ECLI:NL:RBOVE:2021:3744

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
7 oktober 2021
Zaaknummer
9406082 \ CV EXPL 21-2001
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van een bedrijfspand wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de besloten vennootschap [eiseres] B.V. een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap MKD B.V. h.o.d.n. Megakeukendeal, die niet is verschenen. De vordering betreft de ontruiming van een bedrijfspand aan de Jutestraat 27 te Rijssen, dat door MKD wordt gehuurd. De huurovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd en loopt tot 29 februari 2024, met een maandelijkse huurprijs van € 2.035,00 en een voorschot van € 302,50. MKD heeft echter een huurachterstand opgebouwd, ondanks meerdere aanmaningen van de gemachtigde van [eiseres]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de procedure correct is verlopen en dat de vordering van [eiseres] niet onrechtmatig of ongegrond is. De kantonrechter heeft MKD veroordeeld om het pand binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en heeft de vordering tot machtiging voor ontruiming met behulp van de sterke arm afgewezen, omdat dit niet nodig is volgens de wet. Daarnaast is MKD veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, een boete en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft de kosten van de procedure aan de zijde van [eiseres] begroot op € 598,52, die door MKD moeten worden vergoed. Het vonnis is uitgesproken op 21 september 2021.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9406082 \ CV EXPL 21-2001
Vonnis in kort geding van 21 september 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,
gemachtigde: mr. J.W. de Haij,
tegen
de besloten vennootschap
MKD B.V. h.o.d.n. Megakeukendeal,
gevestigd en kantoorhoudende te Rijssen,
gedaagde partij, hierna te noemen MKD,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 1 september 2021,
- de mondelinge behandeling van 16 september 2021. Namens [eiseres] is haar gemachtigde mr. J.W. de Haij verschenen. Tegen de niet verschenen MKD is verstek verleend.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
MKD huurt met ingang van 1 maart 2019 van [eiseres] de bedrijfsruimte aan de Jutestraat 27 te Rijssen. De huurovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd en loopt tot 29 februari 2024. De huurprijs bedraagt € 2.035,00 inclusief btw per maand. Daarnaast is MKD maandelijks een bedrag van € 302,50 inclusief btw verschuldigd als voorschot op de vergoeding voor door of vanwege [eiseres] verzorgde levering van zaken en diensten.
2.2.
Op de huurovereenkomst zijn de Algemene bepalingen huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW van toepassing.
Daarin is het volgende opgenomen:
Betalingen(…)
23.2
Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door Huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt Huurder aan Verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 1% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300,00 per maand. De hiervoor bedoelde boete(rente) is niet verschuldigd indien Huurder voor de in artikel 23.1 genoemde vervaldatum per aangetekende brief een gemotiveerde vordering bij Verhuurder heeft ingediend en Verhuurder binnen 4 weken na ontvangst van deze brief inhoudelijk daarop niet heeft gereageerd. (…)
Kosten, verzuim
28.1
In alle gevallen waarin (Ver)Huurder een sommatie, een ingebrekestelling of een exploot aan (Ver)Huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen (Ver)Huurder om deze tot nakoming van de huurovereenkomst of Huurder tot ontruiming te dwingen, is (Ver)Huurder verplicht alle daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte - met uitzondering van de ingevolge een definitieve rechterlijke beslissing door (Ver)Huurder te betalen proceskosten - aan (Ver)Huurder te voldoen.
De gemaakte redelijke kosten worden tussen partijen bij voorbaat vastgesteld op een bedrag dat als volgt wordt berekend: 15% over de hoofdsom met een maximum van € 25.000 per geval exclusief de griffierechten. Bij een procedure worden de kosten van experts (advocaten, deurwaarders ed.) door de in het ongelijk gestelde partij vergoed.
Artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek leden 4 en 6, waaronder uitdrukkelijk begrepen de verwijzing naar het maximaal te vergoeden bedrag aan buitengerechtelijke kosten, is daarmee tussen partijen niet van toepassing. (…)”.
2.3.
Er is een achterstand ontstaan in de betaling van de huurpenningen en het maandelijkse voorschot.
2.4.
