ECLI:NL:RBOVE:2021:3656

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
30 september 2021
Zaaknummer
8998012 \ EJ VERZ 21-43
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over geluidsoverlast tussen twee buren met betrekking tot leefgeluiden en onrechtmatig gedrag

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 28 september 2021, gaat het om een burengeschil tussen twee partijen, hierna te noemen [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. [betrokkene 1] ervaart geluidsoverlast van [betrokkene 2], die in een huurwoning woont. De geluidsoverlast bestaat uit het schuiven van meubels en het sluiten van de buitendeur. [betrokkene 1] heeft zijn verzoek ingediend om te stoppen met deze geluiden, terwijl [betrokkene 2] op haar beurt klaagt over het bonken op de muur door [betrokkene 1] en de muziek die hij draait.

De procedure is gestart op initiatief van Buurtbemiddeling Enschede en is behandeld door de kantonrechter. Tijdens een bezichtiging op 31 augustus 2021 heeft de kantonrechter geprobeerd de geluidsoverlast vast te stellen, maar partijen wilden elkaars woning niet betreden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de geluiden die [betrokkene 1] ervaart, leefgeluiden zijn die horen bij een gezin met kinderen en dat deze geluiden niet onrechtmatig zijn. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat [betrokkene 2] maatregelen heeft genomen om de overlast te verminderen, zoals het bekleden van stoel- en tafelpoten met vilt.

De kantonrechter concludeert dat de verzoeken van [betrokkene 1] worden afgewezen, omdat de geluidsoverlast niet onrechtmatig is. Wel wordt [betrokkene 1] aangesproken op zijn gedrag van het draaien van harde muziek, wat wel onrechtmatig kan zijn. De partijen worden aangespoord om zelf naar een oplossing te zoeken, eventueel met behulp van een mediator, en om respect voor elkaar te tonen. De beslissing houdt in dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 8998012 \ EJ VERZ 21-43
Vonnis van 28 september 2021
in de zaak van
[betrokkene 1],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen [betrokkene 1] ,
verschenen in persoon
en
[betrokkene 2]wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen [betrokkene 2] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Partijen hebben hun geschil op initiatief van Buurtbemiddeling Enschede aangemeld bij de Overijsselse Overlegrechter. Dit is een vorm van rechtspraak als bedoeld in artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
1.2.
Het geschil is op 12 maart 2021 door de kantonrechter behandeld. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt. De kantonrechter is vervolgens op 31 augustus 2021 bij de woningen van partijen aan de [straatnaam] in [plaats] ter plaatse geweest voor een bezichtiging van de situatie.
1.3.
Partijen zijn er niet in geslaagd hun geschil in onderling overleg op te lossen. Daarom zal de kantonrechter vandaag vonnis wijzen.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Partijen zijn buren van elkaar. [betrokkene 1] is eigenaar van de woning aan de [adres 1] . [betrokkene 2] woont in de huurwoning aan de [adres 2] .
2.2.
[betrokkene 1] ervaart geluidsoverlast van [betrokkene 2] . Hij hoort elke dag geschuif met de tafel en de stoelen en het slaan met de buitendeur. [betrokkene 1] wil dan ook dat [betrokkene 2] stopt met het veroorzaken van geluidsoverlast. Desnoods moeten zij maar verhuizen, aldus [betrokkene 1] .
2.3.
[betrokkene 2] geeft aan dat [betrokkene 1] op de muur bonkt in reactie op lawaai. Zij wil dat [betrokkene 1] daarmee stopt. Ook heeft [betrokkene 2] sinds kort last van de muziek van [betrokkene 1] . Ook dat moet stoppen, of in ieder geval moet hij de muziek zachter zetten, vindt [betrokkene 2] .

