ECLI:NL:RBOVE:2021:3657

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
30 september 2021
Zaaknummer
9029957 \ CV EXPL 21-739
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van leasekosten en schadevergoeding na beëindiging leaseovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 28 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap (hierna: eiseres) en een gedaagde die een leaseovereenkomst had afgesloten. De gedaagde had de leaseovereenkomst voortijdig beëindigd en de eiseres vorderde betaling van de resterende leasetermijnen, kosten voor de voortijdige beëindiging en eigen bijdragen voor schade aan de auto. De gedaagde betwistte de vorderingen, met name de opzegvergoeding, en stelde dat hij het contract zonder extra kosten had kunnen opzeggen vanwege financiële problemen.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat er andere afspraken waren gemaakt dan die in de schriftelijke overeenkomst waren vastgelegd. De rechter wees erop dat de schriftelijke overeenkomst dwingend bewijs oplevert en dat de gedaagde de gelegenheid had gekregen om tegenbewijs te leveren, maar hiervan geen gebruik had gemaakt. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde de opzegvergoeding en de kosten voor de schade aan de auto moest betalen, omdat hij niet had aangetoond dat de schade niet aanwezig was bij inlevering van de auto.

De vordering van de eiseres tot betaling van een totaalbedrag van € 12.277,91, inclusief rente en incassokosten, werd toegewezen. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. F. Koster, kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9029957 \ CV EXPL 21-739
Vonnis van 28 september 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
[eiseres],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,
gemachtigde: S.J.M. Booms
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 april 2021, waarin is bepaald dat een mondelinge behandeling wordt gehouden;
- de e-mail van 13 april 2021 met aanvullende producties van [eiseres] ;
- de mondelinge behandeling op 5 juli 2021 en het proces-verbaal daarvan met mondeling gewezen tussenvonnis;
- de akte van 7 juli 2021 van [eiseres] .
1.2.
[gedaagde] heeft daarna, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd. Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
Op 24 april 2019 heeft [gedaagde] een leaseovereenkomst gesloten met [eiseres] . In de leaseovereenkomst zijn de “Aanvullende voorwaarden Private Lease versie 201802.1 MM-KMS” (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing verklaard.
In de leaseovereenkomst is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
10. Wijzigen looptijd leasecontract
(…)
Wilt u de lease graag opzeggen voor de einddatum van het contract? Dan betaalt u een opzegvergoeding. De vergoeding is maximaal 50% van de resterende leasetermijnen. Daarnaast rekenen wij eventuele meer of minder kilometers met u af. In de Aanvullende Voorwaarden is een uitgebreidere toelichting over de opzegvergoeding terug te vinden (kopje 11.2).”
2.2.
In de algemene voorwaarden zijn, voor zover van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
“10.3 Kan de inlevering van de auto voor mij tot aanvullende kosten leiden?
(…)
Bij inlevering inspecteren we samen het voertuig en maken we een inleverrapport op. De kosten van missende onderdelen worden volledig aan u doorbelast. Heeft de auto bij inlevering schades? Wij maken onderscheid tussen normale gebruiksschades en onacceptabele schades. Normale gebruiksschades nemen wij voor onze rekening. Voor onacceptabele schades wordt de eigen bijdrage in rekening gebracht. (…)
(…) In het innameprotocol staan tips voor het inleveren van de auto en proberen wij zo duidelijk mogelijk het verschil aan te geven tussen acceptabele en onacceptabele schades. U bent niet verplicht aanwezig te zijn bij het opstellen van het inleverrapport. Houd er rekening mee als u afwezig bent, en achteraf oneens bent met het innamerapport, dan ligt de bewijslast voor de onjuistheid bij u. Bent u het niet eens met de doorbelaste kosten of een eigen bijdrage? Maak dit binnen een week kenbaar bij de leasemaatschappij. Er wordt een expert van het Nederlands Instituut voor registerexperts (NIVRE) om een beoordeling gevraagd. (…)

11.Kan ik mijn leasecontract beëindigen voor de afgesproken einddatum?

