Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
URBANA ZWOLLE B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
Urbana,
ZWOLLE B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
[gedaagde],
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord.
2.De overwegingen
agendaverlopen:
A. Machtiging tot zelf verrichten van onderhouds-, herstel en vervangingswerkzaamheden (art. 7:206 BW):- verzuim [gedaagde] ? (o.a. in verband met ingebrekestelling (brieven d.d. 26-11-2019 [2] en 12-03-2020 [3] ) – gevolgen intentieovereenkomst – crediteursverzuim);
- (lijst met) te verrichten onderhouds-, herstel- en/of vervangingswerkzaamheden [4] : door wie moeten deze werkzaamheden worden verricht, tegen de achtergrond van de vraag hoe art. 9 van de huurovereenkomst en art. 9.1. en 9.2. van de Algemene Bepalingen van de huurovereenkomst zich onderling verhouden?
B. Huurprijsherziening (art. 7:303 BW)- ontvankelijkheid in verband met vereiste [5] van een door één of meer door partijen gezamenlijk benoemde deskundige(n) opgesteld advies;
- vast te stellen huurprijs;
- ingangsdatum huurprijsherziening i.v.m. vraag of en in hoeverre [gedaagde] o.g.v. art. 7:226 BW (m.n. ook lid 3) is gebonden aan afspraken tussen Urbana en de vorige verhuurder [A] dienaangaande;
C. Huurprijsvermindering (art. 7:207 BW)- Gebreken in de zin van art. 7:204 BW en vermindering van huurgenot ten gevolge daarvan: welke?
- Kennisgeving van deze gebreken door Urbana aan [A] en/of [gedaagde] ? En ook in dit verband de vraag of en in hoeverre [gedaagde] o.g.v. art. 7:226 BW (m.n. ook lid 3) is gebonden aan een kennisgeving door Urbana aan de vorige verhuurder [A] .
- In hoeverre zijn gebreken ontstaan door achterstallig onderhoud, die volgens de huurovereenkomst en/of de Algemene Bepalingen voor rekening van huurder dan wel van verhuurder komen?
D. Wijziging overeenkomst (art. 6:258 BW)- In hoeverre moeten de gevolgen van de overheidsmaatregelen i.v.m. Covid-19 in de huurrelatie tussen partijen voor rekening van huurder of van verhuurder komen? Maatstaven van redelijkheid en billijkheid en in het verkeer geldende opvattingen;
- de mogelijkheid tot het treffen van een schikking, waarbij desgewenst een voorlopig oordeel kan worden gegeven
- verdere regie van de procedure
- het opmaken van een proces-verbaal
- de termijn waarop vonnis wordt gewezen
- (in verband met de vordering tot huurprijsvermindering:) een overzicht van gebreken als bedoeld in art. 7:204 BW en het als gevolg daarvan gederfde huurgenot;
2.10. Een partij die zich tijdens de mondelinge behandeling wil beroepen op stukken die nog niet zijn overgelegd, moet die stukken uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling hebben ingebracht door (tijdige) toezending aan de kantonrechter en aan de wederpartij. Indien een partij stukken later indient, moet zij er rekening mee houden dat die stukken mogelijk niet worden geaccepteerd.
3.De beslissing
dinsdag 1 september 2020voor het bepalen van dag en tijdstip waarop de mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Partijen hoeven niet aanwezig te zijn bij deze rolzitting. Partijen kunnen tot uiterlijk de vrijdag voordien schriftelijk 20 verhinderdata (of 40 verhinderingsdagdelen) opgeven voor de drie maanden volgend op genoemde rolzitting;