niet ontkend.
Werven met het oogmerk van uitbuiting
Uit de verklaring van [slachtoffer] en de hiervoor genoemde Facebook Messenger berichten van 30 juli 2019 blijkt dat verdachte op 30 juli 2019 al contact zoekt met [slachtoffer] . Hij stuurt onder meer ‘Ik heb je nodig, make money’, ‘Wil je dat ik je uit zn handen haal?’. Deze zoektocht naar [slachtoffer] zet verdachte op 31 juli 2019 en 1 en 2 augustus 2019 voort als verdachte contact zoekt met ‘ [bijnaam] ’ en hem vraagt of hij het telefoonnummer van [slachtoffer] heeft. De verklaring van verdachte dat dit rondvragen naar [slachtoffer] enkel vriendschappelijke interesse was, acht de rechtbank gelet op de uitspraken ‘Make money’ en ‘Ze doet het goed op [website] ’ volstrekt ongeloofwaardig. Op enig moment in de periode tussen 30 juli 2019 en 1 januari 2020 is het verdachte gelukt om [slachtoffer] daadwerkelijk voor zich te werven. Het Whatsapp-bericht van [bijnaam] met de tekst: “Ik heb der gevonden en gebracht” kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden geïnterpreteerd dan dat verdachte [slachtoffer] bewust heeft laten opsporen om voor hem te kunnen werken met de hiervoor gegeven bedoeling.
Oogmerk tot seksuele uitbuiting
De rechtbank stelt voorop dat bij gedwongen prostitutie per definitie sprake is van uitbuiting. De lichamelijke integriteit van een persoon is immers in het geding.
-
duur van de prostitutie werkzaamheden
Uit voornoemde bewijsmiddelen is af te leiden dat [slachtoffer] sinds 31 december 2019 dakloos is. Ook valt op te maken dat er op 13 januari 2020 door [naam] namens verdachte een advertentie op [website] is aangemaakt. Vanaf 20 januari 2020 tot en met 27 januari 2020 zijn er appgesprekken met klanten en worden deze klanten in hotels ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank is in het dossier voldoende wettig bewijs geleverd voor de tenlastegelegde pleegperiode.
-
beperkingen voor [slachtoffer]
Verdachte heeft [slachtoffer] in die periode van 1 tot 27 januari 2020 instructies gegeven hoe, waar, wanneer en met wie haar prostitutiewerkzaamheden uit te oefenen. [slachtoffer] heeft daarover verklaard dat als zij niet wilde zij dit toch moest doen. Zij had daarin dus niet de vrijheid om over haar eigen lichaam te beslissen. Van een mondige prostituee die zelf kan bepalen hoe zij haar werk doet was geen sprake. Uit de verklaringen van [slachtoffer] en de Whats Appberichten blijkt dat verdachte alles regelde, van het aanmaken en opwaarderen van seksadvertenties tot het verzorgen van de lingerie, het maken van afspraken met klanten over door [slachtoffer] te verrichten handelingen, het maken van hotelreserveringen tot het op zijn rekening ontvangen van betalingen van de door [slachtoffer] geleverde diensten dan wel het incasseren van contante betalingen die aan [slachtoffer] zijn gedaan door klanten. [slachtoffer] beschikte niet over de vrijheid om een klant te weigeren, niet te werken op dagen dat zij dit niet wilde, bepaalde, door verdachte en een klant overeengekomen, handelingen te weigeren of met de prostitutiewerkzaamheden te stoppen.
-
het economische voordeel dat verdachte behaald heeft
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij het cash geld dat zij van klanten ontving af moest staan aan verdachte. Zij mocht hiervan niets zelf houden. Ook betaalden klanten via een tikkie/ betalingssms-bericht aan verdachte. Dit blijkt uit de verklaring van verdachte, maar ook uit de verklaring van [slachtoffer] en de Whats Appberichten. [slachtoffer] ontving enkel cocaïne voor haar verdiensten, eten en lingerie, glijmiddel en sponsjes om te gebruiken bij de prostitutiewerkzaamheden. Het dossier bevat geen enkele aanwijzing dat [slachtoffer] zelf over haar verdiensten kon beschikken.