Het leasecontract kan voor de afgesproken einddatum (schriftelijk) worden opgezegd. (…) U krijgt dan wel te maken met een opzegvergoeding. De opzegvergoeding bedraagt maximaal 50% van de nog resterende leasetermijnen. Wij bepalen de opzegvergoeding op basis van twee methodes, en brengen de voor u voordeligste methode in rekening.
(…)”
2.3.
De leaseovereenkomst is voor de afgesproken einddatum beëindigd door [gedaagde] . Op 28 juli 2020 is een innameformulier ingevuld en ondertekend door [eiseres] en [gedaagde] . Op 30 juli 2020 is een inspectierapport opgesteld door Inspecteurs Mobiele Service BCA.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] heeft, naast een viertal maandtermijnen, kosten voor de voortijdige beëindiging van de overeenkomst en eigen bijdragen voor verschillende schades aan de auto bij [gedaagde] in rekening gebracht. [eiseres] wil dat [gedaagde] deze facturen van in totaal € 11.266,84 betaalt. Ook wil [eiseres] dat [gedaagde] de rente (€ 123,36 tot 8 februari 2021) en gemaakte incassokosten (€ 887,71) betaalt. [eiseres] vordert daarom dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 12.277,91, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2021 en de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Hij betwist dat met [eiseres] een opzegvergoeding is overeengekomen. Volgens [gedaagde] zou het contract zonder extra kosten kunnen worden opgezegd als hij buiten zijn schuld niet meer kon betalen. Ook betwist [gedaagde] dat de schades aan de motorkap en de achterbumper aanwezig waren bij het inleveren van de auto, want deze schades zijn bij het inleveren niet opgemerkt door de medewerkers van [eiseres] .
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

