ECLI:NL:RBOVE:2021:3582

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 augustus 2021
Publicatiedatum
22 september 2021
Zaaknummer
21-002770-19 21/12099
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen omzetting taakstraf in vervangende hechtenis wegens medische redenen

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de omzetting van een taakstraf in vervangende hechtenis. De veroordeelde had een taakstraf van 30 uren opgelegd gekregen, maar had deze niet uitgevoerd. De advocaat-generaal had daarop besloten om de taakstraf om te zetten in 15 dagen vervangende hechtenis. De veroordeelde, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D. Greven, maakte bezwaar tegen deze beslissing, met als argument dat hij vanwege fysieke en mentale problemen niet in staat was om de taakstraf te verrichten. Dit werd onderbouwd met medische gegevens en een rapport van de reclassering, waarin werd gesteld dat er geen sprake was van onwil, maar van onmacht.

Tijdens de behandeling van het bezwaarschrift op 25 augustus 2021, heeft de politierechter kennisgenomen van het dossier en het reclasseringsrapport. De officier van justitie steunde het bezwaar en stelde dat de beslissing tot omzetting van de taakstraf niet had mogen plaatsvinden, omdat de termijn voor de taakstraf inmiddels was verstreken. De politierechter oordeelde dat de veroordeelde inderdaad niet in staat was om de taakstraf te verrichten, en dat de beslissing van de advocaat-generaal om de taakstraf om te zetten in vervangende hechtenis volstrekt onbegrijpelijk was. Het bezwaarschrift werd gegrond verklaard, en de rechter bepaalde dat de taakstraf op nihil werd gesteld.

De uitspraak werd gedaan door mr. B.W.M. Hendriks, in aanwezigheid van griffier E.P. Endlich, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag. De rechter heeft de beslissing van het Openbaar Ministerie om de vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen gewijzigd, waardoor de veroordeelde niet langer een taakstraf hoeft te verrichten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 21-002770-19
Bezwaarschriftnummer: 21/12099
Uitspraak van de enkelvoudige kamer op het bezwaarschrift op grond van artikel 6:6:23 Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[veroordeelde] ,
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende in [adres] ,
verder te noemen: de veroordeelde.

1.Het verloop van de procedure

Op 8 juli 2021 heeft de advocaat-generaal bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de tenuitvoerlegging van 15 dagen vervangende hechtenis bevolen omdat de veroordeelde de taakstraf niet heeft aangevangen. De kennisgeving daarvan is aan de veroordeelde betekend op 5 augustus 2021.
Het bezwaarschrift tegen de kennisgeving van dat bevel is gedateerd 9 augustus 2021 en is op 12 augustus 2021 op de griffie van de rechtbank ontvangen.
Het is ingediend namens de veroordeelde door mr. D. Greven, advocaat te Borne.
Het bezwaarschrift is behandeld op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2021.
Bij de behandeling zijn de officier van justitie, de veroordeelde en de raadsvrouw gehoord.
De politierechter heeft kennis genomen van het door de officier van justitie overgelegde dossier van de strafzaak tegen de veroordeelde.
De politierechter heeft ook kennisgenomen van het op 10 juni 2021 door de reclassering over het verloop van de taakstraf opgestelde rapport.

2.De standpunten van de veroordeelde en de officier van justitie

De veroordeelde maakt bezwaar tegen de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Het standpunt van de veroordeelde en de raadsvrouw houdt samengevat in dat de veroordeelde vanwege medische redenen – wat ook blijkt uit het reclasseringsrapport – mentaal en fysiek niet in staat is om een taakstraf te verrichten. Volgens de reclassering is geen sprake van onwil maar van onmacht en het wordt de advocaat-generaal in overweging gegeven om de zaak te laten ‘verjaren’.
Standpunt officier van justitie
Het standpunt van de officier van justitie luidt samengevat dat het bezwaarschrift gegrond dient te worden verklaard. De beslissing tot omzetting van de taakstraf had in dit geval niet genomen mogen worden waardoor de taakstraf uit de termijn was gelopen.

3.De ontvankelijkheid

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend. De politierechter stelt vast dat het ook overigens ontvankelijk is.

4.De beoordeling

De veroordeelde is bij onherroepelijk geworden vonnis van de enkelvoudige strafkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 september 2020 veroordeeld tot onder meer een taakstraf van 30 uren. Daarbij is bepaald dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 15 dagen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde de taakstraf niet heeft verricht.
De veroordeelde heeft feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de politierechter van oordeel is dat de veroordeelde niet in staat is om de taakstraf te verrichten. Uit het over het verloop van de taakstraf opgestelde reclasseringsrapport blijkt immers zonneklaar dat de veroordeelde fysieke en mentale problemen heeft en dat deze klachten zijn onderbouwd met medische gegevens. De beslissing van de advocaat-generaal om de taakstraf om te zetten in vervangende hechtenis is in het licht daarvan volstrekt onbegrijpelijk. Het bezwaarschrift wordt daarom gegrond verklaard.
De politierechter zal de beslissing van het Openbaar Ministerie om de vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen wijzigen en bepalen dat de door de veroordeelde nog te verrichten taakstraf op nihil wordt gesteld.

5.De beslissing

De rechter:
  • verklaart het bezwaarschrift gegrond;
  • bepaalt de door de veroordeelde te verrichten taakstraf op nihil.
Deze beslissing is genomen door mr. B.W.M. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van E.P. Endlich, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2021.