Medeplegen
Een kwalificatie medeplegen is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. De rechtbank heeft geconstateerd dat verdachte geholpen is bij het aanmaken van een seksadvertentie op [website] en het vervoeren van [slachtoffer] naar de hotelkamers. De vraag die daarbij rijst is of er sprake is geweest van een dusdanige nauwe en bewuste samenwerking dat er kan worden gesproken van medeplegen.
[naam] en [naam] hebben een faciliterende rol gehad bij de uitvoering en het in stand houden van de prostitutie van [slachtoffer] . Op basis van de inhoud van het dossier kan de rechtbank echter niet vaststellen dat verdachte nauw en bewust met hen heeft samengewerkt
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgegeven bewijsmiddelen waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 30 juli 2019 tot en met 1 februari 2020 te Zwolle en Deventer,
een ander, genaamd [slachtoffer] ,
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1 van artikel 273f Wetboek van
Strafrecht genoemde dwangmiddelen, te weten door
misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door
misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest met het oogmerk van
uitbuiting (lid 1 sub 1), en
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen
waarvan hij, verdachte wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten (van seksuele aard) (lid 1 sub 4), en
3) heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte,) te
bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer] met of voor
een derde tegen betaling (lid 1 sub 9),
immers heeft hij, handelingen verricht die (mede)
hebben bestaan uit:
- het aanmaken, onderhouden en beheren van seksadvertentie(s) van die [slachtoffer]
en
- het maken van afspraken met (prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer] en
- het geven van instructies aan die [slachtoffer] met betrekking tot de door die [slachtoffer] te
verrichten prostitutiewerkzaamheden en
- het boeken van hotels en het ter beschikking stellen van een (werk)telefoon, sponsjes en glijmiddel voor de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer] en
- het brengen en begeleiden van die [slachtoffer] bij/naar seksafspraken en
- het versturen van betaalverzoeken aan (prostitutie)klant(en) van die [slachtoffer] , welk
geld hij) (vervolgens) onder zich heeft gehouden
en die [slachtoffer] haar opbrengsten van haar prostitutiewerkzaamheden te laten
afstaan aan hem, verdachte,
waarbij die dwangmiddelen hebben bestaan uit:
- het in stand houden van de verslaving van die [slachtoffer] door het (voortdurend) ter
beschikking stellen van drugs voor die [slachtoffer] en
terwijl die [slachtoffer] een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was (lid 3 sub 2),
omdat zij dakloos was, een stoornis had in het gebruik van middelen, over beperkte
geestesvermogens beschikte, onder bewind was gesteld, met PTSS en borderline was gediagnosticeerd en (daardoor) erg beïnvloedbaar was,
door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer] een afhankelijksheidssituatie
is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en ten gevolge
waarvan zij geen weerstand heeft kunnen bieden aan verdachte.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 3º omschreven feit wordt gepleegd, een persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft onder verwijzing naar de OM richtlijnen voor strafvordering van mensenhandel en het feit dat verdachte al eerder is veroordeeld wegens mensenhandel gevorderd aan verdachte op te leggen:
- een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van het reeds ondergane voorarrest en
- een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr inhoudende een contactverbod met [slachtoffer] .
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij een strafoplegging rekening te houden met de zeer korte duur van drie weken prostitutie, de eigen inbreng van aangeefster en het ontbreken van geweld. De eis van de officier van justitie heeft de raadsman buitensporig genoemd. Tegen een contactverbod met [slachtoffer] heeft de verdediging zich niet verzet.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van het strafbare feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel van een kwetsbaar persoon. Hij heeft bewust gezocht naar de drugsverslaafde [slachtoffer] met diverse persoonlijkheidsproblematiek om haar te werven voor de prostitutie. Dit is verdachte ook gelukt. Het slachtoffer heeft geen enkele inbreng gehad over de uitoefening van haar werk en het was verdachte die alles bepaalde. Daarbij voorzag hij haar in drugs waardoor zij – gelet op haar verslaving – deed wat hij zei en zich niet kon en durfde onttrekken aan zijn feitelijke overwicht. Het slachtoffer heeft drie weken voor verdachte als prostituee gewerkt waarna zij kans zag in een hotel in Zwolle melding te maken van haar gedwongen prostitutie.
