In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 7 september 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Reggewoon en [gedaagde 1] c.s. De eiseres, Stichting Reggewoon, vorderde betaling van herstelkosten omdat de woning die aan [gedaagde 1] c.s. was verhuurd, niet in de juiste staat was achtergelaten. De gedaagden erkenden dat de woning niet netjes was achtergelaten, maar betwistten de hoogte van de gevorderde kosten. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden de woning in de oorspronkelijke staat hadden moeten opleveren en dat zij dit niet hadden gedaan. De eiseres had foto’s overgelegd die de slechte staat van de woning aantoonde. De kantonrechter wees de vordering van Reggewoon toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagden werden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichting van huurders om de gehuurde woning in goede staat op te leveren en de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichting.