Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
,13/081325-20 (ttz.gev), 15/150067-20 (ttz.gev), 15/173436-20 (ttz.gev) (P)
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
A: 08/049725-21als
feiten 1, 2, 3 en 4, het feit van de zaak met parketnummer
B: 08/045389-21als
feit 5, de feiten van de zaak met parketnummer
C: 13/081325-20als
feiten 6, 7, 8 en 9, de feiten van de zaak met parketnummer
feiten 10, 11, 12 en 13en de feiten van de zaak met parketnummer
feiten 14 en 15.
;
hij, op een of meerdere tijdstippen, op of omstreeks 20 februari 2021 te Zwolle,(telkens)opzettelijk en wederrechtelijk een of meer (winkel)ruiten, in elk geval eniggoed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [bedrijf 1] en/of[bedrijf 2] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakten/of weggemaakt;2.
hij op of omstreeks 20 februari 2021 te Zwolle, ter uitvoering van het door verdachtevoorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een wapen de straatop is gegaan en/of met een wapen op en/of in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] ,[slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van datvoorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij, op een of meer tijdstippen, op of omstreeks 20 februari 2021 te Zwolle, [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enigmisdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (telkens) meteen wapen op en/of in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]te schieten;4.
hij op of omstreeks 20 februari 2021 te Zwolle, een wapen van categorie I, onder 7°van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie enVeiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen konvormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging ofafdreiging geschikt was, namelijk voorwerpen die voor wat betreft hun vorm enafmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens of met voorontploffing bestemde voorwerpen, met uitzondering van speelgoedvoorwerpen alsbedoeld in de Richtlijn 2009/48/EG heeft gedragen;
hij op of omstreeks 19 november 2019 te Amsterdam en/of Velserbroek,in elk geval in Nederland, telkens opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, te weten een of meer bankrekeningnummer(s) van personeelsleden van de gemeente Amsterdam en/of eenof meer persoonlijke keuze budget(ten), heeft gewist en/of gewijzigd en/of toegevoegd door:- de bankrekeningnummers van [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] aan te passen/te wijzigen in zijn, verdachtes, eigen bankrekeningnummer(s) en/of de persoonlijke keuze budgetten op uitbetalen gezet terwijl hij hier geen toestemming voor had;8.
hij op of omstreeks 19 november 2019 te Amsterdam en/of Velserbroek, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten,- het Citrix-account van [slachtoffer 14] en/of- de MPN-accountgegevens van [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] heeft gebruikt, met het oogmerk de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
.hij op of omstreeks 15 april 2020 te Velserbroek, gemeente Velsen teruitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan[slachtoffer 7] (buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van degemeente Velsen) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een schroevendraaier, althans enig lang en/of puntig en/of scherp voorwerp, in de borststreek,althans het bovenlichaam van die [slachtoffer 7] heeft gestoken, terwijl deuitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 15 april 2020 te Velserbroek, gemeente Velsen[slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] (beiden buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van de gemeente Velsen) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een schroevendraaier, althans enig lang en/of puntig en/ofscherp voorwerp, stekende, althans bedreigende, bewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] ;
hij op of omstreeks 15 april 2020 te Velserbroek, gemeente Velsen[slachtoffer 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gerichten/of met zware mishandeling, door een lijmpistool (zijnde een op eenvuurwapen gelijkend voorwerp) uit zijn broekzak te halen en/of (vervolgens) in de richting van die [slachtoffer 9] te houden en/of daarmee in naar die [slachtoffer 9] te wijzen;
hij, op of omstreeks 2 juli 2020 te Velserbroek, gemeente Velsen,een ambtenaar, [slachtoffer 11] (hoofdagent van politie Eenheid Noord-Holland) en/of [slachtoffer 12] (aspirant van politie Eenheid Noord-Holland), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hen bediening heeft mishandeld door dakpannen en/of(glazen) potten en/of een stalen buis tegen die [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 11] aan te gooien.
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
“Tjak”.Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat verdachte weliswaar geen vuurwapen, maar wel een lijmpistool bij zich had. Hij verklaart het lijmpistool enkel uit zijn zak gehaald te hebben, omdat hij zijn telefoon uit diezelfde broekzak wilde halen. Verdachte verklaart er niemand mee bedreigd te hebben. De rechtbank acht de verklaring van verdachte niet aannemelijk, nu zowel door aangever alsook door getuige [getuige] nadrukkelijk wordt gezegd dat verdachte (met het lijmpistool) in de richting van aangever wees. Vast staat, in tegenstelling tot hetgeen door de verdediging is bepleit, dat dit handelen van verdachte bedreigend is en dat het slachtoffer zich hierdoor bedreigd heeft gevoeld, temeer nu het lijmpistool (vanaf een afstand) sterke gelijkenissen vertoont qua vorm en kleur met een echt vuurwapen. De rechtbank acht het feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en beschadigen, meermalen gepleegd;
poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
computervredebreuken
opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen, wissen, veranderen en andere gegevens daaraan toevoegenen
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan;
witwassen;
mishandeling;
poging tot zware mishandeling;
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
€ 1.656,11 (zegge duizendzeshonderdzesenvijftig euro en elf cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de strafbare feiten zijn gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
€ 250,00. Met betrekking tot de materiële schade bepleit de verdediging dat deze niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden dan wel dienen te worden afgewezen, wegens onvoldoende onderbouwing.