Ondanks schriftelijke aanmaningen door de gemachtigde van [eiseres] van 26 juli 2021 en 11 augustus 2021, waarin zelfs korting op de huurachterstand is aangeboden, is een reactie van MKD en (volledige) betaling door MKD uitgebleven.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert - samengevat - dat de kantonrechter, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
  • MKD veroordeelt om de gehuurde ruimten, gelegen te (7461 TS) Rijssen aan de Jutestraat 27, binnen 3 dagen na betekening van het te dezen wijzen vonnis te ontruimen en met afgifte van sleutels van dit pand aan [eiseres] ter beschikking te stellen, alsmede dit pand vervolgens verlaten en ontruimd te houden, met de machtiging aan [eiseres] dit te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie op kosten van gedaagde,
  • MKD veroordeelt om aan [eiseres] te voldoen een bedrag van € 15.193,79 ter zake de huurachterstand en achterstand in het maandelijkse voorschot tot en met juli 2021, te vermeerderen met de nadere huurtermijnen van € 2.337,92 over elke maand tot aan de datum waarop de huurovereenkomst is ontbonden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid van de huurpenningen,
  • MKD veroordeelt om aan [eiseres] te voldoen een bedrag van € 4.200,00 ter zake de verschuldigde boete ex artikel 23.2 van de Algemene bepalingen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag van volledige voldoeding,
  • MKD veroordeelt om aan [eiseres] te voldoen een bedrag van € 2.909,07 ter zake de verschuldigde buitengerechtelijke kosten ex artikel 28 van de Algemene bepalingen, en de wet normering buitengerechtelijke incassokosten,
  • MKD veroordeelt in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente te berekenen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening.
3.2.
[eiseres] voert daartoe aan dat MKD is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst. De wanbetaling heeft een voortdurend karakter en de huurachterstand wordt daardoor alleen maar groter. Om die reden heeft zij belang bij ontruiming van het gehuurde en betaling van de achterstallige huurpenningen. Verder vordert [eiseres] betaling van de huurpenningen en het voorschot ad € 2.337,72 per maand vanaf augustus 2021, tot aan het tijdstip van rechtsgeldige beëindiging van de huurovereenkomst. Overeenkomstig artikel 23.2 van de Algemene bepalingen is MKD een boete van € 300,00 per maand verschuldigd voor de niet nakoming van de betalingsverplichting uit hoofde van de huurovereenkomst, waardoor in totaal een bedrag van € 4.200,00 verschuldigd is. [eiseres] maakt eveneens aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 2.909,07.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de dagvaarding zijn de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen.
4.2.
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen, met inachtneming van het volgende.
4.3.
De termijn voor ontruiming zal op de gevorderde drie dagen worden gesteld. Voor een langere termijn ziet de kantonrechter geen aanleiding nu MKD van [eiseres] meerdere malen de gelegenheid heeft gekregen om de huurachterstand te betalen en omdat MKD ruim van te voren heeft kunnen anticiperen op deze onvermijdelijke ontruiming.
De mede gevorderde machtiging om de ontruiming van het gehuurde zo nodig met behulp van de sterke arm te doen bewerkstelligen, zal worden afgewezen.
Artikel 556 lid 1 van het Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) schrijft namelijk voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder. De deurwaarder heeft geen rechterlijke machtiging om de hulp van de sterkte arm in te roepen nodig. Die bevoegdheid ontleent hij rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard.
4.4.
[eiseres] maakt aanspraak op de wettelijke rente over de achterstallige huur, de nadere huurtermijnen tot aan de datum waarop de huurovereenkomst wordt ontbonden en de renteboete. Deze vordering wordt afgewezen. Uit artikel 6:92 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat een verschuldigde contractuele boete in de plaats treedt van schadevergoeding op grond van de wet. Dit betekent dat de schuldeiser niet én boete én schadevergoeding kan vorderen. Nu wettelijke rente een vorm van wettelijke schadevergoeding is - immers schadevergoeding die is verschuldigd bij de vertraging in de voldoening van een geldsom - kan in dit geval de wettelijke rente niet naast de boete worden gevorderd. Daarbij is niet van belang of het boetebeding strekt tot fixatie van de schadevergoeding dan wel tevens strekt tot het verzekeren van de nakoming van de hoofdverbintenis (vgl. Gerechtshof Amsterdam 4 maart 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:640).
4.5.
MKD zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
  • explootkosten € 98,52
  • griffierecht € 126,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 598,52

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt MKD om de gehuurde ruimten, gelegen te (7461 TS) Rijssen aan de Jutestraat 27, binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis, met al diegenen die en al hetgeen dat zich daarin of daarop bevinden of bevindt, volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels van het pand aan [eiseres] ter beschikking te stellen, alsmede het pand te verlaten en ontruimd te houden,
5.2.
veroordeelt MKD om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 15.193,79 ter zake de huurachterstand en de achterstand in het maandelijkse voorschot tot en met juli 2021,
5.3.
veroordeelt MKD om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 2.337,92 per maand of een gedeelte daarvan ter zake de huurpenningen en het voorschot vanaf 1 augustus 2021 tot aan de datum waarop de huurovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden,
5.4.
veroordeelt MKD om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 4.200,00 ter zake de verschuldigde boete in de zin van artikel 23.2 van de Algemene bepalingen,
5.5.
veroordeelt MKD om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 2.909,07 ter zake de buitengerechtelijke incassokosten,
5.6.
veroordeelt MKD in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 598,52, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke handelsrente met ingang van de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2021. (ms)