3.De beoordeling

3.1.
De vraag die de kantonrechter moet beantwoorden, is of de geluidsoverlast die [betrokkene 1] ervaart, zodanig is dat dit onrechtmatig gedrag van [betrokkene 2] oplevert. Tijdens de bezichtiging heeft de kantonrechter de geluiden waardoor overlast zou worden veroorzaakt, geprobeerd vast te stellen. Partijen wilden elkaars woning echter niet betreden, waardoor de kantonrechter niet in het bijzijn van partijen – in verband met hoor en wederhoor – de geluidsoverlast vast kon stellen.
3.2.
[betrokkene 1] heeft aangegeven dat de overlast bestaat uit lawaai van het schuiven met de stoelen en de tafel en het lawaai van het slaan met de buitendeur. Na de eerste zitting heeft De Woonplaats gezorgd voor een deurdranger op de buitendeur van [betrokkene 2] , maar dat heeft volgens [betrokkene 1] niet geholpen.
3.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de overlast die [betrokkene 1] ervaart, de leefgeluiden zijn die horen bij een gezin met kinderen. De geluiden die [betrokkene 1] noemt, zijn niet zodanig dat [betrokkene 2] daarmee onrechtmatig gedrag vertoont. [betrokkene 2] heeft aangegeven dat zij, gezien de oppervlakte van de woonkamer, de tafel en stoelen wel moet verschuiven om met de kinderen aan tafel te kunnen zitten. Na de eerste zitting in maart heeft [betrokkene 2] de stoel- en tafelpoten bekleed met vilt, zodat deze minder lawaai maken. Van de deurdranger op de buitendeur is weliswaar niet met zekerheid vast te stellen welk effect dit heeft gehad op het geluid, maar het dicht trekken van de achterdeur levert naar het oordeel van de kantonrechter in ieder geval geen onrechtmatig gedrag op.
3.4.
Voor zover [betrokkene 1] heeft aangegeven dat een oplossing wellicht is gelegen in een verhuizing van [betrokkene 2] , geldt dat zo’n verzoek niet kan worden toegewezen. Daarvoor is geen reden (geen juridische grond) aanwezig en bovendien is dit niet de procedure voor zo’n beslissing. Bij een verhuizing van [betrokkene 2] is de kans bovendien groot dat er opnieuw een gezin in de woning komt te wonen en de ervaren overlast zich zal herhalen. De woningen zijn nu eenmaal gezinswoningen en dus het meest geschikt voor gezinnen met kinderen.
3.5.
De conclusie met betrekking tot de overlast die [betrokkene 1] ervaart, is dat dit bestaat uit leefgeluiden van [betrokkene 2] en dus geen onrechtmatig gedrag oplevert.
De verzoeken van [betrokkene 1] zullen dan ook worden afgewezen.
3.6.
Tijdens de bezichtiging heeft [betrokkene 2] erkend dat [betrokkene 1] is gestopt met het kloppen en/of slaan op de muren. De kantonrechter zal hierover nog vermelden dat dit gedrag wel onrechtmatig is en dus dient uit te blijven. De muziek die [betrokkene 1] aanzet om – zo stelt [betrokkene 1] – minder last te hebben van het lawaai van [betrokkene 2] , is op zich een goed idee. De muziek mag echter niet zo hard staan dat daardoor overlast veroorzaakt wordt.
Dat levert onrechtmatig gedrag op en met het draaien van
teharde muziek dient [betrokkene 1] dan ook te stoppen.
3.7.
Partijen hebben al op meerdere manieren gezocht naar een oplossing, bijvoorbeeld via De Woonplaats en via Buurtbemiddeling, maar komen er niet samen uit. Ook de zitting ter plaatse heeft geen oplossing kunnen brengen. De verhouding is inmiddels zo verstoord dat overal een conflict over lijkt te ontstaan en partijen niet meer samen in gesprek willen. Toch dient de oplossing van partijen zelf te komen. Alleen partijen zelf kunnen hierin een verandering brengen. Hiervoor is essentieel dat zij haat en wrok los laten en over en weer respect gaan tonen en weer in gesprek gaan met elkaar. Eventueel met behulp van een mediator. Alles begint met respect.
3.8.
Partijen hebben gekozen voor een procedure bij de Overijsselse Overlegrechter.
Bij het karakter van deze procedure past dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de verzoeken af;
4.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2021. (SB)