€ 600,00 (zegge zeshonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de strafbare feiten zijn gepleegd, bestaande uit immateriële schade.
€ 250,00.
€ 250,00 (zegge tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, bestaande uit immateriële schade.
€ 1.380,16 kan worden toegewezen. Voor het overige dient de vordering te worden afgewezen.
“salarisbetaling (hack)”is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.380,16, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
“onderzoekskosten recherchebureau”opgevoerde schade is onvoldoende onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij gelet op het vorenstaande in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
€ 1.471,19 (zegge duizendvierhonderdeenenzeventig euro en negentien cent), te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
€ 1.689,00 (zegge duizendzeshonderdnegenentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de strafbare feiten zijn gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
€ 300,00 (zegge driehonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, bestaande uit immateriële schade.
€ 350,00 (zegge driehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, bestaande uit immateriële schade.
€ 475,00 (zegge vierhonderdvijfenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, bestaande uit immateriële schade.
9.De vordering tenuitvoerlegging
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
onder 1 t/m 15ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en beschadigen, meermalen gepleegd;
poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
computervredebreuken
opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen, wissen, veranderen en andere gegevens daaraan toevoegenen
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan;
witwassen;
mishandeling;
poging tot zware mishandeling;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
één (1) jaar;
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van
overheidswege zal worden verpleegd;
[slachtoffer 1]in zijn geheel toe tot een bedrag van
€ 1.656,11(bestaande uit materiële schade en immateriële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[slachtoffer 1](feiten 2 en 3) van een bedrag van
€ 1.656,11 (zegge duizendzeshonderdzesenvijftig euro en elf cent)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 20 februari 2021;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 1.656,11 (zegge duizendzeshonderdzesenvijftig euro en elf cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2021 ten behoeve van de benadeelde partij;
[slachtoffer 2]in zijn geheel toe tot een bedrag van
€ 600,00(bestaande uit immateriële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[slachtoffer 2](feiten 2 en 3) van een bedrag van
€ 600,00 (zegge zeshonderd euro)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 20 februari 2021;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 600,00 (zegge zeshonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2021 ten behoeve van de benadeelde partij;
[bedrijf 2]in zijn geheel toe tot een bedrag van
€ 673,88(bestaande uit materiële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[bedrijf 2](feit 1) van een bedrag van
€ 673,88 (zegge zeshonderddrieënzeventig euro en achtentachtig cent)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 20 februari 2021;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 673,88 (zegge zeshonderddrieënzeventig euro en achtentachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2021 ten behoeve van de benadeelde partij;
[slachtoffer 5]in zijn geheel toe tot een bedrag van
€ 250,00(bestaande uit immateriële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[slachtoffer 5](feit 5) van een bedrag van
€ 250,00 (zegge tweehonderdvijftig euro)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 16 februari 2021;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 250,00 (zegge tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2021 ten behoeve van de benadeelde partij;
Gemeente Amsterdamgedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 1.380,16(bestaande uit materiële schade);
betalingaan de benadeelde partij
Gemeente Amsterdam(feiten 6,7 en 8) van een bedrag van
€ 1.380,16 (zegge duizenddriehonderdtachtig euro en zestien cent)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 19 november 2019;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 1.380,16 (zegge duizenddriehonderdtachtig euro en zestien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 november 2019 ten behoeve van de benadeelde partij;
overige deel niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 6]in zijn geheel toe tot een bedrag van
€ 1.471,19(bestaande uit materiële en immateriële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[slachtoffer 6](feit 10) van een bedrag van
€ 1.471,19 (zegge duizendvierhonderdeenenzeventig euro en negentien cent)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 30 december 2019;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 1.471,19 (zegge duizendvierhonderdeenenzeventig euro en negentien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 december 2019 ten behoeve van de benadeelde partij;
[slachtoffer 7]gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 600,00(bestaande uit immateriële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[slachtoffer 7](feiten 11 en 12) van een bedrag van
€ 600,00 (zegge zeshonderd euro)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 15 april 2020;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 600,00 (zegge zeshonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2020 ten behoeve van de benadeelde partij;
overige deel niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 8]in zijn geheel toe tot een bedrag van
€ 300,00(bestaande uit immateriële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[slachtoffer 8](feit 12) van een bedrag van
€ 300,00 (zegge driehonderd euro)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 15 april 2020;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 300,00 (zegge driehonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2020 ten behoeve van de benadeelde partij;
[slachtoffer 9]gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 300,00(bestaande uit immateriële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[slachtoffer 9](feit 13) van een bedrag van
€ 300,00 (zegge driehonderd euro)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 15 april 2020;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 300,00 (zegge driehonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2020 ten behoeve van de benadeelde partij;
overige deel niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 11]in zijn geheel toe tot een bedrag van
€ 475,00(bestaande uit immateriële schade);
betalingaan de benadeelde partij
[slachtoffer 11](feit 15) van een bedrag van
€ 475,00 (zegge vierhonderdvijfenzeventig euro)te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 2 juli 2020;
ieder de eigen proceskosten dragen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 475,00 (zegge vierhonderdvijfenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2020 ten behoeve van de benadeelde partij;
gijzelingvoor de duur van
één (1) dagkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
wijstde vordering
af.