Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
primairtenlastegelegde feit heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood.
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
van 60 (zestig) dagen;
60 (zestig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
Op 6 februari 2019 omstreeks 08:30 uur reed ik over de Flevoweg te Kampen . Ik kwam vanuit de richting van de Europa-allee en ging in de richting van de Ebbingestraat. Op de kruising met de Oostzeestraat is een oversteek voor fietsers. Hiervoor zat voor mij de kruising met de Oostzeestraat en op het moment dat ik daarvoor was keek ik of er geen auto’s voor mij van links aankwam. Daarna keek ik bij de oversteek of er voor mij fietsers aankwamen van recht, dit bleek niet het geval. Gelijk kijk ik naar links om te zien of daar een fietser aankwam en op dat moment zag ik dat er al een fietser voor mijn auto zat. Ik kon op dat moment een aanrijding niet meer voorkomen. Net voor de aanrijding reed ik ongeveer 40 km en toen ik de fietser zag ben ik gelijk hard gaan remmen.”
Ja, ik rijdt hier vaker. De situatie is me bekend”
Op een gegeven moment zag ik dat vlak bij de fietsoversteekplaats een auto vanuit tegenovergestelde richting kwam rijden. Ik zag dat deze eerder dan mij bij de oversteek zou zijn. Ik zag op dat moment dat er voor mij bij de oversteek een fietser van rechts aan kwam rijden. Ik zag dat ik voor deze fietser niet hoefde te remmen en dat deze voor me langs ging. Ik weet dat bij deze oversteek de fietsers voorrang hebben en van beide kanten mogen komen. Ik zag op dat moment dat de bestuurder van de andere auto de fietser compleet miste en dat er een aanrijding volgde. Ik zag dat de fietser geschept werd en dat hij een meter of vier verder op de grond terecht kwam.”
Lichtgesteldheid : Daglicht
Op blz. 9 van het dossier heb ik een afbeelding van Streetvieuw toegevoegd met daarop de bebording ter plaatse bij de oversteekplaats. Hierop zijn de haaientanden, pianoklavier en het bord B6 te zien