Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. C.P. Dronkers en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. J.B.A. Kalk, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
27 februari 2020 samen met haar dochter [aangever 1] bij de [supermarkt] aan de [adres supermarkt] (O) was. Aangeefster stond met haar gezicht naar de koeling om iets te pakken toen zij opeens iets merkte en dacht: ‘Zit er iemand aan mijn kont?’. Aangeefster zag toen een personeelslid langs haar heen lopen. Verder was er niemand. Aangeefster voelde echt dat er iemand aan haar kont zat. Aangeefster dacht wel dat zij het zich had ingebeeld. Er zijn camerabeelden van de [supermarkt] aan de politie ter beschikking gesteld. Verbalisant [verbalisant] heeft beschreven dat op de beelden te zien is dat aangeefster naar de koeling loopt en dan links van verdachte staat. Verdachte staat op en loopt met een klein bochtje achter aangeefster langs. Hij pakt een doos met producten en loopt terug achter aangeefster langs. Bij het langslopen achter aangeefster is de hand van verdachte ter hoogte van de billen van aangeefster. De verbalisant heeft beschreven dat niet te zien is of de hand daadwerkelijk de billen van aangeefster raakt.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
straf
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
30 (dertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
15 (vijftien) dagen.