Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
JOBTRANS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Genemuiden,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
JobTrans stelt zich op het standpunt dat het in de belangenafweging vooral gaat om de vraag of [eiseres] onbillijk wordt benadeeld in haar mogelijkheden om ander werk te vinden en betoogt dat dit niet het geval is, aangezien zij bij ieder ander bedrijf een soortgelijke positie kan bekleden, zo lang het maar niet binnen de transport en logistiek is. JobTrans voert ook aan dat [eiseres] niet heeft onderbouwd welk belang zij heeft om nu juist bij [X] te gaan werken en wijst erop dat het in het kader van de belangenafweging relevant is dat [eiseres] zelf wil vertrekken.
e-mail van 28 mei 2021 heeft [eiseres] vervolgens getracht alsnog (tijdelijk) terug te komen op de opzegging. JobTrans heeft daar echter niet mee ingestemd. Integendeel, zij heeft tot tweemaal toe aan [eiseres] duidelijk gemaakt dat haar arbeidsovereenkomst als gevolg van de opzegging formeel eigenlijk al was geëindigd, maar dat JobTrans bereid was de opzegtermijn met drie maanden te verlengen tot 31 augustus 2021. De kantonrechter is voorshands dan ook van oordeel dat op zijn laatst per 1 september 2021 een einde is gekomen aan de arbeidsovereenkomst tussen partijen.
€ 747,00 aan salaris gemachtigde. Explootkosten zijn niet gemaakt, zodat de proceskosten in totaal € 832,00 bedragen.