Onbetaalde leasetermijnen

4.1.
[gedaagde] heeft niet betwist dat hij de vier facturen in verband met de maandelijkse leasetermijnen nog moet betalen. Voor zover de vordering op die facturen ziet, ligt deze dan ook voor toewijzing gereed.
Opzegvergoeding
4.2.
Het bedrag van € 7.780,31 aan kosten voor de voortijdige contractbeëindiging vordert [eiseres] op basis van artikel 10 van de leaseovereenkomst en artikel 11 van de algemene voorwaarden (zie hiervoor onder 2.1. en 2.2.). Daarin is vermeld dat bij beëindiging van het contract voor de afgesproken einddatum maximaal 50% van de nog resterende leasetermijnen in rekening wordt gebracht. De overeenkomst is volgens [eiseres] helder. Als er andere afspraken gemaakt zouden zijn, zouden deze in een addendum aan de overeenkomst zijn toegevoegd. Ook zou dat invloed hebben gehad op de hoogte van de leasetermijnen, aldus [eiseres] .
4.3.
[gedaagde] betwist dat een opzegvergoeding is overeengekomen. Het leasecontract zou volgens [gedaagde] altijd kunnen worden opgezegd zonder bijkomende kosten wanneer hij - buiten zijn schuld - niet meer aan zijn verplichtingen zou kunnen voldoen. Dat zou hij bij het sluiten van de overeenkomst hebben besproken met een toenmalige medewerker van [eiseres] , de heer [A]. Dit was voor [gedaagde] een duidelijke voorwaarde voor het sluiten van het leasecontract, omdat hij een tijdelijk arbeidscontract had. Ook [eiseres] wilde niet dat mensen in financiële nood nog verder in de problemen zouden komen, aldus [gedaagde] .
4.4.
De kantonrechter overweegt dat in de door beide partijen ondertekende schriftelijke overeenkomst een opzegvergoeding ter hoogte van maximaal 50% van de resterende leasetermijnen is opgenomen. Op grond van artikel 157 lid 2 Rv levert deze schriftelijke overeenkomst tussen partijen in beginsel dwingend bewijs op, waartegen tegenbewijs geleverd kan worden. Tot het leveren van dat tegenbewijs is [gedaagde] na de mondelinge behandeling in de gelegenheid gesteld. [gedaagde] is dus in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat er tussen partijen andere afspraken over de mogelijkheid van opzegging zijn gemaakt dan in de schriftelijke overeenkomst zijn opgenomen. [eiseres] heeft hem daartoe de contactgegevens van de heer [A] verschaft. [gedaagde] heeft van die mogelijkheid tot het leveren van tegenbewijs echter geen gebruik gemaakt. Het tegenbewijs is dus niet geleverd. De kantonrechter moet er daarom van uitgaan dat partijen zijn overeengekomen wat in de schriftelijke overeenkomst staat vermeld. [gedaagde] zal de opzegvergoeding voor de voortijdige contractbeëindiging moeten betalen. Tegen de hoogte van deze vergoeding heeft [gedaagde] geen afzonderlijk verweer gevoerd. Het deel van de vordering dat ziet op de opzegvergoeding in verband met de voortijdige contractbeëindiging ligt dan ook voor toewijzing gereed.
(eigen bijdrage voor) de schade aan de auto
4.5.
Het bedrag van € 710,00 dat [eiseres] in rekening heeft gebracht voor schade aan de auto bestaat uit (eigen bijdragen voor) de schade aan de velgen linksvoor en rechtsvoor, de linker buitenspiegel, de motorkap en de achterbumper. [gedaagde] erkent dat hij bij het inleveren van de auto heeft getekend voor de schade aan de velgen van de voorbanden en de linker buitenspiegel. De andere schade (aan de motorkap en de achterbumper) is bij het inleveren van de auto door de drie aanwezige medewerkers van [eiseres] niet opgemerkt. [gedaagde] betwist dan ook dat die schades bij het inleveren van de auto aanwezig waren. Als de auto na het verplaatsen voor een nieuwe keuring op meer plaatsen schade heeft, dan is die schade niet door hem veroorzaakt en komt dat ook niet voor zijn rekening, aldus [gedaagde] .
4.6.
[eiseres] heeft zowel het innameformulier van 28 juli 2020 als het inspectierapport van 30 juli 2020 overgelegd. Het innameformulier is door zowel [eiseres] als [gedaagde] ondertekend. Daar staat onder andere het volgende in vermeld:
“Dit is een voorinspectie gedaan bij inname. Een definitief inspectierapport wordt opgesteld door een onafhankelijke partij na inname. Dit inspectierapport is leidend over de status waarin de auto is ingeleverd. De financiële afwikkeling van het contract zal daarom ook op basis zijn van het inspectierapport.”
De kantonrechter gaat er vanuit dat het vaststellen van de schade bij de inlevering van de auto op deze manier is gebeurd overeenkomstig het innameprotocol van [eiseres] , waarnaar in artikel 8 van de leaseovereenkomst en artikel 10.3 van de aanvullende voorwaarden bij de leaseovereenkomst wordt verwezen. Dat dit anders zou zijn is niet gebleken en heeft [gedaagde] ook niet aangevoerd.
4.7.
Wat betreft de stelling van [gedaagde] dat meer schade kan zijn ontstaan bij het verplaatsen van de auto na inname, geldt dat uit het innameformulier blijkt dat de auto een kilometerstand van 28.144 had. In het inspectierapport is een kilometerstand van 28.145 opgenomen. Er is dus maximaal één kilometer met de auto gereden voordat de definitieve keuring plaatsvond. Daardoor is onaannemelijk dat er tussen de inname en de inspectie schade aan de auto is ontstaan. Daarnaast maakt [eiseres] onderscheid tussen acceptabele schades en onacceptabele schades. De schades die tijdens de inspectie naar voren zijn gekomen, kunnen in de ogen van de (onafhankelijke) derde die de keuring uitvoert, in dit geval BCA, als onacceptabele schade kunnen worden gezien, terwijl de medewerkers van [eiseres] de schade wel gezien hebben, maar acceptabel hebben gevonden. Er was immers ook sprake van andere, wel acceptabele schades, die niet in rekening werden gebracht, zoals de bandenslijtage. Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat de stellingen van [gedaagde] onvoldoende zijn onderbouwd om te twijfelen aan de juistheid van het inspectierapport. [gedaagde] zal de factuur die ziet op de eigen bijdragen voor de schades dan ook moeten betalen.
4.8.
Geconcludeerd kan worden dat [gedaagde] zowel de kosten van de vier maandelijkse leasetermijnen, de kosten van de voortijdige contractbeëindiging als de eigen bijdragen voor de schades aan de auto verschuldigd is. De vordering tot betaling van het bedrag van € 11.266,84 zal dan ook worden toegewezen. [gedaagde] moet over dat bedrag ook de wettelijke rente betalen, omdat hij niet (tijdig) aan [eiseres] heeft betaald.
4.9.
[eiseres] heeft ook kosten gemaakt om het factuurbedrag van [gedaagde] te (proberen te) innen. [eiseres] heeft [gedaagde] eerst aangemaand, zodat hij het factuurbedrag gedurende veertien dagen zonder bijkomende incassokosten kon betalen. Na die termijn zijn de incassokosten verschuldigd geworden. Deze kosten worden, zoals [eiseres] ook heeft gevraagd, toegewezen voor een bedrag van € 887,71.
4.10.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld. Hij wordt daarom veroordeeld in de proceskosten. Deze worden tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 89,04 aan kosten voor de dagvaarding, € 507,00 aan griffierecht en € 746,00 aan salaris voor de gemachtigde van [eiseres] (2 punten x tarief € 373,00). Dat is in totaal € 1.342,04.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 12.277,91, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 11.266,84 vanaf 8 februari 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 1.342,04;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2021. (SB)