Verdachte heeft daarbij misbruik gemaakt van haar kwetsbare positie, het feit dat zij geen eigen woning had en al in een schadelijk milieu verkeerde. Verdachte heeft een vriendschappelijke relatie met het slachtoffer aan haar voorgewend en heeft haar aanvankelijk doen geloven dat hij het beste met haar voor had. Dit alles enkel en alleen om haar uit te buiten.
Mensenhandel waarbij iemand in de prostitutie wordt gebracht, of zoals in dit geval ‘opnieuw’, is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting, waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt wordt gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiters. Daarmee is de ernst van het door verdachte gepleegde misdrijf gegeven. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van uitbuiting in de prostitutie doorgaans nog langer tijd de psychische gevolgen hiervan ondervinden.
Persoon van verdachte
Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 5 augustus 2021 blijkt dat verdachte op 6 december 2018 door het gerechtshof Amsterdam is veroordeeld wegens mensenhandel door seksuele uitbuiting van een minderjarige. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij een relatie heeft en twee kinderen. Met deze kinderen heeft hij geen contact. Verdachte verwacht na zijn detentie zijn werk bij [bedrijf] weer op te kunnen pakken.
Strafoplegging
De rechtbank heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarbij houdt de rechtbank rekening met het feit dat er door verdachte geen geweld is gebruikt en dat er sprake is van een relatief korte periode van uitgebuite prostitutie. Anderszijds is van belang dat er sprake is van een kwetsbaar slachtoffer, waarbij verdachte het slachtoffer gedurende maanden voorafgaande aan de daadwerkelijke prostitutie heeft gezocht en, uiteindelijk, geworven middels het aangaan van een vriendschappelijke relatie en verdachte zogenaamd het beste met haar voor had. Verdachte heeft bewust gezocht naar het slachtoffer. Ook weegt de rechtbank strafverzwarend mee dat er bij verdachte sprake is van recidive op het gebied van mensenhandel. Gezien de ernst van het gepleegde feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 15 maanden passend en geboden. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat het reeds door verdachte ondergane voorarrest in mindering gebracht dient te worden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

strafbaarheid feit

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:

mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 3º omschreven feit wordt gepleegd, een persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt

strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door drs. mr. H.M. Braam, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2021.
Buiten staat
De voorzitter en mr. Pouw zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer ONRCC20002 (Agaat). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar de documenten in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina BRON-001, alinea 7.
3.Pagina BRON-002, regels 9 tot en met 15.
4.Pagina BRON-002, regels 17 en 18, pagina BRON-005, alinea 7
5.Pagina BRON-022.
6.Pagina BRON-328 en 329, regel 3 en 4.
7.Pagina BRON-331, regels 2 tot en met 4, 13 tot en met 15, alinea 5.
8.Pagina BRON-333, alinea 2 en 10.
9.Pagina BRON-334, alinea 7.
10.Pagina BRON-087, regel 4.
11.Pagina BRON-088, alinea 3.
12.Pagina BRON-089, laatste regel.
13.Pagina BRON-124, alinea 6
14.Pagina BRON-137, tabel.
15.Pagina BRON-137, alinea 5.
16.Pagina 203.
17.Pagina 208.
18.Pagina 206, alinea 1 en 2.
19.Pagina BRON-146.
20.Pagina BRON-137 en 138.
21.Pagina BRON 028 en 029, alinea 10.
22.Pagina BRON-249, alinea 2.
23.Pagina BRON-250, alinea 4.
24.Pagina PDPRRG96-001 en 009, alinea 8.
25.Zie het proces-verbaal ter terechtzitting van 4 oktober 2021.