Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
ten gevolge waarvan een of meer(dere) caravan(s) geheel of gedeeltelijk is/zijn
verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor een of meer(dere) caranvan(s) en/of vakantiehuisje(s)/chalet(s) en/of bo(o)m(en), in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor een of meer(dere) perso(o)n(en), in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer(dere) perso(o)n(en), in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was.
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
ten gevolge waarvan caravans geheel of gedeeltelijk zijn verbrand en daarvan gemeen gevaar voor een of meerdere caravans en/of vakantiehuisjes/chalets en bomen, en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen, te duchten was.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
Vordering van [aangever 1]
Vordering [aangever 2]
Wettelijke rente en kosten
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 drie jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.000,-(zegge: drieduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 december 2020 ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 1] , en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
40 dagenkan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.200,-(zegge: twaalfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 december 2020 ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 2] , en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
22 dagenkan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;